“We moeten leren zonder zekerheid te geloven. Mijn pleidooi voor de twijfel kun je vooral zien als een uitnodiging tot nuanceren, tot zelfkritiek en tot respect voor diversiteit. Of God objectief bestaat, weet ik niet zeker en hoef ik ook niet zeker te weten”, zegt Roger Dewandeler, predikant van de Waalse gemeente in Dordrecht, Breda en Middelburg, en gastvoorganger bij de Remonstranten.
Door Cees Veltman
De Belg Roger Dewandeler kwam als 'rooms-katholiek' ter wereld. Inmiddels is hij protestant en predikant. Hij schreef een boek over de spiritualiteit van de twijfel.
Wat was de aanleiding om over twijfel te schrijven?
“Het boek is niet zomaar in een keer gekomen. Ik denk dat het meer een voltooiing is van een denkproces van jaren, een combinatie van mijn opleiding, mijn werk als predikant en gewoon mijn manier van naar het leven kijken. Twijfel is een deel van mijzelf, met alle voor- en nadelen. De twijfel is iets dat mij beweegt, een manier van het geloof benaderen. Al heel vroeg. Mijn moeder had ons als kinderen geleerd het ‘Onze Vader’ te bidden voordat wij gingen slapen, maar toen ik een jaar of 14, 15 werd, kreeg ik het gevoel dat ik het gebed alleen maar als slaapmiddel gebruikte. Dat besloot ik af te leren. Misschien was ik daar na een week mee klaar, maar in mijn herinnering heb ik lange tijd moeten vechten voordat het me lukte af te zien van mijn slaapgebed. Ik denk vaak dat het een van mijn eerste religieuze ervaringen was: een soort religieuze twijfel die ik als verlossing heb ervaren. Later heb ik het ‘Onze Vader’ anders herontdekt.
“Het Evangelie is belangrijk, maar ook ons verstand en onze ervaringen”
Toen ik theologie ging studeren, was ik bereid alles in twijfel te trekken behalve één ding: ik zal nooit predikant worden. Toen ik het toch werd, vroegen kerkleden zich wel eens af of ik echt ‘réformé’ was, echt protestant, of zelfs of ik wel echt christen was. Of ze zeiden: ik kom niet meer naar een dienst waarin u voorganger bent want u gelooft niet in het bestaan van de duivel. Niet dat ik per se wilde choqueren, maar ik vond het belangrijk niet alleen tot het geloof aan te moedigen maar ook een echo van de twijfels die iedereen wel heeft, te laten horen. Het Evangelie is belangrijk, maar ook ons verstand en onze menselijke ervaringen.
Een paar jaar geleden moedigde een collega en goede vriendin me aan om het boek te schrijven. Het onderwerp was volgens haar duidelijk: ‘De twijfel in eigen persoon, want dat ben je.’ Ik vond het een uitdaging.”
Welke theologen en filosofen zijn belangrijk voor u?
“In mijn boek noem ik denkers die het op verschillende manieren over de twijfel hebben. Ik probeer het concept ‘twijfelen’ te nuanceren. Je kunt op diverse manieren twijfelen. Daarom zijn er ook diverse woorden voor. De Griekse filosoof Pyrrho nodigt uit tot scepticisme: je moet nooit blind geloven wat je ziet, hoort of voelt. Onze zintuigen geven maar een beperkt beeld van de werkelijkheid. De werkelijkheid en de ‘echte waarheid’ zullen we nooit weten. Negentien eeuwen later ziet mathematicus en filosoof Descartes het helemaal anders. Voor hem is de twijfel de beste methode om een betere waarneming van de werkelijkheid te bereiken. Dus aan de ene kant scepticisme omdat je het nooit weet, aan de andere kant methodische twijfel om kennis te verwerven. Dan heb je nog de zogenoemde meesters van de achterdocht uit de achttiende en negentiende eeuw die proberen te laten zien wat er achter de religieuze rede soms ook schuilgaat: opium van het volk (Marx), de wil tot macht (Nietzsche) of het libido (Freud).
De protestantse theoloog Sebastiaan Castellio uit de bloederige zestiende eeuw houdt een pleidooi voor een andere visie op de theologische en Bijbelse waarheid: niet alles in de Bijbel is op dezelfde manier waar. Dat was het begin van de kritisch-historische exegese. Je moet oppassen met al te forse beweringen omdat die tot uitsluiting en moord uit naam van het geloof kunnen leiden. ‘Een mens doden, dat is niet een leer verdedigen’, schrijft hij, ‘dat is een mens doden!’ Niet alles is op dezelfde manier waar, wees voorzichtig met absolute waarheden, er zijn dingen waarover je mag twijfelen en andere die je moet geloven. ‘De kunst van twijfelen en geloven, niet-weten en weten’, heet zijn boek.
Verder noem ik nog een paar moderne theologen en filosofen. Paul Tillich onderstreept dat er binnen het geloof altijd een zekere mate van onzekerheid aanwezig is. Paul Rasor nodigt uit tot een geloof zonder zekerheden. Richard Kearney probeert God een nieuw leven te geven en te heroverwegen, refererend aan de Joodse genocide die als teken van Gods dood werd gezien. Paul Ricoeur – trouw aan zijn christelijke geloof – stelt voor de metafysische benadering van het religieuze te vervangen door een ethische benadering. Dan is God meer een bron van troost en van aanmoediging tot actie dan een abstract wezen. Het zijn vaak gelovige denkers die anders proberen te denken over God. Verder kan ik natuurlijk Job nog citeren: het hoofdpersonage van het Bijbelse filosofische sprookje die zich een God voorstelt die aan zijn eigen almacht gaat twijfelen.”
Waar gaat die twijfel precies over? In de meeste dogma’s wordt toch al steeds minder geloofd?
“Het is opmerkelijk dat als het over twijfelen gaat spontaan aan dogma’s wordt gedacht. Dat doe ik niet. Ik heb aan het begin van mijn tekst een vingerwijzing toegevoegd. In tegenstelling tot het bekende gezegde: als je een dwaas de maan aanwijst, kijkt hij naar je vinger, zou ik het precies andersom zeggen: als je een wijze de maan aanwijst, kijkt hij naar je vinger. Daarmee bedoel ik dat het er niet om gaat waarover je moet twijfelen, maar dat het gaat om de manier waarop je zou moeten twijfelen, en vooral dat twijfelen belangrijk is. Als ik over de twijfel vertel, denk dan niet aan de dogma’s, maar aan het nut van de twijfel. Vandaar de titel van mijn boek. Twijfel gaat over kritisch durven denken, durven nuanceren, verschillende niveaus van waarheid onderscheiden en leren zonder zekerheid te geloven.
Nooit was het mijn intentie een lijst van dubieuze dogma’s op te stellen. Ik wil wel de voordelen van een houding vol twijfel duidelijk maken. Wij leven in een moderne interculturele samenleving die bepaalde eisen stelt: positief-kritisch denken, naar de ander luisteren, aan diversiteit een plaats geven, dus ook een beetje aan jezelf durven twijfelen, zekerheden relativeren, accepteren dat anderen de waarheid anders zien, dat er verschillende waarheden tegelijk kunnen bestaan omdat er verschillende levenservaringen en vormen van gemeenschapsleven bestaan. Niet voor niets staat op de kaft van de Franse versie van mijn boek een illustratie uit de zestiende eeuw: het visioen van Jesaja, Jezus op een ezel en Mohammed op een kameel, waarop de drie monotheïstische hoofdgodsdiensten worden afgebeeld: de twijfel als methode voor oecumene en voor interreligieuze dialoog.
Twijfelen begrijp ik als een globaal concept dat verschillende houdingen bijeenbrengt. Een methode ten dienste van het geloof en van het samenleven, die bestaat uit analyseren, evalueren, nuanceren en de dialoog met elkaar aangaan.”
U schrijft dat twijfel helpt om tot de kern van het geloof te komen. Maar valt er aan de kern van het geloof - de liefde - eigenlijk wel te twijfelen? Is uiteindelijk twijfel dus overbodig?
“Ik wil niets van de waarden van het christelijke geloof af doen, maar het zou niet verkeerd zijn als we met wat meer nederigheid en nuance over de waarheid zouden praten, met respect voor de ander en met tolerantie voor de diversiteit. Ook probeer ik een verschil te maken tussen de formulering van het geloof en de functie van deze formulering.
“Liefde is de kern van het geloof, maar bestaat de ideale liefde wel?”
U hebt het over de liefde, de ideale liefde, de kern van het christelijk geloof en u hebt gelijk, zo denk ik ook. Maar eerlijk gezegd: bestaat deze ideale liefde wel? Waarschijnlijk niet, maar toch geloven wij erin. Ik doe precies hetzelfde met het geloof in God als Vader van de mensheid. Klopt het letterlijk? Waarschijnlijk niet, minstens biologisch gezien niet, maar toch geloof ik in het dogma van Gods vaderschap, want ik begrijp het als een ethische uitdaging. Als God onze gemeenschappelijke vader is, dan worden wij allemaal uitgenodigd met elkaar als broeders en zusters te leven.
Een ander voorbeeld. Is God de schepper van het universum? Volgens mij niet letterlijk, maar zo’n visie zou ons waarschijnlijk kunnen helpen om ons er meer bewust van te maken dat wij niet alle rechten op het milieu hebben, dat wij een verantwoordelijkheid hebben gekregen om voor het leven te zorgen. Nog een voorbeeld: het geloof in de wederopstanding. Persoonlijk zie ik dit dogma als aanmoediging om hoop, veerkracht en herstelvermogen als sterker dan fatalisme te gaan beschouwen.
Dus valt er ook te twijfelen aan de liefde? Nee, absoluut niet. Liefde lijkt mij net zoals voor u de essentie van het christelijke geloof. Maar ook hier kan een beetje twijfel helpen om bijvoorbeeld het verschil te maken tussen liefde voor je naaste en liefde voor het vaderland, of liefde voor jezelf. Nogmaals, mijn pleidooi voor de twijfel moet je vooral zien als een uitnodiging tot nuanceren, tot zelfkritiek en tot respect voor diversiteit.”
Hoe ver kunnen we gaan met twijfel?
“Dat weet ik niet, dat is een moeilijke vraag. Blinde zekerheid is gevaarlijk, maar blinde twijfel ook. Over alles gaan twijfelen, kan leiden tot verlies van waarden, en dat is zeker niet positief. Kijk naar de sceptische pyrrhonisten en hun overtuiging dat je nooit op je zintuigen mag vertrouwen. Dat is een goed idee als het om fake nieuws gaat, maar het zal het leven zeker niet gemakkelijker maken. Minder zekerheid vind ik goed, maar elke overtuiging of elk vertrouwen kwijtraken, dat geeft geen goed gevoel. Kortgeleden las ik over zelfdoding: 815.000 per jaar in de wereld, een mens per 45 seconden, vooral in de rijke landen waar het leven het meest comfortabel lijkt, maar waar de zin van het leven onduidelijk is geworden.
Twijfelen heeft dus ook zijn grenzen. Daarom zou ik aanraden de twijfel met mate te praktiseren. Of met Loesje (die het waarschijnlijk anders bedoelde): ‘Struikel niet over je twijfels!’ Zolang het een manier blijft om aan het leven zin te geven, is het goed. Maar zodra de twijfel verlies van betekenis inhoudt, leidt hij tot verzwakking en gevaar. Dat geldt ook voor het geloof: zodra het scheiding en uitsluiting in de hand werkt, wordt het gevaarlijk. Ik pleit voor twijfel als middel om zin te geven, niet om verwarring te veroorzaken of wanhoop te zaaien.”
“Ik voel me atheïst in christelijke kring en christen tussen atheïsten”
De twijfel hoeft niet door te slaan in atheïsme, schrijft u, maar wellicht kunnen gelovigen toch ook leren van atheïsten?
“Absoluut. Ik voel me atheïst in christelijke kring en christen onder atheïsten, omdat ik geen definitieve keus tussen deze twee posities wil maken. ‘Elk voordeel heb se nadeel.’ Als het maar duidelijk is over welk atheïsme het gaat. Ik geloof niet in een atheïsme dat een God afwijst waarin zelfs de gelovigen niet meer geloven. Niet in een vechtend atheïsme, maar in een atheïsme dat naar zin zoekt. Enkele atheïsten hebben het christendom geholpen kritisch naar zichzelf te kijken: Marx die het christendom verdenkt van opium van het volk, Freud die er de macht van het libido in ontdekt, Nietzsche die er verhulde machtswil in waarneemt. Het zijn telkens uitnodigingen tot het heroverwegen van ten minste de traditionele formuleringen van het geloof.
Van het atheïsme valt wat te leren. Zeker als je twijfel en atheïsme niet verwart. Twijfelen zie ik als een vorm van gedrag, een modaliteit van het zijn, van het denken en ook van het geloven. Twijfel moet dus ook binnen het geloof zijn plaats krijgen. Niet twijfel als het tegenovergestelde van geloof maar als het tegendeel van absolute zekerheid en uitsluiting.”
Heeft Freud een beetje gelijk met te zeggen dat goden de creatie van de menselijk geest zijn?
“Dat zou ook ik kunnen beweren. Of met iets meer nuance: of God objectief bestaat, weet ik niet zeker en hoef ik ook niet zeker te weten. Denk aan de wereldvrede: ze bestaat niet, maar we blijven erin geloven. Als doel, als visie op de toekomst, als ideaal voor het samenleven. Misschien is de universele vrede niet meer dan een droom over iets waarnaar wij streven, iets wat niet concreet bestaat, maar waar je toch in mag geloven als stip aan de horizon. Denk aan de profeet Micha en zijn hoop op vrede: ‘Dan zullen zij hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk, geen mens zal meer weten wat oorlog is.’ Het is een droom, een ideaal dat ons oproept en helpt om aan de vrede te werken, stap voor stap.
Misschien gaat het ook zo met het idee dat God door de mens is uitgevonden die er diverse vormen aan gaf. De mensheid heeft het nodig zich goden te verbeelden. Dat is toch niet niks? Zou God niet bestaan, dan zouden we Hem moeten bedenken. Omdat het een idee is dat ons in gang zet, dat de mensen bij elkaar brengt en binnen een groep eenheid creëert. Het is helaas ook een idee dat te vaak tot scheiding en moord heeft geleid. Toch blijf ik er sterk in geloven dat het idee van een enige God, Vader van de mensheid, voor ons het beste is.”
Begrijpt u de uitspraak van oud-secretaris-generaal van de Verenigde Naties Dag Hammarskjold: ‘Geloof, twijfel niet!’?
“Bedoelde hij dat geloven beter is dan gebrek aan overtuiging? Dan ben ik het ermee eens. Maar niet als twijfelen als gebrek aan geloof wordt gezien. Volgens mij kunnen ze samengaan. Geloven met de modaliteit van de twijfel: overtuigingen, een visie hebben, een horizon in zicht, maar open staan voor diversiteit, wetend dat niet iedereen dezelfde religieuze taal spreekt en in dezelfde cultuur leeft. Geloven en blijven denken, kritische vragen durven stellen, zoals Richard Simon, een van de vaders van de Bijbelse kritiek. Zoals Sebastiaan Castellio, een van de reformatoren die het religieuze fanatisme aan de kaak stelde. Zoals Paul Ricoeur, de protestantse filosoof die over het geloof schrijft als ‘ethiek van het verlangen en inspanning voor het bestaan’ of zoals apostel Thomas die, naast zijn twijfel, ook de mooiste geloofsbelijdenis van het Nieuwe Testament uitspreekt.
Van Hammarskjold konden we vooral verwachten dat hij in de mogelijkheid van vrede geloofde. Het citaat is misschien iets te algemeen want je zou er een slogan in kunnen horen waarmee ook martelaren en terroristen het eens zijn: geloof maar, twijfel nooit. Ik zou dus liever meer duidelijkheid over geloven en twijfelen hebben.”
Bent u zelf meer gaan twijfelen?
“Meer of minder, dat weet ik niet, maar ik ben bewuster en systematischer gaan twijfelen. Dat betekent niet alles overboord gooien, juist niet. Mijn geloof is diep maar ik wil niet mijn verstand tussen haakjes zetten. Waarom zou ik dat doen in een tijd waarin twijfelen in het algemeen een positieve lading krijgt. Niet alles wat je op internet ziet geloven, opletten voor fake nieuws, een second opinion bij de arts vragen. Ik wil niet door mijn geloof andersdenkenden van het debat uitsluiten. Ik wil dat we elkaar beter begrijpen, soms nieuwe betekenissen van een dogma ontdekken of een nieuwe formulering voor een centraal geloofspunt vinden. Vooral samen aan ons heden en onze toekomst zin geven met waardering voor de diversiteit. Ik geloof dat de interreligieuze dialoog een van grootste uitdagingen van onze tijd is en de onontkoombare voorwaarde voor Vrede.”
Zou twijfel vooral moeten gaan om hoe gelovigen hun geloof in praktijk kunnen brengen?
“Ja, zo zou ik het ook kunnen zeggen. Mijn boek eindigt met een uitnodiging om iets meer afstand te nemen van zekerheid en liever te gaan geloven in termen van overtuiging. Castellio sprak over de kunst van twijfelen en geloven. Je kunt het op verschillende manieren zeggen maar twee dingen lijken mij hier belangrijk: het geloof wil niet zeggen dat je alles maar gaat geloven en vol van overtuiging zijn betekent niet geen respect hebben voor andere overtuigingen.
Mag ik het laatste woord geven aan Jean-Jacques Rousseau waarmee ik soms de kerkdienst afsluit? ‘God heeft ons het geweten gegeven om het goede lief te hebben, de rede om het goede te kennen en de vrijheid om het goede te kiezen.’ Dit lijkt mij een zeer mooie uitdaging voor de gelovigen in onze eenentwintigste eeuw.”
---------------
Roger Dewandeler, Spiritualiteit van de twijfel, KokBoekencentrum, 127 blz., € 7,99.