Veertig miljoen mensen voorziet Oekraïne van graan, in de meeste gevallen hun basisvoedsel. Vóór de oorlog in Oekraïne wist Erik Borgman dat niet en ook tijdens de oorlog drong het maar langzaam tot hem door. Is dat geen reden om te breken met de logica van de dood en de vrede te zoeken, vraagt hij zich af, als de ruimte waar het leven gediend wordt.
Door Erik Borgman
Over de moeilijkheden om het Oekraïense graan te oogsten en het land uit te krijgen, werd aanvankelijk gesproken alsof het onvermijdelijke collateral damage van de oorlog was. Vervolgens werd vooral Rusland beschuldigd, dat het de toegang tot de Oekraïense havens in de Zwarte Zee zou blokkeren. Waarop Rusland riposteerde dat het toch niet vreemd is om de mogelijke wapentoevoer van een tegenstander te blokkeren en dat Oekraïne zelf deze havens met mijnen ontoegankelijk had gemaakt om een Russische aanval te voorkomen.
Logica van de oorlog
Nu ligt er een akkoord dat het mogelijk maakt het Oekraïense graan het land uit te krijgen. Secretaris-generaal António Guterres van de Verenigde Naties noemde het een akkoord met het oog op de wereld. Als het dat inderdaad is, geeft het te denken.
Het is niet vreemd dat oorlogvoerende partijen elkaar de schuld geven van problemen. Het is, zo valt te vrezen, ook niet vreemd dat degenen die onder deze problemen te lijden hebben maar marginaal in beeld komen. Dat is wat oorlog doet: het plaatst alles in functie van de strijd.
Alles verliest zijn intrinsieke waarde en wordt een wapen of een strategisch doel. Dat geldt voor huizen en steden, fabrieken en ziekenhuizen, en ook voor voedsel. Precies hieruit blijkt dat oorlog een kwaad is. Intrinsiek. Dat hoe groot het kwaad ook is dat een oorlogvoerende partij probeert te bestrijden, het kwaad van de oorlog alles dreigt te overschaduwen.
Rechtvaardige oorlog
Ik geloof, met de hoofdstroom van de christelijke traditie, dat er situaties zijn die het rechtvaardigen om naar de wapens te grijpen. Ik wil niet van het idee van een rechtvaardige oorlog af. Zeker, daar is vaak misbruik van gemaakt, maar dat misbruik valt aan te tonen. Van buitenaf een land aanvallen om er een dictator te verjagen en er de democratie te vestigen, zoals Amerika en zijn bondgenoten destijds in Irak probeerden, waaronder op een halfhartige manier Nederland, valt niet onder de categorie ‘rechtvaardige oorlog’. Ook al werd en wordt dat wel beweerd.
Maar ook wanneer het opnemen van de wapens te rechtvaardigen valt, is het zaak onmiddellijk te gaan werken aan rechtvaardige vrede. Dat wil zeggen: een zo rechtvaardig mogelijke vrede die de gewapende strijd niet langer als de enige uitweg laat verschijnen. Om de fnuikende logica van de oorlog te doorbreken.
Deel van de oorlog
Daarom is zo kwalijk dat het Westen nog altijd weinig anders weet uit te brengen dan: ‘Hup, Oekraïne! Jullie strijd is onze strijd en wij zullen jullie helpen die te winnen, zoveel als in ons vermogen ligt.’ Op deze manier maken wij niet alleen onszelf deel van de oorlog, maar maken we het steeds moeilijker om Oekraïne niet te beschouwen als een verzameling oorlogsdoelen.
Wij hadden er, zo blijkt nu, vanuit het Westen ook op kunnen wijzen dat Oekraïne meer is dan een land in oorlog dat zijn waarde alleen kan bewijzen door deze oorlog te winnen. We hadden erop kunnen wijzen dat Oekraïne als graanproducent van groot belang is voor grote groepen mensen in de wereld.
Hadden wij deze rol niet centraal moeten stellen en moeten zeggen: ‘Wij zullen jullie zoveel in ons vermogen ligt helpen bij het beschermen van jullie graanproductie en de distributie van het geproduceerde graan’?
Leven brengen
BBC World toont regelmatig een fragment uit een interview met de Oekraïense president Volodymyr Zelenski, waarin deze zegt: ‘Zij zullen ons doden, maar zij zullen zelf ook sterven’, They will kill us, but they will also die. Dat is de hopeloze logica van een voortgaande oorlog: dood en verderf worden met dood en verderf bestreden, in de hoop dat de tegenstander niet langer bereid of in staat is de noodzakelijke offers te brengen. Zo verschijnt het neerleggen van de wapens als een nederlaag die beide partijen proberen te voorkomen.
Dat zou veranderen als de boodschap zou kunnen zijn: They will kill us, but we will go on bringing life, zij zullen ons doden maar wij gaan verder met het geven van leven. Wij verbouwen en oogsten ons graan, ook al is het gevaarlijk. Wij transporteren het naar de gebieden van de wereld waar de mensen er afhankelijk van zijn, met steun van bondgenoten die niet zwelgen in het zaaien van dood en verderf, maar het leven willen dienen.
Voedsel is geen wapen. De inzet van wapens is alleen maar te rechtvaardigen als het helpt mensen te voeden.
Werken aan vrede
Hiermee is ook gezegd dat door de gerichtheid op het brengen van leven de strijd niet direct beëindigd zal worden. Het is mogelijk dat het Westen moet doorgaan met het beschikbaar stellen van wapens. Maar het absolute geloof in de meedogenloze logica van het geweld is doorbroken.
Zo wordt het opnieuw denkbaar om met deze logica te breken. Het wordt duidelijk dat aan vrede dient te worden gewerkt, omdat vrede de ruimte is waarin het leven wordt gediend. Niet de overwinning van de ene partij op de andere die slechts duurt totdat deze zich sterk genoeg voelt om de strijd opnieuw aan te gaan. We kunnen wel doen alsof, maar de wereldgeschiedenis is geen spelletje Stratego. De wereldgeschiedenis is de tijd die wij krijgen om mee te bouwen aan het nieuwe Jeruzalem, waar shalom heerst: vrede, recht, leven.