Geweldloos verzet tegen onrechtvaardige wetten en daarop gebaseerd overheidsoptreden heet in de taal van het evangelie: demonen uitdrijven. Demonen als angst, zelfrechtvaardiging, onverschilligheid of vermeende onschuld. Voor katholieken is de rozenkrans in deze strijd een geliefd wapen. Erik Borgman nam de rozenkrans biddend op afstand deel aan een katholiek, Amerikaans protest tegen de wijze waarop de Verenigde Staten omgaan met vluchtelingen aan hun zuidgrens.
Door Erik Borgman
Ik heb hem altijd in mijn zak, maar er gaan tijden voorbij dat hij er alleen uit komt als ik een andere broek aantrek. Deze dagen echter haalde ik vol overtuiging mijn rozenkrans te voorschijn. Om hem te bidden.
Ik had een inspirerend verslag gelezen van de Amerikaanse activiste Rose Marie Berger over de dag van katholiek protest tegen de wijze waarop met name kinderen behandeld worden als zij met hun ouders via de zuidgrens de Verenigde Staten proberen binnen te komen.
Met de expliciete steun van zes Amerikaanse bisschoppen verzamelden enkele honderden katholieken, met onder hen priesters en vooral veel vrouwelijke religieuzen, zich op 18 juli bij en later in het Capitool in Washington. Enkelen lagen in de vorm van een kruis op de grond en anderen stonden eromheen, zingend en biddend. Toen ze weigerden weg te gaan, werden zeventig deelnemers aan de actie gearresteerd.
Rozenkrans
Met een zin die in het Engels een stuk indrukwekkender klinkt dan in vertaling, stelt Berger vast dat ‘voor katholieken is de rozenkrans al lang een geliefde wapen bij het worstelen met, het corrigeren van en het bevorderen van onze verlossing van de machten en de hoogheden’ (For Catholics, the rosary has long been a weapon of choice in wrestling with, correcting, and pushing toward the redemption of the powers and principalities). De woestijnvaders en -moeders, zo zegt Berger, maakte in de derde en vierde eeuw al gebruik van een touw met knopen erin om zich de belangrijke momenten in het leven van Jezus in herinnering te brengen en zo de duivel te verslaan.
Hiermee wordt duidelijk dat het op 18 juli in Washington niet ging om een politieke actie. Ook politieke analyse, politieke verzet en vooral ook het werken aan politieke oplossingen voor de problemen rond migratie zijn en blijven nodig, maar hier ging het om principieel en geweldloos verzet tegen onrechtvaardige wetten en daarop gebaseerd overheidsoptreden. In de taal van het evangelie: de demonen moeten worden uitgedreven.
Demonen uitdrijven
De demon van de angst bijvoorbeeld, die kinderen ziet als vertegenwoordigers van een gevaarlijke overheersingsmacht. De demon van de zelfrechtvaardiging, die het geloofwaardig maakt dat mensen die onleefbare situaties proberen te ontvluchten, hadden kunnen weten wat hen te wachten stond en dus zelf de schuld dragen voor wat niet alleen hen, maar ook hun kinderen nu overkomt. De demon van de onverschilligheid die het geloof verspreidt dat je je niet van alles wat je ziet en hoort iets aan kan trekken en iedereen maar voor zichzelf moet zorgen.
En niet te vergeten de demon van de vermeende onschuld. Wat de Verenigde Staten aan de grens met Mexico doen, is verschrikkelijk. Maar het is in ieder geval duidelijk dat hun eigen regering het doet. Europa heeft het gevangen houden, martelen en langs deze weg afschrikken van vluchtelingen aan andere landen uitbesteed. Het maakt zichzelf wijs dat het voor wat daar gebeurt niet verantwoordelijk gehouden kan worden.
Droevige geheimen
Demonen zijn een geestelijke bezettingsmacht en Rose Marie Berger heeft gelijk: tegen geestelijke bezetting is de rozenkracht een beproefd wapen.
In Washington klonken bij het overwegen van de zogenoemde Droevige Geheimen van de rozenkrans de getuigenissen die advocaten kort daarvoor rechtstreeks uit de mond van gedetineerde kinderen hadden opgetekend. Hartverscheurende verhalen over twaalfjarigen die noodgedwongen de zorg over baby’s op zich nemen, over vijfjarigen die doodsbang zijn en nergens met hun angst terecht kunnen, over negenjarigen die als criminelen worden gefouilleerd en geboeid. En over een mensonterend gebrek aan zeep, tandpasta en schone kleren.
Geen verachting voor het ongeluk
In de Droevige Geheimen van de rozenkrans wordt het lijden van Jezus overwogen, en zo wordt duidelijk dat God ‘geen afschuw en geen verachting’ kent ‘voor het ongeluk van de ongelukkige’ (Psalm 22,25).
Herdacht wordt hoe Jezus – eerste geheim – in doodsangst bidt dat het lijden waaraan Hij onderworpen zal worden, toch alsjeblieft maar niet mag komen. Zo wordt iets voelbaar van de vloedgolven van angst die mensen doet vluchten, ook al is dat nog zo gevaarlijk, die ouders in de greep houdt nu ze niet weten wat er met hun kinderen gebeurt, die kinderen ’s nachts uit hun slaap houdt omdat zij hun ouders missen.
Herdacht wordt – tweede geheim – hoe Jezus gegeseld werd, naar willekeur gebruikt door Pilatus die zijn macht wil behouden en met het oog hierop de gunst van het volk wil winnen. Duidelijk wordt weer eens dat vluchtelingen en migranten evenmin worden behandeld als mensen met een eigen waarde. Zij zijn instrumenten in de strijd om macht en rijkdom.
Kiezen nabij te zijn
Herdacht wordt – derde geheim – hoe Jezus in zijn machteloosheid en ontluistering belachelijk wordt gemaakt en wordt weggezet als een mislukkeling die wat hem overkomt dubbel en dwars verdient. Herdacht wordt – vierde geheim – hoe Hij ondanks alles toch zijn lot zelf weet te dragen en op zich neemt, zo zichtbaar makend dat in welke omstandigheden mensen ook terecht komen, God ervoor blijft kiezen hen nabij te zijn. Met als implicatie dat degenen die in God zeggen te geloven dat op hun manier ook moeten zijn.
Herdacht wordt ten slotte – vijfde en laatste droevige geheim – hoe Jezus stierf. Hierin worden wij herinnerd aan al die geschiedenissen die niet goed aflopen, die doodlopen, die uitsluitend verliezers kennen. Aan al degenen die op de vlucht verhongeren, verdrinken, vermoord worden, sterven vanwege nalatigheid. Zelfs de wanhoop van wie dit allemaal echt tot zich door laat dringen heeft Jezus gedeeld en deelt Hij nog steeds met ons als wij het kunnen toelaten: God, mijn God, waarom heb Jij mij in de steek gelaten (Matteüs 27,46; Marcus 15,34).
Gods ruimte
Wie niet onverschillig is, staat in Gods ruimte. Wie aandacht heeft voor wat er gebeurt, hoeveel aantrekkelijker het ook is om het niet te zien, representeert Gods aanwezigheid.
Het was liturgie, daar in Washington. Ik ben blij dat ik er op afstand aan kan deelnemen, al zou ik nog liever ook lijfelijk deelnemen aan een Europese Catholic Day of Action. Zoals gezegd, mijn rozenkrans heb ik altijd in mijn zak.
Het is vast goed bedoeld, maar toch volstrekt onvoldoende. Gelovigen behoeft men niet te overtuigen om werken van barmhartigheid te doen. Jahwe/G'd behoeven we ook niet aan te roepen, want nog voor we spreken, weet Deze al wat wij verlangen.
Willen we verandering in de trends richting nog meer IK en eigen-volk-eerst, dan moet men niet God, maar de geestelijk blinden, doven en verdwaalden tot bekering zien te brengen, d.w.z. tot - met het hart - 'horen en zien' wat anderen wereldwijd nodig hebben om mens te zijn: eerlijk delen.
Er is dus een geloofwaardig getuigenis nodig, geen ritueel! Een offensief bijv. via media die nu hun oren louter laten hangen naar markt en consumptie. Een nieuwe p.Titus Brandsma is dus nodig om de pers herhaald op z'n geestelijke verantwoordelijkheid te wijzen.
Ware het dus niet beter om op te houden met preken voor eigen parochie? Moeten er niet juist aanhoudend appels uitgaan naar politici, bestuurders, overheden, beterverdieners om méér dialoog, geld, kennis en leiding aan te bieden t.b.v. verbetering v.d. bestaansvoorwaarden der armen in deze wereld? Wie alleen de grenzen wagenwijd openzet breekt geordende maar fragiele samenlevingen makkelijk af, bevordert ontworteling en ook morele decadentie. In de toenemende chaos, ontworteling en leegte geldt immers spoedig alleen nog het recht v.d. sterkste.
De bevoorrechten moeten dus nu het nog kan hun hart en handen openen én spreken. God heeft nl. geen andere handen of mond dan de onze!
Prachtig en krachtig gebaar ! Geloven houdt in vertrouwen op de kracht en werking van gebed.
Innerlijk weten dat een duidelijke intentie een energetische dus ook een concrete uitwerking heeft.
Ik ben zelf momenteel een gebedssnoer aan het maken voor de wereld. Niet een katholieke rozenkrans of een mala of een tasbih , maar een eigen versie waarin ik afbeeldingen verwerk van mij en mijn familie , mijn vrienden , politieke en religieuze leiders en directeuren van banken/multinationals. Het snoer krijgt symbolen van vrouwelijkheid , omdat dat in mijn ogen is wat de wereld en wij dus ook kunnen gebruiken : vrouwelijke energie die gemeenschapszin voedt, die ontvangend is, die emotionele verbinding aangaat, die om kan gaan met gevoelens van kwetsbaarheid. Die actief kan wachten, die koesterend en voedend is.
Het snoer sluit niemand uit , ook ikzelf ben onderdeel , ik sta nergens boven/buiten. Ook ik ben als
vrouw opgevoed met een nadruk op het ontwikkelen van mannelijke eigenschappen: daadkracht, denken, handelen. Voor mij is het woord eenheid meer toepasselijk dan God. Eenheid waarvan we allen deel uitmaken , wat maakt dat ieder gebaar, iedere intentie telt en invloed uitoefent op het geheel.
Meer over de Rozenkrans en haar gebruik, zaterdag 12 oktober 2019 om 10 uur 30 in het Dominicaans-centrum Het Steiger in Rotterdam. Over de Rozenkransicoon en de het schilderen van iconen.