Het conflict bij voetbalclub Bladella is onze samenleving ten voeten uit, zegt René Grotenhuis. Als in een moderne zedenschets staan partijen verongelijkt tegenover elkaar; niet bereid tot relativering van het eigen perspectief; zonder oog voor het grote geheel. En de voetballertjes? Zij zijn letterlijk kind van de rekening. Wat hier mist is liefde als maatschappelijke deugd: empathie, barmhartigheid, hartelijkheid, vergeving. Precies dat kunnen christenen inbrengen in het maatschappelijk debat.
De afgelopen dagen had ik te doen met de vier voetballertjes van voetbalclub Bladella in Bladel. Ze zijn als lid geroyeerd omdat ze niet de afgesproken 15 loten hadden verkocht en hun ouders weigerden de niet verkochte loten alsnog te betalen. De ouders weigerden zich neer te leggen bij het besluit van de ledenvergadering van de club en het bestuur zou handhaven. En dus mogen de jongetjes niet meer op woensdag naar de training en op zaterdag een potje voetballen.
Ik kijk ernaar als naar een zedenschets van onze samenleving, waarbij iedereen opgesloten zit in zijn eigen gelijk en meent het volste recht te hebben te doen en te vinden wat hij doet en vindt.
Vuur uit de sloffen
Het begint bij de ledenvergadering. Ik kan me zo voorstellen hoe dat gaat. Ledenvergaderingen zijn bijeenkomsten van de trouwe en actieve leden. Het zijn de mensen die het vuur uit de sloffen lopen voor de club als lid van de jeugdcommissie, als elftalbegeleider die op zaterdagochtend om acht uur klaar staat om met zijn elftal naar de uitwedstrijd te rijden, als vrijwilliger achter de bar. Dat is nog eens wat anders dan die ouders die hun kind komen afleveren en snel weer naar huis vertrekken. Ze hebben er op de ledenvergadering genoeg van, van die free riders die hen het werk laten opknappen. Daar moet maar eens iets aan gedaan worden: ‘Elk jeugdlid kan toch wel minstens vijftien loten verkopen en als dat niet lukt, dan passen de ouders maar bij. Doen ze tenminste ook iets voor hun club.’
Omdat alle aanwezigen dat gevoel wel kennen dat zij zich het vuur uit de sloffen lopen terwijl anderen er de kantjes van aflopen, krijgt dat voorstel ruime steun. En uiteraard hoort daar dan een krachtdadige sanctie bij: royement.
Principekwestie
De ouders trekken zich niets aan van het besluit van de ledenvergadering: dat willen we nog wel eens zien. Verenigingsdemocratie is niet aan hen besteed. Zij maken zelf wel uit wat rechtvaardig is. Dat het zo besloten is betekent nog niet dat zij zich daaraan moeten houden. Hun kinderen komen om te voetballen en niet om loten te verkopen en het is onterecht dat zij daarvoor nu moeten opdraaien. Dan moet de vereniging maar andere manieren vinden om aan zijn geld te komen, maar niet op deze manier, door hen te laten betalen. En ze maken er gelijk een principekwestie van. Voorstellen van het bestuur om andere klusjes te doen om zo een bijdrage te leveren aan de vereniging wijzen ze af. Ze zullen dit uitvechten omdat ze vinden dat ze gelijk hebben.
Het sluitstuk van dat alles, zoals dat inmiddels onvermijdelijk is, is een sociale media storm waarin iedereen een oordeel heeft en zichzelf als rechter aanstelt in dit conflict. Het bestuur wordt voor rotte vis en erger uitgemaakt en zelfs bedreigd.
En de vier jongens zitten waarschijnlijk nog thuis, ingeklemd tussen een vereniging die niet van wijken wil weten en ouders die hun opvatting van wat rechtvaardig is principieel verdedigen.
Moderne zedenschets
Er zijn voor mij een paar redenen om het te zien als een moderne zedenschets. Allereerst vanwege de verongelijktheid van de actieve leden op de ledenvergadering: ‘Wij doen alles en zij doen niks.’ Ze zullen zich niet afvragen of de ouders van de voetballende kinderen misschien actief zijn als leesmoeder op school, een flinke taak hebben als mantelzorger of bij de voedselbank hun beste beentje voorzetten. Zij zijn niet geïnteresseerd in het leven van anderen en zien vooral het onrecht dat henzelf wordt aangedaan. Vervolgens neemt men een krachtdadig besluit inclusief harde sancties (anders tel je niet meer mee) zonder zich te realiseren of je die uiteindelijk ook kunt uitvoeren zonder schade.
En dan zijn de ouders bereid om over de rug van hun kind het gevecht met het bestuur aan te gaan omdat hen onrecht is aangedaan. Kinderen zijn dan (zoals bij vechtscheidingen) slechts een pion in het schaakspel van het eigen onrecht dat rechtgezet moet worden. En tot slot zijn we graag rechter over anderen en liefst zonder dat we verplicht zijn aan waarheidsvinding te doen: hoe zo waarheid? Ik kan daar ook zo wel over oordelen.
Liefde
Paus Benedictus XVI schreef in de encycliek Caritas in Veritate dat ook de meest rechtvaardige samenleving niet zonder liefde kan. En liefde staat voor empathie, barmhartigheid, hartelijkheid, vergeving. Juist door het begrip liefde te koppelen aan samenleving, voegt Benedictus twee begrippen samen die steeds verder uit elkaar zijn gaan lopen. Liefde is iets dat we reserveren voor onze persoonlijke en intieme relaties, onze partners, onze familie. Liefde is inmiddels datgene geworden dat kan ontstaan als alles goed gaat, als we onszelf isoleren van alles wat er op de wereld gebeurt, als we een cocon creëren waarin we ons samen kunnen nestelen.
In de christelijke traditie staat de liefde midden in het leven en de ellende. Ze is de grootste en enige kracht om de ellende te overwinnen. Het is de liefde die het kruis (het grootste onrecht) overwint en het leven mogelijk maakt. De liefde van Jezus Christus komt niet aan het licht als het allemaal goed is afgelopen, maar als het in de uren van vervolging en dood, erop aan komt.
We komen er niet als we onze maatschappelijke verhoudingen bouwen op het recht en onze intieme verhoudingen bouwen op liefde. Het is één van de bijdragen die christenen kunnen leveren aan het maatschappelijk debat: ze kunnen de liefde als maatschappelijke kracht voor het voetlicht te brengen. Jezus Christus heeft het ons voorgeleefd, Benedictus legde dat helder en overtuigend uit, Franciscus brengt het in praktijk. Wat houdt ons tegen?
Mooi geschreven. Je raakt de kern, mijn kern. Dank!