Tijden het therapeutisch wol spinnen keuvelt een havo4-klasje gezellig over seks en zwangerschap. Mooie gelegenheid voor enkele wijze lessen, denkt Annemarie Scheerboom. Voor je zwanger wordt, kun je maar beter zorgen dat je in een stabiele situatie zit. En alleen bij ‘geen seks’ ben je honderd procent zeker dat je niet zwanger raakt. Tenzij je de heilige maagd bent, natuurlijk. “Daar stonden ze even van te kijken.”
Door Annemarie van Diepen-Scheerboom
Zwanger en wel hielp ik een havo4-klasje met wol spinnen. Ik loop namelijk, als onderdeel van mijn studie biologie, stage op een vrije school en daar krijg je dit soort vakken. Het idee hierachter is dat leerlingen, die in een drukke en ongeordende fase van hun leven zitten, zich zo beter leren concentreren omdat ze tijdens het spinnen op moeten letten dat hun lijntje niet knapt. Dat leerlingen inderdaad met veel dingen naast school in hun hoofd bezig zijn, bleek toen ik de docente tegen een groepje leerlingen hoorde zeggen: “Ja zeg, het is toch geen biologieles?” Ze hadden het over abortus, dus reden genoeg voor mij om erbij te gaan zitten.
Zwanger
“Hè wat, gaat het over biologie?” vroeg ik ze, terwijl ik gezellig aanschoof met mijn tolletje wol. “Wisten jullie al dat ik zwanger ben?” “Nee! Maar u bent nog helemaal niet zo dik!” Dit was natuurlijk een aanleiding om te vertellen dat embryo’s zich in de eerste drie maanden richten op het aanleggen van alle organenstelsels, in het tweede trimester hun spieren aan het trainen zijn en dat het hoofddoel pas in het derde trimester vreselijk hard groeien is. Tijdens deze ontwikkeling moet ik er als moeder voor zorgen dat ik goed eet, zodat de baby genoeg voedingsstoffen krijgt. Daarnaast moet ik ervoor zorgen dat ik niet teveel stress, want dan krijgt de baby een groeistoornis. “Ohhh, het is maar goed dat ik nu niet zwanger ben, anders zou de baby echt heel klein blijven!” riep een meisje. “Ja, daarom kan je maar beter zorgen dat je in een stabiele situatie zit voordat je aan kinderen begint.” Getrouwd zijn bijvoorbeeld. Maar dat mochten ze zelf bedenken.
Anticonceptie
Onvermijdelijk kwamen nu de vragen hoe spiraaltjes dan werkten en wat er eigenlijk gebeurt als je de pil slikt. Hier ben ik even biologisch op ingegaan, maar heb ze er ook gelijk de praktische kant bij verteld. Namelijk dat de enige anticonceptiemethode waarbij je honderd procent zeker bent dat je geen kinderen krijgt, geen seks hebben is. Tenzij je de heilige maagd Maria bent, natuurlijk. Daar stonden ze even van te kijken. Ik vertelde dat mijn moeder als consultatiebureauarts al heel veel ouders heeft gesproken die ondanks hun voorbehoedsmiddelen toch een baby verwachtten. Veel voorlichtingscampagnes en Durexreclames willen je doen geloven dat seks echt wel veilig is als je aan de pil, of het condoom (of liefst beide) gaat. Maar sommige zwangerschappen gaan gewoon dwars door deze barrières heen. “Iek, seks is eng en vies!” “Nou, dat valt ook wel weer mee”, zei ik, “je moet gewoon beseffen dat het veel meer inhoudt dan wat jullie van tijdschriften of reclames meekrijgen.”
Kleurrijker palet
“Maar hadden jullie het nou over abortus?” “Nee, daar begonnen we over, maar laat maar!” En ze sneden weer een ander onderwerp aan, terwijl de wol ondertussen steeds meer gevormd werd tot dunne, maar stevige draden. In tegenstelling tot de draden had ik het idee dat ik met het gesprek de zwart-witte denkwijzen van de leerlingen had gedivergeerd tot een kleurrijker palet. Hoewel ik niet eens aan de kern van seks toe ben gekomen, hebben ze in ieder geval weer wat om op te kauwen. De rest krijgen ze bij mij tijdens de biolessen wel te horen.
