De dinsdag wilde maar niet op gang komen voor Marinus van den Berg. De avond ervoor had hij gehoord dat Wim Brands, dichter en presentator van het VPRO-programma Boeken, was overleden. En ’s ochtends werd duidelijk dat het geen natuurlijke dood was geweest. Brands was geen broer of studievriend. Toch is er zoiets als rouw. ‘Nu jij weer’, dicht Marinus. “Wim Brands hoort bij die mensen die me hebben geholpen meer te zien dan er te zien is."
Door Marinus van den Berg
Je kunt het laatste uur van de dag beter geen televisie kijken. Een glas melk drinken, een korte omloop, rustbrengende muziek of een korte meditatie over de dag. Dat zijn de adviezen, die ik ook gisteren niet had opgevolgd. Jules Schelvis was op NPO2. Hij was overleden maar zijn stem die blijft verhalen van die horror uit de vorige eeuw, blijft spreken. Wim Boevink van Trouw heeft indrukwekkend over hem geschreven.
Ambassadeur van het boek
Toch was het een ander bericht dat onrust in de late avond bracht: Wim Brands (57) is onverwacht overleden. Dat het geen natuurlijke dood was werd me de volgende ochtend pas duidelijk. Ik schreef een korte e-mail naar de lezersrubriek van Trouw. “Ik ben geschokt om de dood van Wim Brands.” In de voorbije jaren was ik meerdere keren onder zijn gehoor bij Donner aan de Lijnbaan. Na Pieter Steinz kwam Wim Brands met een geheel eigen stijl. Hij liet ons kennis maken met de mensen achter de boeken. Hij was een van de meest hartstochtelijke ambassadeurs van het boek en het lezen. Lezen en boeken die mijn wereld verbreed en verdiept hebben.
Ik kende hem alleen in deze rol. Ik had mogen lezen over zijn jeugd in zijn laatste gedichtenbundel. Wim was een fijngevoelig mens. Als het niet zo een beladen woord zou zijn zou ik hem een spiritueel mens willen noemen: een bezieler en een bezielend mens. Hij heeft me heel wat zinnige zondagmiddagen bezorgd in de kelder van Donner en later op de uitgespaarde ruimte in de nieuwe vestiging aan de Coolsingel. Hier in Rotterdam waar ook beseft wordt dat je woorden die er toe doen nodig hebt om tot daden die er toe doen te komen. Niet alleen maar geen woorden maar daden.
Rouw
Mijn dag, de dag erna, de dinsdag wilde maar niet echt op gang komen. Hij was mijn broer niet, geen vriend, geen collega of studiegenoot. Hij kende mij niet eens. Ik complimenteerde hem – zonder me voor te stellen- een paar jaar geleden vanwege zijn gesprek met David Grossman over diens boek Vallen uit de tijd. Grossman zocht naar woorden na de dood van zijn zoon in de oorlog. Brands ontving die complimenten oprecht vriendelijk.
Ben ik in de rouw om zijn onverwachte dood? Wanneer rouw je? Rouwen is een reactie op het verlies van een betekenisvol iemand. Dat was hij zeker en dat besef ik achteraf meer dan voorheen. Veel is achteraf, schreef ik in mijn dagboek. Mijn dag was als het weer vandaag: er lag een grijsgroezelige flee over het hemelsblauw. Een soort vloerkleed dat eens mooi wit was geweest. Ik stelde mijn ochtendritueel uit, las de krant en enkele e-mails, beantwoordde enkele telefoons. “Alweer”, zei iemand. Verwijzend naar Joost Zwagerman.
Behoefte om te delen
Ik las in de gedichtenbundels van Wim Brands en enkele gedichten van Willem Wilmink. Ook nog niet vergeten. Ik las Brands nu opnieuw en anders. De dood laat je anders kijken. Ik schreef een paar gedachten en e-mailde ze, schreef een korte reactie op internet. Ik voelde behoefte om te delen. Leo van de Wetering van Donner reageerde en deelde dat de medewerkers van Donner verdrietig waren. In mijn huis ontstak ik de kaars met de tekst: iedere naam een licht. Op het einde van de dag haalde ik witte rozen met een roze rand. Rouwrozen. Ik kreeg lieve reacties op mijn tekst (zie hieronder).
In de middag liep ik via de Willemsbrug naar het centrum van de stad, sprak bij Donner met medewerkers en een bezoeker die Wim hadden gekend en ook zeer gewaardeerd. Zo ook met Monique bij Van Gennip aan de Oude Binnenweg. Hij was daar vorig jaar nog geweest en had het naar zijn zin gehad. Ik kocht bij Donner: Onbepaald door het lot van Imre Kertész, geboren in 1929 in Boedapest, ook overlevende zoals Jules Schelvis (1921). Kertész vorige week overleden. Bij van Gennip de nieuwste Patrick Modiano (1945) - evenals Kertész Nobelprijswinnnaar - meester in de herinneringskunst: Een jeugd. “Kan je na je vijfendertigste nog iets nieuws overkomen…?”, vraagt een jarige in dit boek zich af (p. 8)
Het lezen gaat door
Ik loop terug naar huis, haal kaas op de dinsdagmarkt op het Eendrachtsplein. De biologische kaasman komt wekelijks vanuit Heeten naar hier. We spreken even over de postbode uit Heeten, die nu jihadstrijder is in Syrië, zaterdag geïnterviewd door de NRC. Hoe verscheurend moet dit voor de naasten zijn? Ik haal brood en laat het snijden. Bij Loos tegenover de Veerhaven drink ik koffie en lees… Het lezen gaat door.
Het lezen blijft verweven met die man die de lezersvlam bleef voeden. De zon krijgt toch nog wat meer kracht. Bij de Jumbo haal ik vis en praat kort met een hoogbejaarde dame die zeer kort van adem is. Ik ken haar van de tramhalte op zondagmorgen en een lezing in haar kerkelijke gemeente. Ze heeft 20 minuten nodig om te komen en 20 minuten om terug te gaan. Ze wil niet thuis blijven zitten. Ze wil mensen blijven ontmoeten.
Vermoedelijk kent ze Wim Brands niet van de zondagmorgen, want dan is ze naar haar kerk. Ook mijn bloemist kent Wim waarschijnlijk niet. De zondag is zijn enige vrije dag voor hem en zijn gezin. Hij geeft me gratis een bos tulpen die hun beste tijd hebben gehad. Mijn dag die maar niet vlotten wilde heeft me toch veel gebracht. Wim Brands hoort bij die mensen die me hebben geholpen meer te zien dan er te zien is.
NU JIJ WEER
Nu jij weer
Nu weer een meer
Jullie
Jullie die bekend waren
wat dat ook is
Jullie die ik niet kende
van wie ik hoorde
Jullie van de statistieken
De schrijvers die er uit stapten
De mensen over wie niemand schreef
De mensen voor wie dit leven geen leven meer was
De mensen die geen andere weg meer zagen
Nu jij weer
Zo onverwacht
En altijd weer
Die vraag naar het waarom
Die vraag zonder een antwoord
Altijd weer die verbijstering
Jullie lopen nog met ons mee.
Jouw levensboek is nog niet gelezen.
Marinus van den Berg,
Bij de dood van Wim Brands,
5 april 2016.