Steun ons

Theoloog des Vaderlands Thomas Quartier: 'Geloven is vooral doen'

10 december 2021
9 minuten

“Waar halen wij in Nederland het recht vandaan om mensen die voor een dictator vluchten bij de grens te weigeren?”, vraagt Thomas Quartier, de nieuwe Theoloog des Vaderlands zich af. Hij is benedictijn, hoogleraar theologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en aan de Universiteit van Leuven, muzikant, spreker en schrijver. “Religie is voor mij in de eerste plaats een kwestie van existentieel zoeken met een radicaal open einde. Geloven is vooral doen.”

Door Cees Veltman

Ben je er als ‘Nederlandse premier van de theologen’ net zoals premier Rutte voor alle Nederlanders?

(Lacht) “Misschien eerder minister van Buitenlandse Zaken of ambassadeur. Het ligt er natuurlijk aan hoe je het probeert in te vullen. Het is nog een zoektocht voor mij. Moet ik nu over mijn eigen theologie vertellen of moet ik een zo breed mogelijk theologisch overzicht bieden? Voor mij is het meest doorslaggevend dat ik als monnik een iets andere positie inneem. Een monnik krijgt iedere dag het besef mee dat je niet alleen voor jezelf spreekt. Ik sta voor een orde en een levensvorm. In het alledaagse leven in een kloostergemeenschap merk je altijd duidelijk dat je zelf niet het middelpunt bent. Je hebt naar buiten toe een taak om iets te vertellen, maar dat is een kwestie van doorgeven van wat je hebt geleerd en ervaren. Ik vind het eervol en mooi om ambassadeur te mogen zijn, maar als je mij ‘koopt’ dan ‘koop’ je mijn orde mee.

De verleiding om je eigen mening te geven over van alles, is dan nog steeds groot, nu ik overspoeld word door verzoeken. Maar even praktisch: als ik thuiskom in de abdij, moeten er genoeg mensen bij de vespers zijn. Dat is dan belangrijker dan andere zaken. Dus ik heb niet de pretentie om premier te zijn. Als ik een beetje spreekbuis mag zijn en een beetje mezelf mag blijven en iets mag uitstralen van mijn orde, mijn vak en mijn inspiratie, ben ik al blij.”

Wil je er zijn voor alle Nederlanders, ook voor de atheïsten?

“Voor mij is de basis dat ik er voor iedereen wil zijn, ook voor de atheïsten, absoluut. Maar de vergelijking met Rutte gaat mank, want ik heb geen beslissingsbevoegdheid en zoek die ook niet. De premier wel, althans meer dan ik. In een pluriforme samenleving als Nederland heb je veel factoren die ons wereldbeeld bepalen. Religie is daar een van, of dat nou je eigen religie is of helemaal niet, dat doet daar geen afbreuk aan.

Neem de kwestie van migratie. In onze orderegel staat: iedere vreemdeling moet ontvangen worden als Christus zelf. Daar leid ik de vraag uit af: waar halen wij het recht vandaan mensen aan de grens van de Europese Unie te weigeren die de pech hebben gehad door een dictator te worden bestuurd? Dat is een radicale vraag die ik meen te kunnen ontlenen aan mijn spiritualiteit en de theologische reflectie daarop. Die vraag kan natuurlijk ook gesteld worden door iemand die niks met Christus heeft. Dat doet aan de vraag geen afbreuk. In het politieke debat kan die vraag een prikkel zijn.  Theologie heeft wel degelijk een publieke functie die iedereen kan aanspreken.”

Hoe krijgen we de angst voor migranten weg?
“Die krijg je niet in één keer weg. Ik geloof er niet in dat je met een politiek statement de kwestie kan oplossen. Ik ben daar ook niet deskundig genoeg voor en niet de persoon voor. Je kunt je alleen afvragen hoe je zelf zo gastvrij mogelijk kunt zijn. In een klooster proberen we dat te zijn: iedereen is welkom. Dat lukt lang niet altijd, maar de ontmoetingen die je dan hebt met mensen die je niet kent, zijn verrijkend. Met elke ontmoeting die je hebt, kan je angst kleiner worden. Dat noem ik een moleculaire revolutie, een revolutie van de kleine stappen. Ik zou graag willen dat we hier in het grote klooster van Leuven meer mensen konden opvangen, maar er komen nog maar weinig mensen uit andere werelddelen spontaan opdagen. Daarom hebben we al wel een woonunit ingericht voor zusters uit niet-westerse landen die hier theologie komen studeren. Dat zijn er nu twaalf. Dat vind ik al een enorme verrijking. We hopen en verlangen dat dat groeit.”

Over contact met agnosten en atheïsten gesproken, wordt het onderscheid tussen ‘gelovigen’ en ‘ongelovigen’ niet overdreven?

“Dat denk ik ook. De oude mystici verlangden er al naar om dicht bij hun ervaring en bij God te komen. Ze hadden het gevoel: ik ben door God gezien, maar ik laat alle beelden daarvan, zelfs alle namen daarvan, los. In het monnikendom leven wij nog steeds in een wolk van het niet weten. Ik kan wel vertellen over mijn zoektocht. In januari komt een boek van mij uit met kloosterverhalen om verhalend antwoorden te geven tijdens mijn zoektocht. Verhalen zeggen soms meer dan argumenten. In de zin van ‘storytelling’ past dat goed bij wat op veel gebieden van het leven al wordt toegepast, en het is ook een poging om de grens tussen theologisch en creatief schrijven te overbruggen.

Benedictus zegt: de monnik moet God zoeken, niet dat je God gevonden moet hebben. Als je het klooster in wilt treden, wordt er vooral gekeken: ben je een zoeker? Zo zie ik mezelf wel. Ik noem me een niet-wetende, een in die zin ‘agnostische’ monnik. Daar krijg ik de meeste reacties op. Religie is voor mij in de eerste plaats een kwestie van existentieel zoeken met een radicaal open einde. Dat herkennen veel mensen, merk ik. Zij voelen zich zoekers en wij missen samen die openheid daarvoor in kerkelijke en theologische uitspraken. Ik zeg dit niet om agnosten te willen aanspreken. Ik ben er zelf een, althans een beetje...”

Zoeken als basishouding is heel mooi, maar moet je uiteindelijk ook niet eens met antwoorden komen?

“Die antwoorden liggen voor mij vaak in symbolische gebaren en rituelen, liturgie en bidden. Veel mensen die niet weten of ze in God geloven, willen wel bidden, een kaarsje opsteken, buigen, eerbied voelen voor iets. Ik zie dat hier in de abdijkerk dagelijks. Mijn enige antwoord op de vraag naar antwoorden is dat ik een gelovig basisvertrouwen heb dat mij ervan overtuigt dat er altijd een goede weg is, dat we altijd naar meer kunnen verlangen, ook al kunnen we het nooit bereiken. Het is er, maar wat en hoe precies, daar kan ik geen antwoord op geven, behalve in de prachtige vormen die de verschillende kerkelijke tradities ons aanreiken: de Schrift, de sacramenten en ga zo maar door. Die helpen je, niet om de vraag te sluiten. Ik ben een man van de radicale vragen, niet van de antwoorden.”

Ligt in die zoektochten naar zin niet te veel nadruk op het individu?

“Benedictus was zich daarvan bewust. Het zou mooi zijn als een individu alle inspiratie in zichzelf zou kunnen vinden, maar dat is van één mens meestal te veel gevraagd. Daarom zag hij het zoeken graag in gemeenschap gebeuren en stichtte kloosters. Zo zie ik het ook. We leven in een tijd waarin mensen autonoom zijn wat het zoeken naar zin betreft, maar de behoefte aan gemeenschap is levensgroot. Dat merk je doordat veel mensen naar kloosters komen. Benedictus waarschuwt ervoor dat zoeken te individualistisch te maken. Als je kloosterbewoners vraagt wat hun persoonlijke zoektocht en godsbeeld is, krijg je daar totaal verschillende antwoorden op, maar ze leven en bidden wel samen. Dat is een mooi model voor kerkzijn.”

Je spreekt van ‘Open einde van je verlangen’, de titel van een boek van je. Wat is dat verlangen?

“Die titel is ontstaan rond mijn plechtige professie, mijn keus en gelofte levenslang monnik te willen zijn. Ik dacht: heb je het nu in je zak, ben je nu een stap verder? Nee, want dat radicale verlangen is het leven. Ik weet dat dat verlangen nooit vervuld wordt, maar het zal er wel altijd zijn. Dat is onwankelbaar. Dat vind ik het begin van religie. Voor dat open einde hebben we vaak geen woorden, maar ik vind het de mooiste godsomschrijving die ik ken. Voor mij staat het woord God dus precies voor dat onwankelbare doel van ons verlangen dat we nooit zullen bereiken. Maar op de een of andere manier, bij tijd en wijle, is het toch aanwezig.

Veel verder dan dat kom ik niet, maar dat hoeft ook niet, want ik kan zo de gezangen en de sacramenten op een natuurlijke manier beleven. Ze zijn niet zelf het open einde, want daarvoor gebruiken we het woord God. Veel mensen kiezen daar andere woorden voor. Prima als je mij daarvan overtuigt, maar ik heb nog geen beter woord dan ‘God’ gevonden.”

Roept het gebruik van het woord God niet meer misverstanden en onnodige verwijdering tussen mensen op dan dat het verheldering biedt?

“Toen ik studeerde in de jaren negentig, in Nijmegen, moest je altijd als een kat om de hete brei om het woord God heen draaien. De tijd dat het woord God tot gigantische irritatie leidde, is volgens mij voorbij. Mijn 18-jarige studenten hebben die scepsis niet meer. Ze hebben geen religieuze basis-DNA, maar ook geen aversie. Wanneer ik met ze naar het klooster ga, vinden ze het kloosterleven gewoon interessant. Daar ergeren ze zich niet aan. Dat was zo’n vijftien jaar geleden nog niet zo.”

Veel mensen zeggen dat ze God niet zien in de wereld.

“Zo’n beeld van een God die op een voor ons zichtbare manier ingrijpt, heb ik niet. Ik kom uit een tijd van sterk rationele theologie waarbij we vooral objectief moesten praten over ervaringen van mensen. Zo ben ik een vrij sceptisch en ongelovig type geworden, denk ik, maar dat heb ik inmiddels voor een stukje weer losgelaten. Dat scepticisme is helemaal niet slecht, maar als je daardoor helemaal niets meer durft te benoemen, hou je niks meer over. Daarom zeg ik nu dat de christelijke traditie een bevoorrechte articulatie is van het verlangen naar God, en ook van Gods aanwezigheid.

Het is ook weer een trend om God in de natuur te zien. Dat is waardevol en interessant, maar voor mij persoonlijk gaat het meer om God in de mens. In die zin wacht ik niet op de wederkomst van Christus omdat hij naar mijn gevoel iedere dag wederkomt. Dat zie je in de liefde tussen mensen, in betoonde solidariteit. Dat is het goddelijke dat in ieder mens zit.

Edward Schillebeeckx - mijn theologische peetoom of grootvader - staat duidelijk voor dat antropologische beeld van God. ‘Mensen als verhaal van God’ is de titel van een van zijn boeken. Zijn visie heeft me gestempeld. Ik lees ook Erik Borgman met veel waardering, maar Schillebeeckx heb ik met de paplepel ingegoten gekregen. Erik is meer systematisch theoloog en ik niet. We hebben een verschillende gereedschapskist. Ik kijk naar praktijken en rituelen en probeer daaruit betekenis te ontlenen. Erik kijkt veel meer naar teksten. Naar mijn gevoel vult dat elkaar goed aan. We hebben dezelfde ‘drive’. Ik denk dat Schillebeeckx onze gezamenlijke grootvader is.”

Schillebeeckx vertelde mij eens dat hij als kind zo onderzoekend was dat hij de pop van zijn zus sloopte om te zien hoe die in elkaar zat.

“Tegen mij zei hij eens: ik ben nu bijna 70 jaar theoloog, maar als je mij vraagt de triniteit uit te leggen, kan ik dat nog steeds niet. Toch kan ik er in het klooster wel elke dag over bidden en zingen. Zo zie ik het ook. Geloven is in eerste instantie een kwestie van praktijk. Misschien is het geloof dat tussen de oren zit, de meest overschatte kant van religie. Mijn oma bijvoorbeeld, was totaal niet bezig met begrippen als triniteit of het lam Gods. Zij ging gewoon naar de kerk, bad en van daaruit probeerde ze een goed mens te zijn. Dat is de houding van veel mensen.

Ik zeg niet dat nadenken over religieuze begrippen onzin is, maar wij zien veel dingen over het hoofd als we gelovig en ongelovig van elkaar blijven onderscheiden. Ik ben ook zelf niet dagelijks bezig met de vraag of God bestaat, het is niet echt een issue voor me. Beelden van God kan ik gemakkelijk loslaten, maar dat oervertrouwen en dat verlangen, daar denk ik geen seconde over na, want dat is er toch gewoon?”

Je wilt een profetisch geluid laten horen, zoals de Bijbelse profeten deden. Hoe verhoudt zich dat tot het ‘niet weten’?

“Het gaat niet om mijn stem, maar om de stem van de Bijbelse profeten. Dat waren fantastische figuren die zich niks aantrokken van wat anderen over hen zeiden. Ze vroegen zich niet af of het haalbaar was wat ze wilden. Ik weet niet of ze zichzelf als ‘weters’ beschouwden. Ze wilden iets doorgeven wat essentieel was vanuit de traditie. Als ons dat nu weer een beetje lukt, zou ik dat heel fijn vinden.

Ik wil een selectie maken uit hun profetieën en een atheïstische schrijver, een agnostische dichter of een alternatieve theoloog daarover laten nadenken. Ik ben ontzettend benieuwd wat daaruit komt. Ik vind het ook een model van theologie bedrijven dat je vanuit de traditie kijkt naar de actualiteit. Een voorbeeld daarvan is wat Benedictus zei over vluchtelingen. Als mensen zeggen: ja, ja wel mooi allemaal, maar hoe zit het met de haalbaarheid, moet je durven te vragen: hoezo eigenlijk niet? Leg dat nou eens uit!

We hebben profeten gekend als Martin Luther King. Misschien zijn ze er vandaag ook wel, maar we leven nu in een cultuur waarin iedereen die een beetje idealistisch is, al snel de grond wordt ingeboord. Misschien zijn de stemmen van de milieuactivisten wel profetisch en kunnen we daarmee een verrassend laboratorium voor verandering openen.”


Thomas Quartier, Blijven, omarm wat op je pad komt, Adveniat, 228 blz., € 19,95.

Thomas Quartier, Bedezang, Liederen bidden door de dag, Adveniat. Boek en CD, € 16,95.

Thomas Quartier, Open einde van je verlangen, Adveniat, 128 blz., € 14,90.

Cees Veltman

Lees meer

Cees Veltman (1948, Haarlem), was werkzaam bij het Noordhollands Dagblad, weekblad Hervormd Nederland en Volzin. Sinds 2017 medewerker van de Bezieling voor actuele interviews en de boekenrubriek Mijn boek. Hij ziet de unieke mogelijkheden van alle levensbeschouwingen en religies voor persoonlijke ontwikkeling tot volledig menszijn en voor de opbouw van een vrije, rechtvaardige en barmhartige (wereld)samenleving. Een non-raciale samenleving gebaseerd op gelijke kansen voor iedereen en op gelijke behandeling van iedereen. Motto: in dit leven, dat een komedie is, heeft iedereen een beter ik.

Reacties

  1. Is men gelovig, monnik om zijn eigen Ego te strelen? Mij lijkt van niet.
    De kerken lopen leeg. Waar en door wie zal straks dan nog de Blijde Boodschap worden doorgegeven en mensen worden begeesterd om naar de kerken te gaan en christelijk te leven?
    De vraag lijkt me dan ook voor christenen NIET opportuun: wat betekent het om te geloven? Of: wat moet ik als ik geloof? Maar: hoe kom ik, of hoe komt een mens tot geloof (in Jezus Christus en Zijn Blijde Boodschap)?
    Gaat het erom alle samenlevingen te maken tot neoliberale verzorgings- en welvaartsstaten of om mensen in hun ontwikkeling te steunen tot betere, met een geest van verantwoordelijkheid en liefde uitgeruste individuen die samen met anderen vorm kunnen en willen geven aan hun samenleving?
    Is of moet dat laatste niet juist het antwoord op díe vragen het beginpunt zijn voor eenieder die theoloog wil zijn?
    De wereld kunnen we niet definitief ideaal maken. Lijden kunnen we ook niet uitbannen. We kunnen echter wel steeds weer opnieuw aan en in iedere generatie leren om menswaardig, christelijk met de wereld, met het menselijk tekort en het grote en kleine lijden om te gaan! Ligt daarin dus niet de roeping van iedere theoloog: niet allereerst een kudde zoeken te vormen, maar de bekering en spirituele ontwikkeling / groei van het individu nastreven?
    Moet het een theoloog dus niet allereerst gaan om mensen te begeleiden naar Godsontmoeting?

  2. U verward een theoloog met een pastor. Een pastor zal God naar de mensen brengen door met aandacht naar ze te luisteren.
    En wat de leeglopende kerken betreft:
    Kardinaal Jozef de Kesel heeft hierover een interessant boek geschreven: geloof en godsdienst in een seculiere samenleving. 2021

  3. U heeft enigszins gelijk. Monnik en theoloog tegelijk zijn heeft ook iets dubbels: God zoeken en tegelijk alle antwoorden van vraagtekens blijven voorzien als een soort nar. De oorzaak zit hier in het zichzelf, zijn ideeën omtrent God en het goddelijke, willen afhouden van enig vinden van God en het goddelijke. Dit soort monnikendom wil dus louter zichzelf handhaven en bekommert zich niet wezenlijk om wat de zoekend gelovige drijft: God ontmoeten, leren kennen en daar het kompas voor zijn/haar leven vinden. De monnik-theoloog wil nooit vinden want dat schaadt zijn 'verdienmodel'. Elke gelovige komt bij hem/haar dus op de koffie. De monnik-theoloog gaat het niet om Christus, maar om hem/haar zelf. En dat vind ik problematisch voor de toekomst van elk geloof in Christus en het echte geluk van mensen, m.n. de arme, de eenzame, de weduwe, de wees, de zieke en de gevangene. Waar blijven we als we niet meer laten zien wat de liefde voor Jezus Christus voor uitwerking heeft op de kwaliteit van het bestaan zowel individueel en collectief? Wij zijn toch méér dan kuddedieren die achter een herder geacht worden aan te lopen en te doen wat hij of zij van ons vraagt?! Nee, we moeten in vrijheid leren op eigen benen te staan, ook inzake geloven, en dan pas tot gemeenschap overgaan voor zover nodig en wenselijk. Verwarring stichten vanuit de kerken hebben we bepaald niet nodig. Elkaar scherp houden is overigens wat anders dan 'aan de boom blijven schudden' als professie/roeping.

  4. Een laatste opmerking. Theologie los van het belijden en verkondigen van Christus plus zijn Blijde Boodschap van het Rijk Gods is al snel ijdeltuiterij welke voert tot arrogantie en hoogmoed. Theologie staat in dienst van het zoeken naar God, het Goddelijke en het Rijk Gods of ze zal niet zijn.
    Overigens weet U misschien ook hoe het genoemde boek van mgr. De Kesel in België is ontvangen door de spraakmakende rk gemeenschap die zich o.a. laat horen via de site restkerk. (Zie o.a. https://restkerk.net/ https://kavlaanderen.blogspot.com/ ) en katholiekforum.net (Zie: http://www.katholiekforum.net/2021/06/04/neen-de-kesel-en-lobet-uw-katholicisme-is-het-onze-niet/ Ik sympathiseer daar bepaald niet mee. maar zij laten ons voelen waar kerk en moderne theologie falen. Ze zetten ons minstens aan het denken als we niet arrogant wegkijken.) Geen mens extra zal dan ook door de visie van mgr. De Kesel e.a. theologen c.q. monniken gelovig worden en of naar de kerk gaan. Reden: geloven in Christus doet men niet om intellectuele redenen. Geloven doet men uit Liefde. Die moet gewekt worden. Ik betwijfel daarom of deze bisschop wel weet wat de core business van zijn kerk is, helaas, want hij wekt geen liefde voor Christus.
    Thomas van Aquino OP had een en ander ook pas laat door: na veertig jaar studeren, mediteren, schrijven en doceren over de Schrift: 3 maanden voor zijn dood op zeven maart 1274. En wel tijdens het opdragen van de H. Mis op het feest van St. Nicolaas. Hij ervoer toen fysiek en geestelijk dat het voor echt christelijk geloof helemaal niet aankomt op hard studeren en intellectueel zuivere formuleringen, maar op volledige liefdevol onthechte (zelf)gave aan Jezus de Christus, die dat beantwoordde met bevestiging van Thomas' wezen/z i j n. Na die ervaring kon en wilde St. Thomas nooit meer dicteren, schrijven, preken. Dat leek hem slechts stro, ofwel zichzelf en anderen bezighouden zonder ooit tot de kern te geraken.
    Monniken en theologen zouden hier een voorbeeld aan kunnen en moeten nemen voor hun eigen leven en werken: stop met babbelen, praten; geef je diepste, meest onthechte zelf aan de Heer, en dan zal ook jou alles duidelijk worden!

Laat een antwoord achter aan Thomas Quartier: ‘Geloven is vooral doen’ | Bijbelcitaat Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Verder lezen

Over de Bezieling

De Bezieling is een gratis online kwaliteitsmagazine voor mensen die op zoek zijn naar inspiratie, bemoediging en ankerpunten in het leven en daarbij nieuwsgierig zijn naar wat de christelijke traditie te bieden heeft.

Vrienden van de bezieling

De vriendenkring is in het leven geroepen om de basis van de Bezieling te verstevigen. De vrienden dragen in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling en financiële stabiliteit van het platform.

Het lidmaatschap bedraagt 60 euro per jaar (méér mag) en kan op ieder moment ingaan. Als Vriend maak je de Bezieling mee mogelijk en daarmee de ontmoeting van hedendaags leven en christelijke spiritualiteit.

Aanmelding nieuwsbrief

Ja, ik wil op de hoogte blijven van nieuwe artikelen op de Bezieling!

Boekenladder

Elisabeth Bax Domon, 248 blz., € 24,90
Pete Greig KokBoekencentrum, 284 blz., € 19.99.
Herman De Dijn Halewijn, 248 blz., € 22,50.
Tomáš Halík, KokBoekencentrum, 320 blz., € 27,99.
cross