Als kerken zich met het milieu inlaten, krijgt dat snel iets naïefs. 'Laten we toch lief zijn voor de aarde’. Erik Borgman staat stil bij de milieu-encycliek van paus Franciscus. Hij beschouwt die tekst niet als een naïeve oproep, maar als een oproep om radicaal anders te kijken naar de werkelijkheid. Een groot masterplan alleen, gaat ons niet redden. Vanuit christelijk perspectief draait het om een andere verhouding tot de dingen, namelijk een verhouding waarin alles en iedereen de ruimte krijgt om op eigen wijze en naar eigen inzicht bij te dragen aan het goede leven.
Door Erik Borgman
Op woensdag 28 oktober vindt een zogenoemde ‘inspiratietafel’ plaats, een informele bijeenkomst van mensen uit uiteenlopende sectoren van de samenleving. Op uitnodiging van de Raad van Kerken in Nederland en de Oud-Katholieke Kerk Nederland beraadslagen zij over hoe klimaatverandering hen aangaat en welke verantwoordelijkheden en mogelijkheden zij hebben om de ontwikkelingen te keren. Concrete aanleiding is de klimaattop die van 30 november tot 11 december in Parijs plaatsvindt.
Ons gemeenschappelijke huis
Ik zal bij deze gelegenheid iets zeggen over de encycliek Laudato si’ van paus Franciscusover de zorg voor de aarde als ‘ons gemeenschappelijk huis’. Deze encycliek wordt meestal vooral nogal politiek van betekenis geacht, omdat het de ruim 1 miljard katholieken op de wereld duidelijk maakt dat zorg voor het leefmilieu een religieuze plicht is. Hoewel er aan de inspiratietafel nogal wat beleidsmakers en bestuurders zitten, presenteer ik een meer inhoudelijke en theologische lezing van Laudato si’.
Het is namelijk juist de theologie die voorkomt dat de encycliek een naïeve oproep is om lief te zijn voor de aarde. Laudato si’ gaat niet uit van een romantische visie op de natuur, waarin voor het schattige muisje wel en voor de op hem loerende kat geen oog is en waarin overbemesting als probleem wordt gezien, maar honger en gebrek als dreiging niet serieus worden genomen. De harmonische relatie tussen mens en natuur die volgens het scheppingsverhaal de oorspronkelijke situatie was, is door de heerschappij van het kwaad en de zonde veranderd in een conflict, schrijft paus Franciscus. Dit conflict wordt in zijn visie zichtbaar ‘in de oorlogen, in de verschillende vormen van geweld en mishandeling, in het in de steek laten van de meest kwetsbaren, in de aanvallen op de natuur’ (no. 66).
De blik van Jezus
Maar waar de moderne neiging is dit conflict te vergroten door de natuur met kracht te overwinnen en naar de eigen hand te zetten, daar pleit de encycliek ervoor deze harmonie tussen mens en natuur actief te herstellen. Dit is was Jezus heeft gedaan, legt Laudato si’ uit. Op basis van de schets van Jezus’ optreden in de evangelies, concludeert paus Franciscus dat Hij naar de schepping keek met een blik die verzoent. Jezus preekte de nabijheid van het rijk van God. Hiermee nam hij mensen en dieren, planten en dingen niet op in een groot plan dat als een keurslijf werkt. Het rijk van God zoals Jezus dat verkondigt is de toestand waarin alles en allen tot hun recht komen, zonder belemmering kunnen uitgroeien tot wat volgens Gods bedoelingen hun bestemming is en hierbij elkaar tot steun zijn. Dit rijk is geen realiteit, maar dit rijk zag Jezus als bezig aan en door te breken. Met de woorden van de encycliek:
Wanneer Hij iedere hoek van zijn land doorkruiste, hield [Jezus] stil om de door zijn Vader gezaaide schoonheid te aanschouwen en nodigde Hij zijn leerlingen uit te beseffen dat de dingen een goddelijke boodschap bevatten (no. 97).
Voor deze boodschap wijst paus Franciscus op uitspraken van Jezus als: ‘Vijf mussen kosten maar twee stuivers, nietwaar? Toch wordt niet één daarvan door God vergeten’ (Lucas 12,6; vgl. Matteüs 10,29). En: ‘Kijk naar de vogels van de hemel: ze zaaien niet en maaien niet en oogsten niet, jullie hemelse Vader voedt ze’ (Matteüs 6,26; vgl. Lucas 12,24).
Naar christelijke overtuiging is Jezus’ verrijzenis een bevestiging dat Jezus in zijn spreken inderdaad het woord van God verkondigde, in zijn handelen het woord van God belichaamde en zijn blik in harmonie was met Gods blik. Dit wil zeggen dat dankzij hem
… de schepselen van deze wereld zich aan ons niet meer [voordoen] als een puur natuurlijke werkelijkheid, omdat de Verrezene ze op mysterieuze wijze omgeeft en richt op een bestemming van volheid. Dezelfde bloemen op het veld en de vogels die [Jezus] verwonderd aanschouwde met zijn menselijke ogen, zijn nu vol van zijn lichtende tegenwoordigheid (no. 100).
Dit lijkt misschien allemaal hoogdravende religieuze speculatie, maar als dit serieus wordt genomen heeft het verregaande praktische consequenties.
Geen nieuw plan, maar waarachtige vrijheid
Dit impliceert uiteindelijk dat niet wij mensen de milieuproblemen moeten oplossen, maar dat wij de dingen, de planten, de dieren en de andere mensen de ruimte moeten geven op hun wijze bij te dragen aan het oplossen van de problemen. Na een plan om de aarde uit te buiten is er niet nu een nieuw omvattend plan nodig dat het goed met de aarde voorheeft. Er is herstel nodig van de waarachtige vrijheid die het mogelijk maakt dat alles en iedereen op de manier die haar eigen is en bij hem past, kan bijdragen aan wat goed is voor allen en alles.
De traditie van katholiek sociaal denken stelt dat het tot de menselijke waardigheid behoort, dat mensen zelf in vrijheid hun leven kunnen vormgeven, volgens inzichten in het goede leven die zij gaandeweg ontwikkelen. Niemand is bij machte en gerechtigd voor een ander te zeggen hoe zij of hij het beste bijdraagt aan goed leven, voor hem- of haarzelf en voor anderen. Volwaardige menselijke gemeenschap ontstaat volgens deze traditie niet door de implementatie van een masterplan, maar vanuit het streven van ieder naar goed leven, voor zichzelf en voor anderen.
Werkelijke partners
Laudato si’ breidt deze gemeenschap in beginsel uit van alle mensen naar alle zijnden. De concrete voorstellen die de encycliek doet, blijven binnen de perken van wat in de huidige milieudiscussie vrijwel consensus is: terughoudendheid en verantwoordelijkheid ten opzichte van toekomstige generaties. De theologische benadering suggereert een stap die veel radicaler is: werken aan een constellatie waarin alle schepselen opnieuw kunnen verschijnen als wat zij werkelijk zijn, namelijk partners op de weg naar goed leven.
Wat zou het mooi zijn als we aan de inspiratietafel een begin kunnen maken met het gesprek over wat dat nu betekent.
Verwante artikelen:
'17 VN-delen voor een betere wereld'
'Eco-encycliek geeft forse steun aan daadkrachtig klimaatbeheer'
» Lees ook andere artikelen van Erik Borgman