Het beeld van de rollen en het schouwtoneel is een bekende metafoor om de verwikkelingen in mensenlevens uit te drukken. Van Shakespeare en popmuziek tot sociale wetenschappen. Maar is met dat rollenspel alles gezegd over wat ons leven ten diepste is?
Door Vincent Duindam
Als je over de Hollywood Boulevard loopt, zie sterren op de stoep afgebeeld en namen geschreven in het beton. Het zijn de namen van filmsterren. Sommigen kennen we nog wel. Anderen zijn al lang vergeten. Sommigen zijn na heel veel pijn en moeite doorgebroken. Anderen zijn aan hun roem ten onder gegaan.
In één van de mooiste songs van Engelse rockband The Kinks, Celluloid Heroes, wordt deze 'helden'-parade vergleken met het leven dat we allemaal leiden. Zo bezien zijn we allemaal filmhelden, tragisch dan wel komisch, meestal allebei.
Vergeten
Dezelfde ervaring kun je hebben als je over een kerkhof loopt. Je ziet namen, jaartallen, tekstjes, soms een foto. Mensen die geleefd hebben, verlangd, geleden. Of in het Academiegebouw van (bijvoorbeeld) de Universiteit Utrecht. Deftige portretten. Het overgrote deel van de afgebeelde personen is gestorven, heel vaak ook al vergeten.
Net als Ray Davies, drijvende kracht achter The Kinks, kunnen we ons in hen herkennen. Ook wij willen gezien worden, erkend worden. We doen ons best om iets te bereiken. Kennen succes en mislukking in ons leven. En zeker ook strijd. Het lijkt onmogelijk om ‘alles op orde’ te hebben. Als we een probleem op ons werk opgelost hebben, gebeurt er iets met onze gezondheid, of met die van een geliefde. Of het gaat opeens stroef in onze relatie. Maar we blijven dromen.
Everybody's a dreamer
And everybody's a star
And everybody's in movies
Doesn't matter who you are
There are stars in every city
In every house and on every street
And if you walk down Hollywood Boulevard
Their names are written in concrete.
Dualiteit
In de wereld waarin we leven is dualiteit onvermijdelijk: succes en mislukking, winnen en verliezen, de plussen en de minnen, gaan hand-in-hand. “Be always on your guard. Success walks hand in hand with failure”, zingt Davies.
Het bijzondere van deze song van The Kinks is dat je hier essentiële theorieën uit de sociale wetenschappen in terugvindt.
All the world’s a stage,
And all the men and women merely players;
They have their exits and their entrances;
And one man in his time plays many parts, ...
Dat is natuurlijk Shakespeare. Maar de vermaarde Canadees-Amerikaanse socioloog Erving Goffman baseerde er een complete sociologie op. Vergelijkbaar met wat Ray Davies zingt.
Gender
We kunnen hier gender als voorbeeld nemen. We hebben geleerd hoe je je als vrouw of man hoort te gedragen. En als we dat niet doen, kunnen we hier op aangesproken worden. In mijn studietijd pelde ik wel eens bloembollen in het Westland. En daar kreeg ik te horen: Je zit als een meisje”.
Of, veel later, toen ik en keer de ramen aan het lappen was, zei een buurman: “Ze heeft je er wel onder, he!”
We leren onze rollen, we spelen onze rollen, op elk gebied. Gender, om dat voorbeeld te nemen, is dus eigenlijk een ‘sociale maskerade’. Maar rollen zijn niet oppervlakkig. Het zit vaak diep. Het is geïnternaliseerd.
"Je kunt je bewust worden van alle stemmen, energieën, impulsen (voices) en er steeds minder mee ‘samenvallen’"
Maar hoe diep het ook zit, we zijn niet onze sociale maskerade en zelfs niet onze psychologische maskerade. Op de grens van psychologie en spiritualiteit is er relevant werk verricht in de Jungiaanse traditie. Je kunt je bewust worden van alle stemmen, energieën, impulsen (voices) en er steeds minder mee ‘samenvallen’. Dit schept veel ruimte in je hoofd -en in je leven.
In deze voice dialogue benadering, voer je een socratisch gesprek met alle personages die je in je leven ‘op het podium zet’. Je voert een vriendelijk gesprek met je controller, je pleaser, je kwetsbare kind. En natuurlijk met de criticus. Ze vertellen je hoe ze in je leven zijn gekomen, wat hun functie is. En in het licht hiervan kun jij zelf wat meer ‘regie nemen’. De criticus mag er natuurlijk zijn, maar deze krijgt vanaf nu wat meer pauze, wat vaker vakantie.
Dit is de essentie: zie je drama als drama, je fictie als fictie. Jouw verhaal en rollen zijn niet je diepste realiteit. De wereld is een weefsel van plussen en minnen. Je filmpersonages bestaan, maar ze vormen je meer oppervlakkige zelf. Op dat niveau is ‘bestendig geluk’ niet mogelijk. Daar blijf je schuiven, duwen en trekken.
Licht
Op dit punt aangekomen trek ik aan andere conclusie dan Ray Davies. Zijn conclusie luidt: wás ik maar zo’n personage van het witte doek, dan voelde ik geen pijn en was ik onsterfelijk. Laten we vluchten in deze fantasie.
Ik denk dat je een stap verder kunt zetten: onder onze meer oppervlakkige ‘personages’ zit altijd het licht. Contact daarmee laat ook licht en ruimte in ons leven stromen. Om dit aan de Bijbel te koppelen: het contrast tussen de ‘wereld en het ‘koninkrijk’ waar Jezus over spreekt, lijkt op de verhouding van het licht en de projectie in de bioscoop. Jezus zegt: zoek je schatten niet in de wereld, richt je op het Koninkrijk.
In de metafoor van Celluloid Heroes betekent dit voor mij: neem je filmpersonages niet bloedserieus, realiseer je dat er een diepte onder is. Je zou die diepte kunnen zien als het licht van de filmprojector dat aan alle projecties ten grondslag ligt. Als je voelt dat je ook, en meer wezenlijk, dat licht bent, komt er veel meer ruimte in je leven.
Het licht wordt eigenlijk vervormd (of gevormd) in de filmbeelden, in de filmpersonages, zou je kunnen zeggen. Dus onze Celluloid Heroes mogen er zijn, je ontkomt er niet aan in deze wereld, maar als we het licht eronder kennen, ervaren we meer vrijheid. Kunnen we van onze ‘projecties’ terug naar het licht?
In elk geval kunnen we streven naar een evenwicht tussen deze twee dimensies: het Koninkrijk en de wereld.