Verkiezingscampagnes zijn als Zuid-Amerikaanse tango's. Een spel van verleiding. Maar net zoals de Latijnse schone in het felle lamplicht minder aanlokkelijk blijkt, is de politiek na de verkiezingen trivialer dan ervoor. Politiek is weerbarstig. Niet omdat politici niet deugen, maar omdat het volk nu eenmaal niet één is. Politici kunnen het niet iedereen naar de zin maken. René Grotenhuis pleit voor de deugd van bescheidenheid. Politici hoeven niet alles op te lossen. En misschien ontdekken wij burgers zo dat we meer kunnen dan we zelf dachten.
Door René Grotenhuis
Ik ben woensdagochtend wezen stemmen. Sinds mijn 21-ste heb ik geen verkiezing overgeslagen. Ik neem mijn democratische recht als een plicht, die ik overigens met plezier en overtuiging volbreng. Ik beschouw mezelf als politiek geïnteresseerd en sinds ik in 1990 directeur werd van een thuiszorgorganisatie en daarna van een vluchtelingenorganisatie en vervolgens van Cordaid, heb ik altijd in sectoren gewerkt waar de politiek het graag over heeft.
De afgelopen weken kon je, ook als niet-geïnteresseerde burger, nauwelijks om de verkiezingscampagnes heen. Lijsttrekkersdebatten op de televisie, sfeerimpressies van campagnes in de kranten en reclamespotjes op de radio zorgden ervoor dat het je niet kon ontgaan.
Ultieme heilÂ
Verkiezingscampagnes zijn als een Zuid-Amerikaanse tango, waarin het spel van verleiden en verleid worden tot grote hoogte wordt gebracht. In een innige omstrengeling verleiden partijen en hun lijsttrekkers de kiezer met grote vergezichten en concrete beloften. En de kiezer van zijn kant verlangt ernaar om verleid te worden. Hij wil geloven dat het ultieme heil binnen handbereik is en dat hij nog slechts het juiste vakje hoeft rood te kleuren. Daarna komt alles goed.
Tot de muziek stopt. In het onbarmhartige licht van de tl-lampen blijkt de Latijnse schone toch net iets minder aantrekkelijk. En als de betovering is verbroken en we weer met beide benen op de grond staan, blijkt ook de politieke realiteit minder fraai. Politiek is een taaie bezigheid waarin veel niet wordt opgelost (klimaat), veel op het bordje van anderen wordt geschoven (economie), sommige oplossingen halfslachtig zijn (migratiebeleid) en soms problemen worden opgelost die geen probleem zijn (de omroep). En dan zijn er ook nog de problemen die door de politiek verergerd worden (schaalvergroting en efficiency).
Dat alles valt politici niet te verwijten. Het is geen onwil of incompetentie en al helemaal geen gebrek aan bereidheid om te luisteren naar wat er leeft onder het volk. Eerder omgekeerd, probeert de politicus wanhopig te begrijpen wat de burger verlangt en wil hij niets liever dan daaraan tegemoet komen.
Botsende belangen
Maar wie is de kiezer? Wat wil het volk? Ik heb in die tien jaar bij Cordaid regelmatig politici zien worstelen met de onverenigbaarheid van al die uiteenlopende opvattingen en belangen. Soms botsen binnenlandse en buitenlandse belangen. Vrijwel altijd botsen de belangen van mensenrechten, economie en milieu. Regelmatig hebben goede maatregelen ongewenste effecten die niemand wil.
Het gevolg van dat alles is dat het besluit ten slotte ergens in het midden uitkomt, waar maar weinig mensen en organisaties echt blij mee zijn. De gemiddelde Nederlander bestaat immers niet. Dus voelen échte mensen met uitgesproken opvattingen en verwachtingen zich niet echt gehoord en beantwoord.
Het is het dilemma van de steeds diverser wordende samenleving. Het maakt ook dat partijdiscipline alleen maar groter wordt: de onmacht om breed gedragen oplossingen te realiseren doet politici vluchten in de veilige bescherming van het partijstandpunt. Dat is dan nog het enige dat houvast biedt.
De kloof tussen politiek en samenleving zit er misschien wel daar in dat de politiek te gulzig is, te graag elk probleem wil oplossen, maar daarmee onvermijdelijk de onvrede zelf organiseert. Die onvrede maakt dat de helft niet meer komt stemmen en van de andere helft een steeds groter deel bij elke verkiezingen zijn onvrede tot keuze maakt: op zoek naar een nieuwe danspartner in een volgende tango.
BescheidenheidÂ
Terughoudendheid en matigheid is misschien wel de meest gevraagde politieke deugd. Niet elk probleem (de Friese muizenplaag) hoeft verheven te worden tot een onderwerp van politiek gewicht. Misschien is alleen bescheidenheid in staat om geloofwaardigheid te herstellen. En misschien keren wij burgers dan wel terug van de verleiding om elk probleem bij de politiek over de schutting te gooien en vervolgens ontevreden te zijn over de oplossing. Misschien is die matigheid wel nodig om het zelfoplossend vermogen van mensen weer te mobiliseren. De afgelopen jaren hebben we onszelf steeds vaker aangepraat (en laten aanpraten) dat we handelingsonbekwaam zijn: we kunnen het niet oplossen, dat moeten we aan de politiek overlaten. Daarmee blijft de kracht van de samenleving onbenut.
Hoofse vormelijkheid
De gepassioneerde tango bij gedempt licht is teveel: teveel passie, teveel emotie, teveel verwachtingen, teveel teleurstellingen. Misschien moeten we als kiezer en gekozene de volksdans op het marktplein leren: meer afstand, meer hoofse vormelijkheid, in het volle zonlicht.
 »Lees ook andere artikelen van René Grotenhuis