Het Onze Vader is misschien wel het bekendste gebed uit de christelijke traditie. Het is het enige gebed, dat Jezus zijn leerlingen heeft nagalaten. ‘We mogen het Onze Vader met recht het oergebed van de christelijke traditie noemen,’ aldus theoloog Franck Ploum, auteur van het boek Onze Vader: Wat zeg je? Reisleider bij een oergebed.
Door Paulien van Bohemen
Al generaties lang zijn christenen vertrouwd met het Onze Vader. Het gebed klinkt op vele plekken en momenten: in kerkvieringen, maar ook thuis bij de maaltijd of voor het slapengaan. Mensen met dementie bidden het Onze Vader vaak zó mee. Eind 2016 is in het Nederlands taalgebied van de rooms-katholieke kerk een kleine aanpassing doorgevoerd van het Onze Vader (zie kader). Ploum heeft in zijn boek verschillende varianten en vertalingen van de Onze Vader tekst opgenomen.
Ploum gaat op zoek naar nieuwe betekenissen in het Onze Vader. Leidraad bij zijn zoektocht vormen de kernwoorden uit het Onze Vader: God, hemel, heiligen, koninkrijk, wil, brood, schuld, vergeving, beproeving, goed en kwaad, toekomst. Basis van het boek vormen vieringen van de geloofsgemeenschap Ekklesia Breda waarin steeds een sleutelwoord uit het Onze Vader centraal stond.
Bij elk woord biedt de auteur teksten aan voor persoonlijk gebruik of gebruik in vieringen, zoals Bijbelteksten, gebeden en korte meditatieve overwegingen.
De overwegingen vallen wat tegen. De inhoud is nogal voor de hand liggend. In de overweging over brood bijvoorbeeld roept Ploum op om te zorgen voor voldoende brood voor allen. En bij het thema schuld vraagt hij om elkaar te blijven vergeven. Wisten we dat nog niet? Geven zulke gedachten écht nieuwe betekenis aan het Onze Vader? Of hebben we het gewoon nodig om hier steeds aan herinnerd te worden?
De teksten ‘Aan Tafel’ zijn bruikbaar als gebeden voorafgaand aan het delen van brood in een viering of thuis. Ze zijn poëtisch geschreven en daarmee geven ze het boek een meditatief tintje.
Franck Ploum, Onze Vader: Wat zeg je? Reisleider bij een oergebed, Uitgeverij Abdij van Berne, 128 blz., €14,90
Vlaamse en Nederlandse katholieken baden tot voor kort een iets verschillende versie van het Onze Vader. Die verschillen zijn eind 2016 rechtgetrokken. De nieuwe vertaling voor heel het Nederlands taalgebied is nu als volgt:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade.
Opvallend overigens is dat de belangrijkste aanpassing een zinsnede betreft die in beide versies al gelijkluidend was: ‘leid ons niet in bekoring’ heet nu: ‘breng ons niet in beproeving’.
Lees verder de uitleg van Marcel Poorthuis, medeauteur van een boek over de joodse achtergronden van het Onze Vader.
'Alles heeft zijn uur, alle dingen onder de hemel hebben hun tijd' leert ons Prediker 3 vers 1. Dat geldt natuurlijk ook het gebruik van het Onze Vader, dat hoofdzakelijk een smeekgebed is van iemand met een groot verlangen naar gelukkig, harmonieus leven enz. Het spreekt die verlangens uit, maar doet er verder niets aan om die verlangens te bevredigen. Alles wordt de facto in Gods hand gelegd, terwijl wij wachten op Zijn ingrijpen.
Is dat het optimale gebed? Bewerkstelligt het dus de ultieme gebedshouding? Met zekerheid valt daarover niets te zeggen. Wel mogen we wellicht aansluiten bij wat Zenboeddhisten en de oudste kluizenaars/monniken (de Woestijnvaders in het voetspoor van de profeet Elia, Johannes de Doper, Jezus van Nazareth, Antonius de Grote, Basilius, Evagrios Pontikos enz. enz.) ons nog steeds leren: wij roepen veel ongemak c.q. lijden over onszelf af door onze begeerten/verlangens te voeden en te koesteren. Het ware geluk vinden we pas als we volkomen leven in het hier-en-nu, weg van de focus op onszelf, onze besognes en ongeregelde gehechtheden. Ons enig juiste levensontwerp zou moeten zijn: vertoeven in de voortdurende aanwezigheid van onze geliefde Heer (G'd) en meester c.s. (ofwel in de zgn. 'staat der engelen en heiligen') en van daaruit acterend in de wereld.
Het ware gebed begint dus pas - zo leerde mij althans het leven - als we alle gebedsformules voorbij zijn, en ons bijna ongemerkt maar vanzelfsprekend in Jezus/G'ds nabijheid weten. Dat vergt veel oefening - een monnikenleven lang - en dus een vastberaden levensordening, zelfdiscipline, onthechting aan alles dat afleidt van het volkomen liefdevol en alert present, aanwezig zijn in het hier-en-nu.
Als dat eeuwenoude inzicht waar is én dus van levensbelang, dan vraag ik me toch af: waarom promoot de kerk, de geloofsgemeenschap en wij dan niet bij voorrang de vastberaden levensordening, zelfdiscipline plus ultieme onthechting aan wat ons afleidt, afhoudt van het ware geluk (liefdevol in G'ds nabijheid vertoeven), maar doet ze alsof we volkomen onmachtig, alleen maar ons verlangen moeten en kunnen continueren dat nu juist het zijn in het hier-en-nu EN ons ware geluk en roeping dus(!) tegenwerkt?
Ik weet het niet, maar krijg op mijn oude dag toch steeds meer de indruk dat m.n. de westerse c.q. roomse kerk c.s.. wel erg ver is afgedwaald van de oorspronkelijke Blijde boodschap die een Weg ('methode' of handleiding) naar bekering, verlossing, verlichting wilde zijn. Ook nu nog biedt ze slechts: 'stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw', met als belangrijkste representant nog steeds het Onze Vader.
Waarom dus nog steeds grote aandacht vragen voor genoemd smeekgebed, terwijl er juist werk aan de winkel is, en we eraan zouden moeten werken dat Christus woont (gaat wonen) in jou en mij, in miljardenvoud, via echt gebed, meditatie en zelfdiscipline (mentaal en fysiek)? Heeft men, hebben wij echt niets beters te doen?
Opmerkelijke pertinente vraag.
De huidige exegese duidt het gebed wel geheel anders. Met name stelt het in het kader van de verkondiging die elke Evangelie plaatst in een specifieke gemeenschap met haar specifieke problematiek.
Het verwijst de redactoren naar verkondigers die geen rechtstreekse getuigen waren van Jezus optreden en die met typisch Joodse stijlfiguren, Midrash genoemd, verhalen vertelden die inspeelden op actuele, lokale problemen. Steeds nog vertrekkend vanuit een antiek, Hebreeuws( Rabbijns) wereld en Gods beeld.
In die zin ,als zou het Jezus zelf geweest zijn die dit gebed gegeven heeft, is de inhoud inhoudsloos geworden, een antieke vorm van gebed voor antieke mensen en zeker niet voor de huidige gelovige.
Duidelijk is dat voor het individuele gebed of het communale een hertaling zeker zich opdringt tenzij men eeuwig in de oude, historische denktrand verder wil blijven vieren.
Wensen we te leven in een Levende Traditie met vormen en gebeden die aanspreekbaar zijn en relevant voor de mens van heden dan is er inderdaad nog veel werk aan de winkel in de lokale gemeenschappen.
Groetjes