Zaterdag 4 mei sprak Erik Borgman bij gelegenheid van de Nationale Dodenherdenking in de 'Heikese kerk' in het centrum van Tilburg. Het motto van de herdenkingen op 4 en 5 mei was dit jaar ‘In vrijheid kiezen’. Maar misschien is dat één woordje te veel? "Het is de taak van elke generatie vrijheid te kiezen door vrijheid mogelijk te maken voor anderen en zo zelf vrij te worden."
Door Erik Borgman
Tijden mijn lezing bij gelegenheid van de Nationale Dodenherdenking in Tilburg suggereerde ik dat we bij het thema van dit jaar - In vrijheid kiezen - met één woordje minder, beter af waren geweest: Immers, gaat er om dat wij 'in vrijheid kiezen' of dat we 'vrijheid kiezen'?
Wij gedenken op 4 mei toch met name mensen die niet 'in vrijheid’ kozen. Zij waren nu juist niet vrij. Maar in hun onvrijheid wisten zij zich gebonden aan vrijheid. Te midden van alle pogingen hen te beperken en te dwingen, hen bang te maken en daardoor klein te maken, lieten zij deze gebondenheid aan de vrijheid het zwaarst wegen.
Dat hoeft niet groots en meeslepend te zijn en is het vaak ook helemaal niet. Herdenkingen van de oorlog, ook herdenkingen van slachtoffers van de oorlog brengen doorgaans mannen in beeld. Mannen als soevereine strijders en planners, organisatoren en helden, wat de omstandigheden ook waren. Maar juist oorlog laat zien hoe gevaarlijk strijden en plannen zijn, hoe gevaarlijk het is alles te willen organiseren en te geloven in heldhaftigheid.
Vertrouwen en 'te vertrouwen zijn'
De concrete verhalen over verzet tegen knechting en onderdrukking laten daartegenover zien dat vrijheid bestaat dankzij relatie en verbondenheid. Dankzij vertrouwen en 'te vertrouwen zijn'. Vrijheid bestaat niet dankzij de mogelijkheid om te kiezen wat je aanstaat, maar dankzij het inzicht dat je soms geen andere keuze hebt dan je in te zetten voor de vrijheid van de ander.
Dat wordt met name zichtbaar als ook het verzet van vrouwen serieus wordt genomen. En omgekeerd, deze visie op verzet brengt het optreden van vrouwen in beeld.
Gulden regel
Op 24 september 2015, op bezoek in het Amerikaanse Congres, zei paus Franciscus:
"Herinneren wij ons de gulden regel: 'Welnu, behandel de mensen in alles zoals je wilt dat ze jullie behandelen' (Mt. 7, 12). Deze regel wijst ons in een duidelijke richting. Behandelen wij de anderen met dezelfde genegenheid en hetzelfde meevoelen, waarmee wij behandeld willen worden? Zoeken wij voor de anderen naar dezelfde mogelijkheden die wij voor onszelf wensen? Begeleiden we de anderen in hun groei zoals wij zelf graag begeleid zouden willen worden? Kort gezegd: als we ons zekerheid wensen, dan moeten we zekerheid geven; als we ons leven wensen, dan moeten we leven geven; als we ons mogelijkheden wensen, dan moeten we mogelijkheden beschikbaar stellen."
Als we vrijheid willen kiezen, dan betekent dit wat wij voor anderen vrijheid mogelijk moeten maken.
Vrijheid kiezen
Op basis van wat we tegenwoordig over vrijheid zeggen, ben ik eerlijk gezegd niet optimistisch over de mate waarop wij op dit moment in Nederland beseffen dat vrijheid geen bezit kan zijn, geen verworvenheid die wij slechts dankbaar in ontvangst hoeven te nemen. Het is de taak van elke generatie vrijheid te kiezen door vrijheid mogelijk te maken voor anderen en zo zelf vrij te worden.
Niet optimistisch, maar uiteindelijk wel weer hoopvol. Aan het einde van de bijeenkomst in die Tilburgse kerk zongen wij, naast het eerste, ook het zesde couplet van het Wilhelmus: ‘Mijn schild ende betrouwe zijt Gij, o God mijn Heer’.
Al eerder was het kinderkoor ons voorgegaan in het zingen van het lied ‘Blijf mij nabij’, waarvan het derde couplet luidt:
Wanneer Uw licht mij voorgaat in de nacht
Wanneer ik hoor dat U mij thuis verwacht
Dan weet ik Heer dat U mijn zwakheid ziet
Dan zeg ik dank, want U verlaat mij niet.
Het zesde couplet van ons volkslied suggereert dat wij Gods dienaar zijn en op God bouwen als wij ‘t’allerstond’ de ‘tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt’.
Aanwezigheid
Achter het spreekgestoelte, de altaartafel en het kinderkoor brandde ook op 4 mei in de kerk van de heilige Dionysius, zoals de Heikese kerk officieel heet, voor het tabernakel de Godslamp. Het is het teken van de aanwezigheid van Christus en zijn overgave aan lijden en dood in de eucharistie.
‘Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad’, schrijft de apostel Johannes (1 Johannes 4,19). Wij kunnen vrij zijn, omdat Jezus zich als Gods Gezalfde niet door de onmacht en de angst, door de pijn en de dood heeft laten binden. Zo heeft Hij ons hoe dan ook tot vrijheid bestemd.