Gaandeweg ons leven ontwikkelen we een ego-persoonlijkheid. Maar dat is eerder een begin- dan een eindpunt van onze ontwikkeling. Het gevoel 'er klopt iets niet', of 'is dit alles?' kan ons op weg helpen. 'Je hart gaat zich openen.'
‘Don’t forget the nut, being so proud of the shell.
The body has its inward ways
the five senses. They crack open,
and the Friend is revealed.
Crack open the Friend, you become
the All-One.’
Rumi
('Vergeet de noot niet, trots als je bent op de schaal.
Het lichaam heeft zijn innerlijke wegen,
de vijf zintuigen. Ze kraken open,
en de Vriend wordt geopenbaard.
Open de Vriend, je wordt
de Al-Ene.')
Door Lenie van Schie
Mijn vroegste spirituele ervaringen had ik als jong kind, lang voordat ik dat woord kende, in de katholieke dorpskerk. Ik werd geraakt door de atmosfeer en Jezus werd mijn vriend. Maar toen de leringen van de kerk tot mij begonnen door te dringen en ik de schijnheiligheid zag, keerde ik die hele religie de rug toe. Ik ging op zoek naar diepere bronnen, verdiepte me in andere spirituele tradities. In de christelijke mystiek vond ik Jezus terug. Tijdens mijn studie sociale wetenschappen maakte ik kennis met de humanistische psychologie die me erg aansprak vanwege het principe van groei en ontwikkeling. In de Diamantbenadering, een hedendaagse spirituele school, vond ik een mij passend spiritueel pad en daar leerde ik over de Parel, de essentiële persoonlijkheid.
De Parel
Een jongeman wordt door zijn koninklijke ouders op een missie gestuurd, hij moet op zoek naar een schat. Zijn koninklijke kleding legt hij af, zo doet hij afstand van zijn afkomst. De ouders geven hem twee gidsen mee, een man en een vrouw. Zij reizen met hem mee door onbekende landen. De jongeman ontmoet nieuwe mensen, gaat steeds meer op in het aardse leven en zijn gidsen en hun raad verdwijnen steeds meer naar de achtergrond en zo vergeet hij zijn opdracht.
Ergens op zijn reis komt hij in een gebied aan zee waar een draak diep in de wateren woont. Die draak bewaakt een parel. Dan krijgt hij een droom, waarin zijn beide ouders verschijnen in al hun koninklijke regalia en ze spreken tot hem. Maar hij kan ze niet verstaan. Het volgende moment bevindt hij zich diep onder water en zwemt hij naar de zeebodem. Voor hij daar aankomt wordt hij wakker en staan zijn beide gidsen aan zijn bed. Dan realiseert hij zich weer dat hij een opdracht heeft: hij moet op zoek naar de schat en die op de zeebodem ligt, de parel in de klauwen van de draak. De jongenman gaat aan het werk, leert duiken en lang zonder adem onder water blijven. Ook observeert hij het gedrag van de draak, want om die parel te bemachtigen moet hij haar te slim af zijn. Hij ontdekte dat de draak in de nacht wakker is, maar altijd in de vroege ochtend valt ze in een diepe slaap. Zo lukt het de jongen de parel op te duiken.
In één verhaal geeft het soefisme – daar komt het oorspronkelijk vandaan – hier de zoektocht weer van de mens naar zijn ware persoonlijkheid. (En die mens kan ook een vrouw zijn of een non-binair persoon!)
De ego-persoonlijkheid
Als we op aarde komen zijn we nog één met Zijn, met Essentie, dat wat we in wezen zijn. We zijn onze koninklijke afkomst nog niet vergeten. Maar al in de loop van de eerste levensjaren ontwikkelen we een ego-persoonlijkheid: we ontdekken dat we een lichaam hebben, een entiteit zijn, vinden uit op welke manier we het meest geliefd zijn, hoe we het beste kunnen handelen. Zo ontstaat er als het ware een omhulling, een mantel, een schelp om je heen. Gedurende een zekere tijd vertoeven we in die schelp, en lange tijd denken we dat die schelp is wie we zijn, want: ‘Zo zit ik nu eenmaal in elkaar.’ Intussen groeien we, leren we van onze ervaringen, vormt en schuurt het leven ons. Ergens ontstaan dan de vragen: ‘Is dit alles wat er is?’ Er ontstaat een gevoel dat er iets niet klopt, dat we iets missen, zonder te weten wat dat dan precies is. We gaan op zoek, op zoek naar waar we vandaan komen, naar onze oorsprong.
De ego-persoonlijkheid is een eerste ontwikkelingsfase op ons pad, maar ze is zeker niet het einde. Ze biedt ons een basis en is tegelijkertijd ook een springplank naar verdere groei en ontwikkeling. Er zijn vele paden die ons op weg helpen. In de Diamantbenadering wordt de kennis uit verschillende spirituele tradities gecombineerd met de kennis uit de psychologie.
Kwaliteiten van Essentie
In de ontwikkeling van onze persoonlijkheid – zo ontdekte A.H. Almaas, de grondlegger van de Diamantbenadering – staan specifieke kwaliteiten van Essentie centraal. Ze bevinden zich in energiecentra in het lichaam, hebben een eigen kleur en ze initiëren de ontwikkeling in onze eerste levensjaren. Zo is de gouden kwaliteit van Essentie, de Versmeltende Liefde, dominant in de eerste maanden na de geboorte, waarin de baby in symbiose is met de moeder. De rode kwaliteit, Kracht, begint naar voren te komen in die periode waarin we ons losmaken van onze primaire verzorger. Deze zet het separatieproces in gang. De aanwezigheid van de kwaliteit Nieuwsgierigheid, de gele kwaliteit, zet ons al jong aan tot onderzoek en helpt ons in de verbinding met anderen. De kwaliteit Wil die wakker wordt rond het derde levensjaar, biedt ons steun in onze kwetsbaarheid.
Niet langer onze gedachten, maar ons hart is leidend
Rondom die kwaliteiten ontstaan diverse typische ego-aspecten, zoals de kracht om onszelf te beschermen en de ander te imponeren en onze wil om iets door te drijven. En velen onder ons raken, op zoek naar liefde, symbiotisch versmolten met een partner. Als we leren over de Essentiële Kwaliteiten, over onvoorwaardelijke Liefde, Kracht, Wil en andere, gaan zij ons helpen om de thema’s die we rond die kwaliteiten hebben ontwikkeld, te bevrijden. En zo kan de ego-persoonlijkheid transformeren naar de Essentiële Persoonlijkheid: de Parel van Essentie. Deze persoonlijkheid is invoelend en contactvol, zij kan grenzen stellen en voor zichzelf opkomen en weet zich te verhouden tot zijn omgeving. Niet langer onze gedachten, maar ons hart is leidend. Een dergelijke persoonlijkheid hebben we in deze tijd hard nodig.
Langs en door het hart
De weg naar de Essentiële Persoonlijkheid is een weg die voert langs en door het hart. Zelfonderzoek neemt je mee naar binnen. Vragen als: ‘Wat is het wat mijn hart ten diepste verlangt?’, brengen je dieper in contact met wat echt wezenlijk voor je is. Je hart gaat zich openen. Vaak ontmoet je daar als eerste het verdriet, de pijn omdat je niet gezien bent in wie je werkelijk bent. Voorbij die pijn, terwijl je je er al voelend doorheen beweegt, opent je hart zich verder en kom je in contact met diverse aspecten van liefde: compassie voor jezelf en anderen, persoonlijke liefde, de onvoorwaardelijke en de grenzeloze liefde. De gids op deze zoektocht is ook de liefde: het is de liefde voor de waarheid, en zo kom je alsmaar dieper in contact met wat voor jou wezenlijk van waarde is.