Op 8 december overleed René Grotenhuis nadat in het voorjaar bij hem slokdarmkanker was geconstateerd. In aanloop naar een ingrijpende operatie schreef hij 16 korte overdenkingen. Ze worden hier in wekelijkse afleveringen gepubliceerd, zoals ze bedoeld waren. Deel 14: 'Wachten' en deel 15: 'Gevaccineerd, ongevaccineerd'.
Door René Grotenhuis
Wachten
Drie dagen voor de geplande operatie blijkt dat de operatie niet doorgaat en opnieuw is ingepland voor 29 november, meer dan drie weken later. Terwijl de operatie geen pretje is, kan ik niet blij zijn met het uitstel dat mij is gegund. Ik merk dat ik in de laatste twee weken naar het moment toegroei. Als de kleinkinderen zoals gebruikelijk op vrijdag bij ons zijn, merk ik dat ik me niet goed op hen kan concentreren. Ik raak op mijzelf geconcentreerd en sluit steeds meer buiten. Ik denk dat het lijkt op wat er gebeurt als vrouwen bijna bij de uitgerekende datum van hun zwangerschap zijn. Zo heb ik het althans gemeend te zien bij Inge toen onze kinderen geboren werden: de wereld wordt kleiner, je concentreert je op jezelf en wat er in je te gebeuren staat. Je weet dat dat ingrijpend is maar je hebt er ook nog geen concrete voorstelling van. Ik merk het ook aan de belangstelling voor de klimaattop in Glasgow die op 31 oktober is begonnen. Normaal zou ik die nauwlettend volgen, maar nu laat ik het grotendeels aan mij voorbijgaan.
Covid gooit de planning van de ziekenhuizen overhoop. Als ik navraag doe bij mijn oncologisch verpleegkundige hoor ik dat er die dagen twee nieuwe covid-afdelingen zijn geopend. Dat heeft geleid tot het overhoop halen van de personeelsplanning, waardoor ook de operatieplanning is aangepast. Er is dus wel een nieuwe datum vastgesteld en dat heb ik dan weer voor op alle mensen die te horen hebben gekregen dat hun planbare operatie is uitgesteld zonder dat duidelijk is wanneer die zal plaatsvinden. Maar ook over mijn nieuwe datum wordt mij uitdrukkelijk gezegd dat er geen garantie is. Daarvoor is de situatie in de ziekenhuizen te onzeker.
Ik merk dat ik niet blij ben met de beeldvorming als zouden in de zorg covid-patiënten en mensen die zoals ik op een operatie wachten elkaars concurrent zijn. Ja, we maken allemaal aanspraak op de schaarse capaciteit in de ziekenhuizen. Thomas Merton in zijn Zaden van contemplatie helpt me met zijn overweging ‘Wij zijn één mens’. Daarin overdenkt hij dat we als gelovigen onze individualiteit loslaten omdat we als mensen één zijn. De hemel, zegt hij, is geen hemel van afzonderlijke individuen, waarbij iedereen op eigen wijze God schouwt. Het is een zee van liefde die stroomt door het ene lichaam dat we samen vormen. In God, zegt Merton, is geen zweem van egoïsme en het geheim van de drie-ene God is precies dát: individualiteit verdwijnt niet maar wordt opgetild in een nooit eindigende verbondenheid. Als ons in het evangelie wordt gevraagd om volmaakt te zijn zoals de Vader in de hemel volmaakt is (Mat. 5,48) dan denk ik dat het daarover gaat. Dat is een opdracht die ik mij in deze tijd ook aantrek en die wat mij betreft nu ook te maken heeft met de vraag hoe ik deze tijd van wachten beleef.
Het bericht dat de operatie zover is uitgesteld maakt dat ik nadenk hoe ik de komende weken verder ga. Ik wil niet een paar weken vullen met wachten en naar de brievenbus lopen om te zien of de oproep voor de opname er is. Dus besluit ik maar om een aantal van mijn activiteiten weer op te pakken. Ik had een week eerder de besturen, werkgroepen en projecten laten weten dat ze de komende maanden het even zonder mij moeten doen, maar dat draai ik terug. Ik ga de volgende dag maar ‘gewoon’ naar de bestuursvergadering van het buurtpastoraat in Utrecht en ook mijn werk voor de Bezieling pak ik weer op.
Gelukkig heeft elk nadeel zijn voordeel, zoals het voetbalorakel uit de Watergraafsmeer ons voorhoudt. Door het uitstel van de operatie kan ik het afscheid van Inge van de Hogeschool Utrecht (ze heeft het helemaal volgemaakt tot 66 jaar en 4 maanden) nu live meemaken. En Inge hoeft zich niet tegelijkertijd met twee ingrijpende gebeurtenissen bezig te houden. De volgende dag zeg ik haar dat ik blij ben dat de operatie is uitgesteld. Op de Filippijnen, waar ik vier jaar lang met moslims heb gewerkt aan het vredesproces, zeiden mensen vaak: als Allah een deurtje dicht doet, doet hij ook een deurtje open. Zo is dat.
Gevaccineerd, ongevaccineerd
Op diezelfde avond dat ik te horen krijg dat mijn operatie is uitgesteld, 2 november, is er een nieuwe corona-persconferentie van Rutte en de Jonge. Vooral de Jonge gaat nogal fors op het orgel als het gaat over de rol die ongevaccineerden spelen in de oplopende besmettingen en in de groeiende druk op de zorg. Het is verleidelijk om in dat frame mee te gaan als ik net gehoord heb dat mijn operatie is uitgesteld vanwege de covid-druk op de zorg.
Toch heb ik me in de weken daarvoor steeds geërgerd aan de manier waarop niet gevaccineerden worden bejegend. Het lijkt erop dat hun argumenten en overwegingen niet gelden. Niet alleen de minister, ook kwetsbare burgers met bijvoorbeeld een auto-immuunziekte krijgen in de media alle ruimte om ongevaccineerden als egoïstische medeburgers af te schilderen, die zo bot zijn om de simpele stap van vaccinatie af te wijzen, waarmee ze het leven kunnen redden van medeburgers. Alle weigeraars worden over één kam geschoren en hun keuze is bij voorbaat niet aanvaardbaar.
Nu word ik ook wel gedwongen om niet mee te gaan in dat frame omdat mensen in mijn naaste kring zich niet laat vaccineren. Voor hen gaat het om een andere opvatting over gezondheid en gezondheidsbescherming. Het is hun overtuiging dat we veel te afhankelijk zijn geworden van externe interventies (pillen, inentingen, operaties) voor onze gezondheid en dat veel van die ingrepen vooral bedoeld zijn om de gevolgen van onze ongezonde leefstijl te compenseren. Ze zijn heel bewust bezig met gezondheid, leefstijl en voeding om zo de weerstand te versterken. Voor hen is niet vaccineren een logische consequentie van hun keuze. Ik herken de overtuiging, dat onze gezondheidszorg fungeert als een soort gemakkelijke garantie voor de negatieve consequenties van onze eigen keuzen. Dat geldt niet alleen op individueel niveau, maar ook maatschappelijk. Het gemak waarmee we als samenleving gezondheidsschade accepteren ter wille van economisch gewin (Tata Steel, Dupont-Chemours, Roundup, Asfaltcentrale Nijmegen) om de gevolgen vervolgens via de gezondheidszorg op te lossen zegt iets over de wijze waarop we gezondheidszorg inzetten.
Ik snap ook dat sommigen weigeren omdat ze in hun leven vooral een onbetrouwbare overheid hebben ontmoet die hen belaagt en in de marge van de samenleving plaatst. Waarom zouden ze die overheid nu hun vertrouwen schenken? En dat sommigen weigeren omdat ze weten dat de farmaceutische industrie vooral dollartekens in de ogen heeft. Ze vertrouwen die industrie niet nu ze zegt dat ze de ultieme oplossing heeft voor het virus. Zelfs de mensen die denken dat er een chip wordt ingespoten die hen moet controleren, begrijp ik, ook al vind ik hun redenering bizar. In een wereld waarin je op alle mogelijke manieren wordt gevolgd door overheden en bedrijven is er niet veel nodig om een landelijke vaccinatie te zien als een ultieme poging om iedereen te controleren. Misschien is vaccin-weigering niet het goede instrument om je wantrouwen tegenover de overheid of de industrie kenbaar te maken, maar we zouden minstens kunnen beginnen met te begrijpen waarom mensen die keuze om uiteenlopende redenen maken.
De tegenstelling gevaccineerden-ongevaccineerden onthult hoe we als samenleving geworden zijn. Crises zijn altijd momenten waarop dingen verscherpt zichtbaar worden.