“Het is een heel gevaarlijke, neoliberale illusie dat we alles in eigen hand hebben. Nee, we hebben alles ontvangen en we zijn allemaal welkom. Dat wil ik in mijn liederen uitdragen”, zegt Andries Govaart die op 27 maart zijn nieuwe liederenboek ‘De weg die je goeddoet’ presenteert.
Door Cees Veltman
U bent een gerenommeerd tekstdichter in katholieke en protestantse kringen. Mede door de invloed van uw ouders, de feministische theoloog Tine Halkes en de Neerlandicus en theologiedocent Theo Govaart?
“Zeker, al is het als 67-jarige soms lastig als ik weer vragen krijg over mijn bekende moeder. Ik kan wel zeggen dat mijn keuzes voor het aanspreken van God, met een kleine letter wat mij betreft, in de lijn van mijn moeder liggen. Ik probeer er zo inclusief mogelijk over te schrijven, sowieso de ‘hij’ te vermijden. Ik zoek steeds welke titels ik kan gebruiken. Liever niet ‘Heer’, maar ‘de Ene’, ‘de Eeuwige’ of ‘de Barmhartige’. In dit opzicht kunnen we allemaal wat leren van de islam met zijn 99 namen voor Allah.
Heel soms is ‘Heer’ niet te vermijden, zeker niet in sommige vertalingen waarin die term expliciet wordt gebruikt. Dan denk ik, vooruit, maar minimaal. Ik heb besloten geen hoofdletters te gebruiken, die eerbiedshoofdletters, ook niet bij persoonlijke voornaamwoorden. De nieuwe Bijbelvertaling heeft de hoofdletter weer terug, dus ik ben met mijn keuze een beetje ouderwets.” (glimlacht).
Doet u dat om de afstand tot mensen kleiner te maken?
“Ten eerste vind ik veel hoofdletters in een tekst gewoon niet mooi, maar ten tweede vind ik de afstand en de nabijheid tussen God en mij heel wisselend. Het kan een vreselijk ver weg zijnde, grote God zijn of een heel nabije vriend, niet met een hoofdletter. In teksten hoeft het niet meteen duidelijk te zijn of het om een gewone vriend gaat of om God. Als het goed is, merk je dat wel in de loop van de tekst. En als het niet duidelijk is, is het nu eenmaal niet duidelijk. Duidelijkheid met hoofdletters, is schijnduidelijkheid.”
Hoe bent u door uw vader beïnvloed?
“Van hem heb ik beter leren lezen. Als twaalfjarige kwam ik in de bibliotheek van mijn vader eerst terecht bij de A van de Vlaamse sociaal geëngageerde schrijver Piet van Aken met Jan Wolkers heb ik gesmokkeld. Pas later ben ik poëzie gaan lezen. Daar is het spel van de taal en daarna van de stem sterk aanwezig, onthullend of verbergend. Lucebert lezend bijvoorbeeld, dacht ik jarenlang: wat staat er nu eigenlijk? Bij sommige schrijvers haak je dan af, ingewikkeld gedoe. Pas toen ik Lucebert zijn eigen werk hoorde voorlezen, kwam het aan. Verbijsterend. Ik vind Lucebert moeilijk te lezen zonder zijn stem.”
Waarom juist religieuze liederen en gebeden?
“Veel mannen van mijn generatie zijn opgegroeid als misdienaar, net als ik. Het spel van de liturgie heeft mij meteen gegrepen. Liturgie heeft iets van een opvoering, van een laten gebeuren van handelingen, van rituelen. In het gebeuren wordt het werkelijkheid. Ook de dramakant van de liturgie heeft mij al jong aangesproken. Zo heb ik religieuze ervaringen ontvangen. Vooral door de verhalen ben ik theologie gaan studeren. Het zijn machtige verhalen, vooral uit het Oude Testament, over Jozef, Saul, David en Jonathan. Die verhalen kregen wij thuis voorgelezen. Eerst uit de kinderbijbel, later van de hand van Joanna Klink. Die verhalen pasten me. Met mijn broer Caspar speelde ik buiten ‘David en Jonathan’. Door die verhalen ben ik doorgegaan met liturgie en ritualiteit.”
Welke overtuiging zit er achter uw liederen?
“Ten eerste een heel wezenlijke overtuiging dat je welkom bent en dat we allemaal welkom zijn in de schepping. Dat je gewild ben en dat we allemaal gewild zijn. God zag dat het goed was. Misschien is dat heel kinderlijk, maar dit is wat ik wil uitdragen. Ten tweede dat je te gast bent in de wereld als een pelgrim met zorg voor de plek waar je loopt. Die plek laat je niet anders achter dan je die aantrof. De ervaring hoe je wordt ontvangen, de gastvrijheid die je krijgt op pelgrimstochten, is verbijsterend.
Ten derde dat we deze aarde hebben gekregen. Dat geeft ons verantwoordelijkheid. Mijn teksten over gerechtigheid, vrede en schepping gaan ervan uit dat je behoedt wat je hebt ontvangen. Dat is gelijkelijk voor alle mensen. Het is niet zo dat sommigen meer rechten hebben dan anderen. Gerechtigheid heeft veel te maken met delen en met wat je hebt ontvangen. Anders gezegd: de neoliberale overtuiging dat we alles in eigen handen hebben - het maakbaarheidsidee - vind ik een van de meest gevaarlijke overtuigingen die er bestaan. We hebben niet alles in eigen hand, we hebben alles ontvangen.”
We kunnen het idee van maakbaarheid toch niet helemaal wegstrepen?
“Dat is zo, maar de illusie dat alles maakbaar is, vind ik uiterst gevaarlijk.”
Hoe legt u uw werk uit aan iemand die nog nooit een kerkdienst of ekklesia heeft bezocht en niet weet wie Huub Oosterhuis is? Hoe overbrugt u onnodige afstanden tussen mensen en overtuigingen?
“Religie is inderdaad lastig aan buitenstaanders duidelijk te maken. Pas door deelname kun je verder komen. Als ik bijvoorbeeld hindoes of joden vraag naar hun geloof, zal het antwoord lastig te geven zijn. Ik krijg er pas antwoord op als ik iets meemaak van hindoeïstische rituelen of als ik een joodse bruiloft meemaak. Dan zal me iets duidelijk worden. De overtuiging of de ideologie erachter, is vaak iets abstracts.”
Alleen met woorden komen we er niet?
“Dat is het lastige bij de ekklesia bijvoorbeeld. Daar is het ritueel bijna verdwenen. Mensen die nu katholiek worden, vallen vaak voor het ritueel en niet zozeer voor de woorden. Het blijft wel het heel sterke van Huub Oosterhuis dat hij diaconie en strijd voor gerechtigheid met elkaar verbindt met een sterke liturgie die overigens wel steeds meer woordliturgie is geworden.”
Hoe ziet u het religieuze, spirituele en liturgische zich ontwikkelen in de toekomst?
“Dat is vrij simpel (lachend). Ik denk dat het christendom in West-Europa vrijwel zal verdwijnen. Bijvoorbeeld in Frankrijk zie je dat sterk. Toch zullen, net als in de Middeleeuwen, de kloosters het geloofsgoed blijven behoeden. Is het niet in West-Europa dan wel in Zuid-Amerika of waar dan ook. De volkskerk verdwijnt, het behoudende katholicisme blijft, net als sommige religieuze groepen.”
In de jaren zestig en zeventig kon er in Nederland nog veel in kerken.
“Ja, er heerste een groot optimisme. Je was als pastoraal werker welkom in de kerk. Je kon trainingen en toerusting geven. Ik ben gestopt met lesgeven op hogeschool Fontys toen de afgestudeerden geen plek meer konden krijgen als pastoraal werker. Ik heb de opkomst en neergang van de pastoraal werker meegemaakt en de opkomst en neergang van de ruimte voor experimenten, de gein en het plezier in de parochies. Dat is verdwenen. Een grote droefenis. Het is niet helemaal weg, maar ik zie in parochies dat het vaak een moeizame zaak is om nog wat te kunnen doen. De parochies staan meer in de overlevingsstand dan in overvloedigheid.”
Hoe kan de band tussen religie en de hedendaagse cultuur worden versterkt?
“Op de website bij de liedbundel ‘De weg die je goeddoet’ heb ik, samen met anderen, bij ieder lied een beeld gezocht, vaak uit de hedendaagse kunst: een schilderij dat in gesprek gaat met de betreffende liedtekst. Ik ben nu bezig met een zangspel rond het verhaal van de verloren zoon voor gespreksgroepen in parochies en gemeenten. Zo kom je erover te praten hoe ouders en kinderen met elkaar omgaan. Nou, dan heb je met ‘de verloren zoon’ een prachtig stuk in handen, waar veel kanten aan zitten. Je kunt immers ook spreken van ‘de verloren vader’ of ‘de verloren broer’. Rond Samson, ook een zangspel, komen geweld, religieus geweld en vredestichten aan de orde. Spannend. Dat soort verhalen moet je dan niet alleen door mannen of jongens laten spelen. Laat ‘de verloren zoon’ maar doen door een jongen en een meisje.”
Vaak staan bij liturgische liederen de tekstschrijvers voorop, maar is de componist niet minstens zo belangrijk? Je wordt vaak eerst geraakt door de muziek en de tekst is secundair. Franse chansons hoef je niet te verstaan en de Latijnse mis ook niet.
“Natuurlijk is dat zo. Muziek maakt de tekst. Je kunt prachtig teksten schrijven, maar als er geen muziek bij klinkt, gebeurt er verder niks mee. Je weet pas hoe een lied klinkt, als je zelf meemaakt hoe het in de liturgie werkt. ‘De weg die je goeddoet’ heb ik geschreven, wandelend in Schotland, gezongen bij het ziekbed van mijn broer Caspar, bij zijn uitvaart en daarna. Je kunt er wat aan hebben in een crisisachtige context. Dan werkt het. Door de muziek wordt zo’n tekst pas echt gedragen.”
Andries Govaart schrijft liederen voor de liturgie. Veel ervan zijn opgenomen in een van de – protestantse of katholieke – kerkelijke liedbundels.
De weg die je goeddoet (Skandalon, 540 blz., € 37,50; tot 1 mei € 32,50) bundelt 350 oudere en nieuwe liederen, vertaalde en oorspronkelijke. Ze zijn geworteld in de traditie en te zingen door mensen van nu. Veel van zijn liederen worden gezongen in zowel katholieke als protestantse liturgie. Een uniek onderdeel van Govaarts oeuvre vormen de pelgrimsliederen, zegeningen, en hymnen bij heiligenfeesten. De vele registers en handige indeling maken de bundel praktisch in gebruik.
Bij deze eenstemmige uitgave hoort de website www.andriesgovaart.nl (online vanaf 27 maart) met partituur, begeleiding of meerstemmigheid van 320 liederen, met onder meer achtergronden, audio en video.
Presentatie van de liedbundel vindt plaats op 27 maart. Opgeven via: presentatie@andriesgovaart.nl.
Andries Govaart, Breda 1954, is theoloog, liturgist, bibliodramabegeleider en tekstschrijver. Hij werkte als pastor en liturgisch toerustingswerker in het bisdom Utrecht en als docent liturgie bij Fontys Hogescholen. Hij heeft zijn eigen bureau voor 'tekst en toerusting voor ritueel en liturgie', www.anderszins.eu
Liedteksten bij Uit aarde, bij I Tess 1,9-10; 4,9-5,4.
Ruimte
Jij hebt een ruimte aangeraakt,
een stilte diep in mij van binnen,
ik kan een mens om niet beminnen.
Jij hebt een ruimte aangeraakt.Jij hebt een ruimte aangeraakt,
de dood heeft hier zijn macht verloren,
de afgoden zijn afgezworen.
Jij hebt een ruimte aangeraakt.Jij hebt ons ruim en licht gemaakt.
Wij hebben lief en leren delen,
jouw naam gaat rond, wij zingen, spelen.
Jij hebt ons ruim en licht gemaakt.Jij hebt ons ruim en licht gemaakt.
Wij werken, bidden, waken, dromen,
verwachten jou, want jij zult komen.
Jij hebt ons ruim en licht gemaaktJij hebt ons ruimte, licht bereid
en mocht de tijd ons overvallen:
de Eeuwige wacht op ons allen.
Jij hebt ons ruimte, licht bereid.Tekst: Andries Govaart / muziek: Arie Boers