Een ongelukje zit in een klein hoekje, zeker met drie kleine kinderen. Maar Annemarie van Diepen en haar gezin laten zich niet van de wijs brengen.
Door Annemarie van Diepen-Scheerboom
‘Auuuuuuuu!’ klonk het uit de andere hotelkamer. Een vreselijk gegil van onze kleuter. Mijn man was net onze dreumes op de wc aan het zetten, dus ik stoof er naartoe. Wat bleek? Een enorme tafel, zo een die je over het tweepersoonsbed kan schuiven, was op het kleutervoetje gevallen. Het deed blijkbaar zo veel pijn dat hij na vijf minuten nog steeds aan het gillen was. Terwijl hij inmiddels al met zijn pootje onder een koude kraan was gezet. Alleen een Pokémonfilmpje kreeg hem uiteindelijk stil. Een pijnlijke tegenvaller tijdens de vakantie, maar door de veerkracht van een kind gelukkig niet meer dan dat.
Dik en blauw
In het hotel was er iemand zo vriendelijk om even naar het zere pootje te kijken. Inmiddels was hij namelijk helemaal dik en blauw. Schuw keek onze zoon naar deze meneer. Geen wonder, ik zou me ook heel kwetsbaar voelen als ik niet eens fatsoenlijk weg kon rennen als dat nodig mocht zijn. Deze vriendelijke meneer had ons zoontje uiteindelijk zo ver gekregen om te proberen een stapje te lopen. ‘Auwauwauwauww!’ klonk het gelijk. Hij ging snel weer zitten. Het deed te veel pijn om erop te staan. Deze meneer en zijn vrouw, die assistente is bij een huisarts, stelden ons gerust: het zou best kunnen dat er alleen een grote kneuzing had plaatsgevonden. Mocht hij de dag erna nou alsnog te veel pijn hebben bij een stapje, dan waren we nog steeds op tijd om naar het ziekenhuis te gaan. Wij hoopten natuurlijk op ‘slechts’ een flinke kneuzing.
De dag erna deden de kleine stapjes nog steeds te veel pijn, dus vervolgens waren mijn man en mannetje een hele dag weg vanwege het ziekenhuisbezoek. Resultaat van dit bezoekje was dat kleine Daniël ingegipst met kinderkrukken en kinderrolstoel en al terugkwam. Hij was in het ziekenhuis wel wat verdrietig geweest, maar gelukkig had hij wel een hele lekkere stroopwafel gegeten met zijn papa. De volgende dag hebben we de rolstoel even goed getest: kleuter erin met zijn voetje hoog. Daar kon best nog een dreumes bovenop én een kleuter achter op de voetsteunen. In Limburg betekent dit dat we lekker van de heuvels af crosten. Dat vonden de ouders trouwens leuker dan de kinderen, maar toch.
Als een zeehondje
Na een weekje al mocht Daniël nieuw gips: dit keer loopgips dat ook nat mocht worden. Ons tweede deel van de vakantie hebben we in een klooster vlakbij zee doorgebracht. Een gebroken pootje betekent niet dat je niet als een zeehondje in de golven kan liggen. Die jongen had de tijd van zijn leven. Lopen deed nog wel pijn, maar hij begon het steeds meer te doen. Het verlangen om lekker te rennen maakt het ook zo aantrekkelijk om het steeds weer te blijven proberen.
Zoals kinderen
Ik heb hem geen een keer horen zeuren. Hij zei wel een keer dat het niet eerlijk is dat alleen hij niet kon lopen, maar we hoefden vervolgens niet allemaal een voetje te laten breken. Gelukkig. Dat we allemaal maar wat meer zoals kinderen mogen zijn. Ook in tijden dat we letterlijk of figuurlijk iets breken.