Verbijsterend dat een groot deel van de jongeren in Groot-Brittannië, die nu hun woede en frustratie uiten over de Brexit, níet ging stemmen. Hoe komt dat vraagt Erik Borgman zich af. Dachten zij werkelijk dat politiek alleen iets was van hun ‘saaie ouders’? Hebben wij ouderen onze kinderen en kleinkinderen wel voldoende bijgebracht dat zij, naar vermogen, mede verantwoordelijkheid dragen voor dat wat hun privéwereld en persoonlijke besognes overstijgt?
Door Erik Borgman
Een van de meest verbijsterende aspecten van de Brexit is voor mij de woede. Niet de woede van het ‘remain-kamp’ dat daags na de stemming nipt verloren bleek te hebben, terwijl het ’s avonds nog meende op winst te kunnen rekenen. Die woede begrijp ik heel goed. Mij overvalt regelmatig een diepe teleurstelling en wanhoop als ik moet aanzien hoe mensen weigeren te vertrouwen op onderbouwde analyses en in plaats daarvan hun onderbuikgevoelens volgen. Bij mij vertaalt deze woede zich in angst. Op grond waarvan worden diep ingrijpende beslissingen in onze wereld eigenlijk genomen? Door politici – David Cameron die het referendum uitschreef omdat hij dacht daarmee zijn positie te kunnen verbeteren. En door het volk dat zijn onlustgevoelens op de EU projecteert. Ik vind het doodeng om op deze manier een speelbal te zijn.
Echt verbijsterend is voor mij de woede van de stemgerechtigde jongeren die tegen de Brexit zijn maar niet gingen stemmen. Nu willen zij dat het referendum wordt overgedaan. Zijn zij slachtoffer van hun eigen cynisme? Dachten zij dat de ophef alleen maar een poging was van de krantenmagnaten om meer kranten te verkopen of een truc van politici om mensen het gevoel te geven dat zij belangrijk werk doen? Konden zij niet zien dat het referendum over een echte vraag ging, totdat het ineens echte gevolgen dreigt te krijgen?
Saaie ouders
Joanne Moorhead, de hoofdredactrice van het Engelste tijdschrift The Tablet schrijft in een column dat haar dochters tot nu toe geloofden dat politiek iets was waarmee hun saaie ouders de conversatie onderbraken over zaken die echt van belang zijn: de volgende vakantiebestemming, het laatste concert van Rihanna en de recente ontwikkelingen in de jongste aflevering van hun favoriete reality show. Moorhead verklaart hun desinteresse uit het feit dat de politiek ook veel minder invloed heeft op hun leven dan zij had op dat van de generatie van haar ouders kort na de oorlog en dat van haarzelf in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw.
Daar zit zeker iets in. Maar heeft onze generatie voldoende geprobeerd door te geven wat wij in onze eigen geschiedenis hebben geleerd? Ik bedoel niet dat Moorhead haar dochters beter had moeten opvoeden, maar de vraag is of wij collectief niet veel te bang zijn geworden bij jongere generaties als ‘saai’ te boek te staan. En of we daarmee niet onze verantwoordelijkheid ontlopen en eraan bijdragen dat zij hun verantwoordelijkheid niet ontdekken. Als leerlingen de lessen die ze krijgen saai vinden, dan moet daar volgens de verantwoordelijken nodig iets aan worden gedaan – aan die colleges, niet aan hun vermogen het spannende te ontdekken in het saaie. Als televisiekijkers aangeven dat de gegeven informatie gecompliceerd is, dan wordt het journaal aangepast zodat de kijkers vooral niet het idee krijgen dat zijzelf hun kennis moeten bijspijkeren.
Koers van ons leven
Misschien is de hamvraag: zeggen wij nog wel eens tegen onze kinderen en kleinkinderen, onze leerlingen en studenten – of tegen onszelf! – dat het laatste optreden van welke artiest, sportvrouw of -man dan ook, niet hetzelfde belang heeft als de discussie over de toekomst van de Europese Unie? En dat daarom het al dan niet kennisnemen van de faits divers van de populaire cultuur iets is wat je kunt doen of kunt laten, al naar gelang je persoonlijke voorkeur, maar dat het tot ieders onvervreemdbare verantwoordelijkheid behoort naar vermogen kennis te hebben en inzicht te ontwikkelen in dat wat de koers van ons leven en dat van anderen bepaalt?
Moorhead beschouwt de bewustwording van het belang van de politiek bij de generatie van haar dochters als een geluk bij een - ook voor haar - groot ongeluk: dat van de Brexit. Zelf hoop ik dat dit een opstapje is naar de herontdekking van een fundamentele waarheid. De Europese Unie ontstond mede vanuit het inzicht, opgedaan in de voorafgaande eeuwen en onontkoombaar aan het licht gekomen tijdens de Tweede Wereldoorlog, dat menselijke waardigheid ondeelbaar is. Waar stelselmatig geprobeerd wordt groepen mensen uit te sluiten en zelfs uit te roeien, wordt iedereen met minachting, uitsluiting en dood bedreigd. Dat ons eigen lot dus op het spel staat in wat er met de vluchtelingen gebeurt, evenzeer als ons eigen lot op het spel staat in hetgeen er met onze natuurlijke omgeving gebeurt.
Weduwe, wees en vreemdeling
Omdat we niet leven vanuit de goddelijke opdracht om – in Bijbelse termen – te zorgen voor de weduwe, wees en vreemdeling, ontdekken we dat wij straks zelf misschien wel weduwen, wezen en vreemdelingen zullen zijn die aan ons lot worden overgelaten. Het antwoord op deze angst is niet alle concurrerende weduwen, wezen en vreemdelingen te elimineren, of minstens te zorgen dat wij niets met hen te maken krijgen. Het enig steekhoudende antwoord is de herontdekking van de onvervreemdbare verantwoordelijkheid om mensen in hun zwakte, hun behoeftigheid en hun ontheemding te zien en serieus te nemen. Zoals we weten dat het voor onszelf nodig is serieus te worden genomen.