In de rubriek ‘Mijn boek’ interviewt Cees Veltman iedere maand een hedendaagse zinzoeker over zijn of haar favoriete boek. Voor cultuursocioloog, onderzoeker en filosoof Gabriël van den Brink (auteur van onder meer ‘Eigentijds idealisme, een afrekening met het cynisme in Nederland’) is de beroemde Franse jezuïet en paleontoloog Teilhard de Chardin een held. "Hij deed mij inzien dat alles wat we nu meemaken niet volkomen nieuw is. We zijn opgenomen in een zich ontwikkelend geheel.”
Door Cees Veltman
“Teilhard de Chardin is als paleontoloog niet onomstreden. Sommige wetenschappers vinden dat hij bedrog heeft gepleegd in zijn jonge jaren. Het had te maken met de ‘Piltdown mens’ die later een vervalsing bleek te zijn. Andere wetenschappers lopen met hem weg vanwege zijn grote verdiensten voor de paleontologie, maar voor mij ligt zijn betekenis op een ander vlak. Ik ben in Brabant opgegroeid in een rooms-katholiek milieu van liberale snit. In de jaren zestig was er een streven naar kerkvernieuwing. Via een leraar biologie kwamen mijn ouders in contact met het werk van de Franse jezuïet Teilhard de Chardin. Zijn boek Het verschijnsel mens met zijn nieuwe visie op de mens en het geloof was toen een ‘hot’ onderwerp. Ik ben dat boek als jongen ook gaan lezen en daarna andere boeken van Teilhard. Als we op zondag naar de kerk moesten, zat ik daar onder de - saaie - preek in te lezen. Hij was de eerste auteur die mij de ogen opende voor een grootse visie op het menselijk bestaan, waarbij geloof, evolutie en wetenschap met elkaar verband hielden. Die visie heeft me geestelijk en intellectueel gevormd.
Marxist
Ik ging in Nijmegen filosofie studeren en werd daar al snel marxist, zoals veel studenten toen. De maatschappij moest veranderd worden en het kapitalisme afgeschaft. Dat marxisme was ook een soort vooruitgangsgeloof. We geloofden net als Teilhard in de vooruitgang van de mensheid. Alleen was dat niet op spiritualiteit maar op politiek en maatschappelijk conflict gericht. Hoewel ik inmiddels afscheid heb genomen van het marxisme, kreeg ik daardoor wel een scherp oog voor de harde kanten van het leven en van de politiek.
Bij Teilhard sprak me zijn evolutionaire denken aan: alles wat we nu meemaken, is niet volkomen nieuw maar heeft een voorgeschiedenis en die werkt tot in het heden door. We zijn als mensen deel van een stroom die veel langer en dieper is dan we vaak beseffen. We zijn opgenomen in een zich ontwikkelend geheel. Los van de vraag of de mens het hoogtepunt is van die evolutionaire ontwikkeling – daar kun je over twisten – is het duidelijk dat we niet op eigen benen staan. We zijn het product van een ingewikkeld proces dat boven ons uitreikt. Dat inzicht kun je wetenschappelijk noemen, maar het is wellicht ook een religieus besef.
Wetenschap en religie
Het tweede interessante punt is dat Teilhard de materie serieus heeft genomen - de natuur, het menselijk lichaam – zonder echter een scheiding aan te brengen met de geestelijke ontwikkeling van de mens. Alles wat met cultuur, religie en moraal te maken heeft, doet volledig mee. Dat is allemaal met elkaar verbonden. Als marxist denk je dat geld en economie de basis vormen, maar zonder cultuur en moraal is een menselijk bestaan onmogelijk.
Het derde punt wat me in Teilhards werk aanspreekt, is dat wetenschap en religie elkaar niet uitsluiten. Je hoeft als serieuze wetenschapper niet automatisch op voet van vijandschap met religie te staan. Het kan samengaan als je beide maar niet met elkaar vermengt. Er bestaan verbanden maar we weten nog niet goed welke dat zijn. We weten überhaupt heel weinig. Als vakwetenschapper moet je daarom bescheidenheid aan den dag leggen. Je moet de theorie van de oerknal niet verbinden met het Bijbelboek Genesis of met een ander religieus verhaal. Dan snap je niet waar het in beide gevallen eigenlijk om gaat.
Held
Teilhard is voor mij wel actueel, maar ik denk niet dat dit door veel anderen wordt gedeeld. In mijn jonge jaren vond ik hem ook een held omdat hij door de kerk in de ban werd gedaan. Hij vond de waarheid belangrijker dan de goedkeuring door kerk of paus. Aan de andere kant had hij veel te danken aan de kerk, in het bijzonder aan de orde waar hij deel van uitmaakte. Jezuïeten opereren vaak op een hoog intellectueel niveau en Teilhard heeft op veel plaatsen in de wereld wetenschappelijk werk mogen doen.
Nu ik gepensioneerd ben, heb ik een werkprogramma gemaakt voor de komende vijf jaar en daarin spelen evolutietheorieën opnieuw een grote rol. De biologische wetenschap heeft grote stappen voorwaarts gemaakt de afgelopen dertig jaar. De integratie van die nieuwe inzichten in filosofische en maatschappelijke beschouwingen laat echter nog op zich wachten. Je zou dus kunnen zeggen dat ik de komende jaren verder werk in het spoor dat Teilhard heeft uitgezet.”
Pierre Teilhard de Chardin, Het verschijnsel mens, Het Spectrum, 272 blz., antiquarisch.