Toen ik bij een verhuizing een van onze vrienden letterlijk mijn lasten zag torsen, zag ik daarin op een wel heel concrete manier de mens als Gods beeltenis, zegt Annemarie Scheerboom. Gelovigen hebben de neiging het fysiek-lichamelijke onder te waarderen. Maar ons lichaam is niet voor niets de tempel van de heilige Geest.
Door Annemarie Van Diepen-Scheerboom
Je kent het wel, zo’n typisch beeld van een stel hooggeleerde geestelijken die met elkaar in dure woorden de Bijbel aan het uitpluizen zijn. Ze schromen niet om de diepste diepte in te duiken, waar je als leek niet zo maar bij kunt. Terwijl ze een urenlange verhitte discussie voeren over ogenschijnlijk onbenullig details vergeten ze zowaar hun middaggebed én hun lunch.
Het is natuurlijk een clichébeeld, maar bovendien vraag ik me af hoe katholiek een dergelijke instelling zou zijn. En dan heb ik het niet eens per se over het persoonlijke gebedsleven. Nee, mijn vraag is wereldser en gaat ons allemaal aan, hoe geestelijk je ook bent: hoe ga je om met je gezondheid.
Ondergeschoven kindje
In mijn beleving is gezondheid bij katholieken een redelijk ondergeschoven kindje. Als moderne katholieke jongere heb ik heel wat catechesesessies meegemaakt, maar gezondheid heb ik daar nooit expliciet horen benoemen. Wat het meest in de buurt kwam, is dat ons lichaam een tempel is van de heilige Geest (1 Kor. 6,19).
Heel leuk en aardig, er wordt dan misschien nog net gezegd dat je dus ook goed voor je lichaam moet zorgen, maar wat ik mis is de uitwerking daarvan: dat ons lichaam dus heel erg belangrijk is! Waar zijn de katholieke sportclubjes? Hoe moeten katholieken weten wat ze tegenwoordig het beste kunnen eten? Waarom worden katholieken niet geroemd om hun superfitte lijven? Ik besef sinds kort dat ik dat eigenlijk heel erg mis.
Keerzijde
Nu snap ik natuurlijk wel dat er aan deze gedachte een keerzijde zit: je zit ook niet te wachten op superstrakke gelovigen die constant sixpackselfies van zichzelf maken. Aandacht voor gezondheid moet niet als doel hebben om schoonheid te creëren in uiterlijkheden.
Het gaat erom dat je een tempel wilt zijn voor de heilige Geest. Daarvan wil je het fundament toch zo stevig mogelijk hebben? Als het even kan dus niet een fundament dat aan alle kanten verzakt en wankelt.
Bovendien wil je er toch een kunstwerk van maken? De Geest ontvangen brengt een verantwoordelijkheid met zich mee: je moet er ontvankelijk voor zijn en die ontvankelijkheid kun je tonen door de beste versie van jouw tempel neer te zetten. Niet om zelf bewonderd te worden, maar als warme ontvangst.
Gods beeltenis
Laatst heb ik ervaren hoe fijn het is als mensen de heilige Geest in sterke tempels kunnen ontvangen. We zijn namelijk verhuisd en toen was het toch hartverwarmend dat een paar sterke vrienden ons kwamen helpen. Heel fijn als mensen je een goede verhuizing toewensen en als gelovigen voor je willen bidden, maar het gevoel dat ik had toen iemand letterlijk mijn lasten droeg, daarvan kan ik zeggen: diegene liet wel even heel concreet Gods beeltenis zien.
En bedenk: niet alleen sterke tempels zijn beeltenissen van God, maar alles wat goed is kun je met je lichaam uiten. Dus, beste medegelovigen, let niet alleen op je geestelijk brood, maar ook op je simpele bammetje. Dat je die dus op tijd eet en dat ie volkoren is in plaats van wit.