In onze cultuur lijken de verschillen tussen mannen en vrouwen steeds kleiner te worden. Maar wacht even, klopt dat wel, zo vraagt Annemarie Scheerboom zich af. En doet het ons wel goed als we sekseverschillen ontkennen? Een huiselijk experiment met een verrassende uitkomst.
Door Annemarie van Diepen-Scheerboom
Mijn man en ik hebben afgelopen week eens goed gebruik gemaakt van de sekseongelijkheid hier in huis. Wie tegenwoordig durft te beweren dat moeders misschien beter hun aandacht op hun kinderen kunnen richten en vaders beter op hun werk, zal - volgende de gangbare opinie - vast een verknochte vrouwenhater zijn. Nou voel ik mij alles behalve een vrouwenhater, maar toch ga ik de sekseongelijkheid ter sprake brengen. Want ik ondervind nu aan den lijve dat ik als vrouw écht wel beter kan verzorgen en mijn man écht wel beter kan werken.
Verschillen
Kinderen kunnen moeiteloos verschillen tussen papa en mama aanwijzen. ‘Papa heeft een piemel en mama heeft een plasser’. Lichamelijke verschillen tussen man en vrouw zijn (over het algemeen) duidelijk. Maar hoe zit dat met ons bewustzijn van gedrag? Daar zijn de verschillen minder duidelijk aanwijsbaar. Lichamelijke geslachtskenmerken zijn aangeboren en zichtbaar, terwijl veel gedrag is aangeleerd. Daar zijn de verschillen tussen mannelijk en vrouwelijk minder helder. Dat heeft twee kanten.
Van de ene kant is ons gedrag dus niet vanzelfsprekend, natuurlijk of logisch: voor een deel is het cultuurbepaald. We gedragen ons vaak naar de wijze waarop het in onze cultureel wordt aangeleerd. Zo krijgen we in onze maatschappij te horen dat wat mannen doen, ook door vrouwen gedaan moet kunnen worden en omgekeerd Het onderscheid tussen typisch mannelijk en vrouwelijk, lijkt daarmee steeds meer te vervagen.
Van de andere kant is ons gedrag niet alleen een kwestie van cultuur. Zo ligt het mannelijke geslachtshormoon (testosteron) ten grondslag aan ‘mannelijk’ gedrag. Het ontbreken van testosteron zorgt ervoor dat vrouwelijke geslachtsorganen niet uitgroeiden tot mannelijke geslachtsorganen en een lager niveau van testosteron brengt meer ‘vrouwelijk’ gedrag teweeg. Dat gegeven is iets dat blijft, ondanks de cultuur waarin we opgroeien.
Geven
Mijn man en ik kwamen erachter dat hij veel taakgerichter is dan ik en dat ik juist veel mensgerichter ben dan hij. Maar omdat we ook kinderen van deze tijd zijn, waren we ons tot voor kort hier niet zo van bewust. Het gevolg was dat alles moest kunnen, als we het maar met elkaar afspraken. Op zich leek dat ook wel te werken, tot we via een training ontdekten dat mannen en vrouwen wel degelijk verschillen in hoe zij geven. Als mannen te veel op een vrouwelijke manier geven, vanuit het hart, raken zij uitgeput. En andersom raken vrouwen uitgeput als zij te veel vanuit daadkracht geven.
Gewapend met dit inzicht zijn we met ons ochtendriedeltje van 'de kinderen naar school krijgen' gaan experimenteren. Wat bleek? Als mijn man alle taakjes deed en ik de kinderen onder mijn hoeden nam, gedijden we beiden veel beter. Wat eerst geen probleem leek te zijn, bleek stiekem wel onnodig veel energie te slurpen.
Ik ondersteun de verschillenvolkomen en heb er ook boekjes over geschreven die ook in de bibliotheek van de Universiteit te vinden zijn. Lichamelijk man en vrouw zijn is iets anders dan mannelijk en vrouwelijk zijn dat in de ziel en psyche zit.
Het gebrek aan dit onderscheid levert veel verwarring op.
dit is wel zo voorbij alle geïnternaliseerde onderdrukking en opgedrongen rollen...jammer maar natuurlijk heeft iedereen de vrijheid vanuit eigen bril zogenaamde fundamentele algemene waarheden te verkondigen...