De allermoeilijkste mens om niet over te oordelen is je eigen partner, heeft Lisette Thooft dikwijls ervaren. Als happy single heeft ze tegenwoordig makkelijk praten.
Door Lisette Thooft
Elke keer als ik in de keuken met het aanrechtlapje de broodplank schoonveeg, moet ik aan mijn ex denken. In mijn boek Vrienden worden met je lijf beschreef ik het al. Hij deed dat namelijk, de broodplank afvegen met het gootsteenlapje, en elke keer als ik het zag, werd ik woedend. Ik vond het ongelooflijk goor.
Maar nu vind ik het wel handig. Dat lapje ligt er al. Ik ververs het best vaak. En een beetje gorigheid kan sowieso geen kwaad.
Oordeel niet, zei Jezus in de Bergrede, opdat je niet beoordeeld wordt. Want met de maat waarmee je meet, word je ook zelf gemeten. Ergernis is de lichtste vorm van oordeel: je vindt in feite dat iets niet zou mogen gebeuren. En het is me opgevallen dat de allermoeilijkste persoon op aarde om NIET over te oordelen, om je NIET aan te ergeren, je eigen partner is.
Sorry
Ik heb makkelijk praten tegenwoordig, als happy single.
Daarom houd ik een lijstje bij van dingen waaraan ik me ooit ergerde bij mijn toenmalige echtgenoot, dingen die ik veroordeelde dus, en die ik, nu we gescheiden zijn, zelf weleens doe. En dan zeg ik in gedachten sorry.
Het zijn de kleine dingen. Als ik veldsla stond te bereiden en de worteltjes eraf kneep om de blaadjes los in de slabak te deponeren, kwam hij er vaak bij staan en dan at hij die afgeknepen worteltjes op. Dat vond ik overdreven gezond-doenerij. Maar nu doe ik het zelf; zonde toch, van al die vitaminen.
Ja, zo klein, zo benepen was mijn ergernis. Bij het tandenpoetsen spoelde hij eerst en daarna poetste hij. Vond ik gewoon een verkeerde volgorde; waarom zo eigenwijs? Nu heeft mijn tandarts me uitgelegd dat je wel het schuim kunt uitspugen, maar de pasta doet zijn zegenrijke werk niet meer als je hem krachtig met water hebt verwijderd. Ah ja, logisch eigenlijk. Even wennen. En even een beetje berouw voelen over mijn oordeel van weleer.
Eeuwigheid
Ooit interviewde ik Hal en Sidra Stone, een Amerikaans therapeutenechtpaar dat aan de wieg stond van de methode Voice Dialogue. Het is lang geleden, toen ik nog jong was en dwaas en van het hele interview herinner ik me maar één passage.
Sidra vertelde dat ze zich vroeger altijd ergerde aan haar man Hal als hij een boterham pakte in de keuken en die zonder bordje eronder meenam naar zijn werkplek, waarbij er kruimels op de grond terechtkwamen. Maar ze was gestopt met zich te ergeren. Ze zei er niets meer van.
Dat vond ik stom van haar. Zij had gelijk, vond ik. Die man kon toch manieren leren en ophouden met kruimelen?
“Weet je wat het is,” zei Sidra, “ik realiseerde me dat hij er op een dag niet meer zal zijn. En dat ik dan die kruimels óók zou missen.”
Het is me bij gebleven en ik denk dat ik nu eindelijk oud genoeg ben om het te begrijpen. In het licht van de eeuwigheid vervagen ergernissen en oordelen. Afscheid maakt mild.
Misschien moeten we vaker aan het afscheid denken, aan het eind, aan de eeuwigheid. Misschien worden we daar minder oordelerig van? We kunnen klein beginnen, oefenen met kruimels en lapjes en zo. Als we niet kunnen oefenen op een partner, nemen we gewoon de buren, de kennissen, de mensen over wie we lezen in de krant... Al is dat wel een beetje makkelijk.
-----------------------------------
Lisette Thooft, Vrienden worden met je lijf. Lichaamsbewustzijn als levensbelang, Ten Have, 176 blz., € 20,99.
Zie ook recensie: Like je lichaam
Hahaha heel herkenbaar. Ik heb vaak tegen m’n partner gemurmureerd terwijl ze er niet was. Heerlijk vond ik dat. Ik ben er bijna vanaf doordat ik elke keer stilsta bij deze gebeurtenissen. Het is precies zoals je het beschrijft. En laten we idd maar dat afscheid in gedachten houden. Mooi Lisette. Je bent een heldin!
Idd herkenbaar! Jammer eigenlijk maar leuk dat je er makkelijk iets aan kunt veranderen 🙂
Beste Lisette,
wat een leuk en prachtige spiegel-gedachte....
Lisette, met jouw wijsheid zou ik graag indien jij inspiratie hebt , tijd en geduld iets willen lezen over een thema dat aansluit bij bovenstaand ver-rijkende gedachte: Wat is volgens jou het verschil tussen 'een menig hebben' en 'een oordeel.' Met belangstelling kijk ik uit naar jouw gedachten als die er ooit komen. DANK bij voorbaat.
Dank voor het compliment. Er is volgens mij niet zoveel verschil tussen meningen en oordelen. Ooit schreef ik een column getiteld 'meningitis' over de vraag: hoe komen mensen toch aan al die meningen? Antwoord: die zijn besmettelijk, die nemen we van elkaar over. Dat is met oordelen ook zo.
In de spirituele tradities is het niet weten en het niet hoeven weten een prachtig en ver doel om naar te streven. Mijn ervaring is dat het beter gaat naarmate ik meer in mijn lichaam aanwezig ben met mijn aandacht.