Transsubstantiatie - verandering van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus. Moeilijk? De Vlaamse ex-katholieke schrijfster Kristien Hemmerechts kan zich nog enorm opwinden over "die onzin". En als talkshowhost op tv moet je het onderwerp snel skippen wil je je kijkers niet verliezen. Maar is het nu werkelijk zo ingewikkeld? Dagelijks vindt er een soort onheilige transsubstantiatie plaats wanneer we drank en voedsel tot ons nemen en zo ons lichaam opbouwen. Tel daarbij op dat uw diepste wezen 'de Christus in u' is. Hoe moeilijk kan het dan zijn?
Door Lisette Thooft
Laat ik nou toch ineens die hele transsubstantiatie hebben begrepen! Althans voor mijn gevoel. Dat kwam zo.
Onlangs mocht ik meepraten voor het programma Jacobine op Zondag – het wordt pas op 8 januari 2017 uitgezonden, maar de opnamen waren eerder. De beroemde Vlaamse schrijfster Kristien Hemmerechts zat tegenover me aan tafel als gast en er waren ook nog twee zeer leuke dominees. Het ging over de toekomst van de kerk. Ik zat er natuurlijk als nieuwe spiritueel en ik legde vooral de nadruk op beleving en gevoel. Ik vind de kerk vooral zo sáái, omdat het allemaal in je hoofd moet gebeuren, met veel gedenk en gepraat en zo weinig mystieke ervaringen. Tegen de tijd dat ze op posters kunnen zetten: “Geloven doe je in de kerk. Voelen ook” of nog beter “Geloven doe je in de kerk. God ervaren ook…” dan kom ik op een holletje terug.
Fel van leer
Hemmerechts zat er als Vlaamse ex-katholiek. In Vlaanderen verdwijnen mensen kennelijk stilzwijgend uit het rijke roomse leven; er wordt niet over gepraat, maar de kerken lopen keihard leeg. Ze trok tamelijk fel van leer tegen de transsubstantiatie: dat het zo’n onzin was, en dat mensen daarin toch niet meer kunnen geloven.
Jacobine knikte begrijpend maar zei daarna ferm: “Die transsubstantiatie parkeren we.” Dat snapte ik wel, want voor protestanten is het natuurlijk niet zo’n heet hangijzer, het geloof dat een hostie en miswijn wat substantie betreft (wat je officieel ook weer moet onderscheiden van hun verschijningsvorm) echt, concreet, in Christus veranderen.
Enfin we praatten verder en ik vond het gepast te memoreren wat ik van mijn spirituele leermeester Barry Long had begrepen. Als Christus zegt: “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven”, dan moet je hem dat eigenlijk nazeggen. Want als je in jezelf zoekt, en nog beter zoekt en nog dieper, onder alle maskers en emoties en oude pijn en zelfzucht, dan vind je daar de waarheid, het leven zelf, dezelfde scheppende leegte die het universum geschapen heeft. Wat ze in de theosofie en de antroposofie het christusbewustzijn noemen, de ‘Christus in u’. In het boeddhisme heet dat de boeddhanatuur. Die elk mens in principe heeft – alleen zit er bij de meesten van ons zoveel ruis op dat we er doorgaans niet aan toe komen.
Fles wijn
Ook daar werd niet bij stilgestaan. Maar het was toch een fijn gesprek. Aan het eind kregen we allemaal een fles wijn mee naar huis. Ik heb een jaar of tien alcohol-loos geleefd, maar tegenwoordig vind ik wijn weer heerlijk. Met de fles in mijn handen mompelde ik, terwijl ik naar de parkeergarage liep: “Nou ik zal mijn best doen hem te veranderen in het bloed van Christus, hoor.”
In de auto op weg naar huis besefte ik dat er een kwartje was gevallen. Ik begreep de transsubstantiatie!
Ga maar na. Mijn lichaam bestaat concreet, letterlijk, uit het voedsel en de drank die ik tot mij heb genomen. Daar is al van een soort onheilige transsubstantiatie sprake: wat ik eet, en alles wat ik eet komt uit de Aarde, verandert in mij, in Lisette. In de antroposofie is het idee dat planten en dieren het heerlijk vinden om door ons opgegeten te worden, want dan komen ze toch op een iets hoger plan van bewustzijn terecht, dan worden ze deel van een Mens.
Dus als ik mijn christusbewustzijn heb geactiveerd – Deo volente, in dit leven of een volgend – verandert alles wat ik eet in Christus.
En iedereen is bezig om langzaam maar zeker, door alle strijd en tragedie en ontwaken heen, ons diepste wezen, het christusbewustzijn, te activeren. Tegen de tijd dat we als mensheid massaal die grote ontwikkelingsweg van het bewustzijn gegaan zijn, heiligen we de Aarde. Letterlijk.
In de jaren 50 werd de theologische theorie van de transsubstantiatie apart van de reguliere theologielesssen van onze orde uiteengezet. We begrepen, dat de term "substantia" iets anders betekende dan het Hollandse woord "substantie", synoniem aan "materiaal". Voor de wijsgerige betekenis moesten we zijn bij Aristoteles. Een kapucijner magister doctor en een andere hooggeleerde, een jezuïet, hebben andere taal gesproken over die merkwaardige woorden van Jezus over brood en wijn en zijn lichaam en bloed. gaat het niet om aan het alledaagse van brood en drank (wijn, koffie, water) een andere betekenis te geven. Zoiets als elk geschenk dat meer is dan het zilver of steen dat het materialiter is. Lichaam is al geen substantie in de zin van materiaal. Lees onder velen Merleau-Ponty. Het is wel heel naïef om het materiaal brood of wijn te zien veranderen in lichaam en bloed, nog te vergelijken met het verwerken van ons voedsel. Alleen al dit onderscheid. Is bloed naast vele andere vochten niet een deel van het lichaam. Nogmaals, voor u en mij is het lichamelijke van het menselijk bestaan niet een soort materie. In de uitzonderlijke situatie van een zware operatie wordt het lichamelijke van mijn bestaan voor een uur of zes gereduceerd tot iets wat eerder "corpus" mag heten. de dames chirurgen benutten die tijd om een reeks omleidingen rond het hart aan te brengen. De religieuze context van avondmaal/ eucharistie vraagt een geheel andere taal dan die van de biologie. Ik bemerk snippertjes van het oude misverstand in deze hier besproken tekst. De laatste aliena, zwaar van gedachte, zal wel het betere antwoord zijn. Maar ook nu weer: kan men het kerkvolk niet in eenvoudiger woorden verdietsen wat die woorden van Jezus kunnen betekenen. Parkeren van de theorie spreekt me wel aan. Dat deed de studieleiding in de verre jaren ook. Komisch was wel, dat deze lector een medebroeder was die doctor in de natuurwetenschap was.
Ik denk toch dat het juist wel gaat om het heiligen van het alledaagse. Daar gaat alle religie om.
"In de antroposofie is het idee dat planten en dieren het heerlijk vinden om door ons opgegeten te worden, want dan komen ze toch op een iets hoger plan van bewustzijn terecht, dan worden ze deel van een Mens." Als dit een gedachte uit het werk van Rudolf Steiner is, wat ik betwijfel, kunt U s.v.p. de bron daarvan aangeven?
Verder verwijst Rudolf Steiner naar het Johannes-evangelie waar bij het Avondmaal Christus het heeft over het brood als Zijn lichaam en de wijn als Zijn Bloed, iets dat niet symbolisch dient te worden genomen en de oplossing kan worden voor een van de meest belangrijke verschillen tussen de leer van de Protestante en de Katholieke kerk.
Na de Kruisiging werd Christus geboren als de geest van de Aarde als de kiem van een nieuwe zon (De idee dat Christus in Bethlehem geboren zou zijn, weerspreekt het oorspronkelijke Lucas-evangelie dat bericht dat bij de doop Christus werd verwekt, dus nog niet geboren. Voor de oplossing van het eeuwen-oude mysterie van de twee totaal van elkaar verschillende geboorteverhalen van Jezus in het Lukas- en Mattheüs-evangelie zie mijn blog van het binnenkort verschijnende boek De Jezusmysteriën: http://jezusmysterien.blogspot.nl).
Overigens wordt in uw bericht de antroposofie en de theosofie te veel op een hoopje gegooid. Rudolf Steier zag zich immers genoopt de Theosofische Vereniging te verlaten vanwege haar foute Christus-opvatting, die nog steeds via Alice Bailey doorwerkt in bv. Benjamin Creme met zijn aankondiging van de Maitreya Christus.
Ik kan geen bron geven voor het idee dat planten en dieren het fijn vinden om in mens te veranderen... Mijn man zei het en die is geboren en getogen antroposoof dus ik dacht dat het wel uit zijn antroposofische achtergrond zou komen.
Het is niet juist om allerlei –sofieën á la Steiner van het schap te halen, zoals K. doet? In een discussie geldt, dat men zich aan de kwestie houdt. Hoe kan men de eucharistische woorden van Jezus verstaan? De theologische taal met gebruik van termen als “substantia, accidentes” is ver weg van de bijbelse taal waarin de woorden van Jezus over hemzelf passen. Schoonenberg en Smits spraken heel redelijk. Zij vroegen zich af, wat die (eucharistische) woorden betekenen en vooral voor ons. Daarbij zullen zij rekening gehouden hebben met beelden, begrippen en woorden de tijden van het ontstaan van de evangelische teksten. Over het lichamelijke behoeven we nu niet meer te spreken met gebruik van een lidwoord plus substantief “het lichaam”. De naam van de filosoof Merleau-Ponty (in mijn vorige tekst) was maar een verwijzing naar mensbeelden. In de bijbelse en vroegchristelijke tijden zal men niet zo over lichaam-ziel-geest gesproken hebben. En … wat zei de transtheorie anders dan : “het is anders dan wat je ziet”? De vraag blijft: wat betekenen de woorden, voor de eerste christenen en voor ons?
En aan H. : we geloven niet in een theologie of zelfs dogma. Die zijn pogingen om te verstaan wat te geloven is, hier de zo vaak herhaalde woorden van Jezus. Je kunt als gelovige rustig zeggen, dat je b.v. de transtheorie niet juist vindt. Je kunt als kapucijn, jezuïet of wie dan ook zoeken naar beter begrip. H. vergroot de mist door het woord “geloven” in de weidse betekenis van “het er niet mee eens zijn” te bezigen. En wie iets “onzin” noemt moet zich eerst afvragen: is de propositie die ik bevestig of ontken juist gesteld? Denk maar eens aan die andere kwestie. Geloof in de onbevlekte ontvangenis is a) een misverstand over de conceptie van Maria als kind en de haar moederschap van Jezus, b) onbegrip voor niet-biologische taal. Beelden van lijfelijke vochten bij paring en baring zijn raar. Zie Wikipedia incl. de uitleg door Paus Benedictus. Het verwijt “onzin” zou dan terugslaan op de gebruiker van dit scheldwoord. Zoiets lijkt me ook bij H. aan de hand, nu het gaat om “dit is mijn lichaam….”.