Maria Franck-Marc, Heilige 3 Könige, ca. 1911/12, verworven uit privébezit 2017, Städtische Galerie im Lenbachhaus und Kunstbau München. (© rechtsopvolger van de kunstenaar.)

Opnieuw lijkt de kunst in het Westen een nieuwe fase in te gaan. Juist vooruitstrevende kunst, die lange tijd als uiterst correct gold, is zeer ambivalent gebleken. Van me-too-onthullingen tot koloniale clichés. Het maakt genieten van kunst tweeslachtig, wat niet wegneemt dat kunst ons met nieuwe ogen kan laten kijken.

Door Eric Corsius

Zeventig jaar later is de bekende dichtregel van Lucebert nog steeds confronterend: “In deze tijd heeft wat men altijd noemde schoonheid schoonheid haar gezicht verbrand”. Dit was destijds één van de vele uitspraken over het morele failliet van de kunst, over haar falen en in gebreke blijven in de zwartste periode van de menselijke geschiedenis. Onbekommerd scheppen en genieten van schoonheid: dat was sinds Auschwitz eens en vooral onmogelijk geworden. De kunst had haar onschuld verloren. Het betekende niet het einde van de kunst, maar wel het begin van een nieuwe fase in de geschiedenis, een fase waarin we slechts met een onrustig geweten en een nare bijsmaak kunnen genieten van kunst.

De laatste tijd lijkt een nieuw hoofdstuk te zijn begonnen in het nadenken over deze kwestie. Inmiddels zijn bij de kunsten, ten minste in het Westen, ook de trauma’s aanbeland van seksueel misbruik, kolonialisme en racisme. In de podiumkunsten zijn me-too-onthullingen niet meer te stoppen. De musea moeten onder ogen zien, dat in tentoonstellingszalen en depots volop roofkunst te vinden is. In de klassieke muziek en schilderkunst blijkt, dat veel ‘exotische’ invloeden zijn gebaseerd op culturele toe-eigening of karikaturen.

Vooruitstrevende kunstenaar

Pijnlijk genoeg zijn bij uitstek vooruitstrevende kunstenaars en stromingen uit de periode 1850-1950 het mikpunt: juist die kunstenaars die zo lang de favorieten waren van de politiek correcte goegemeente. Impressionisten en expressionisten, leden van de Secession en de Blauwe Ruiter enzovoorts: ze werden ooit geroemd om hun bevrijdende omgang met het menselijk naakt en om hun eerbetoon aan uitheemse culturen. Juist datgene wat lang als uiterst correct gold, is echter zeer ambivalent gebleken. Het geschilderde naakt is meestal het vrouwelijke naakt, gezien door het voyeuristische  oog van een man. Niet zelden verleenden de modellen hun medewerking alles behalve vrijwillig. Het zogenaamde primitivisme (!) en exotisme op schilderijen gaan bovendien vaak terug op het gebruik van uit koloniën naar Europe overgebrachte objecten als voorbeelden.

Nu zijn de discussies over dit onderwerp vaak eendimensionaal en onredelijk. Massieve, ongenuanceerde aanvallen van beeldenstormers roepen defensieve, agressieve Pavlovreacties op bij de behoudende krachten en omgekeerd. De gouden middenweg lijkt die van conservatoren die kunsthistorici die de kunstwerken in kwestie eerlijk van context voorzien – met respect voor zowel het eerbiedwaardige werk als voor de individuen, groepen, volken en culturen die in hun waarde zijn aangetast ten behoeve van de kunst.

Tweeslachtigheid

Met deze gedachten in het achterhoofd heb ik met een zekere tweeslachtigheid genoten van de muziek en de beeldende kunst, die onlosmakelijk zijn verbonden met het kerstfeest. Herdersmuziek in klassieke oratoria, zogenaamd oosters aandoende klanken als de komst van de drie wijzen wordt aangekondigd, de karikaturale uitdossingen van de laatstgenoemden en uiteraard de overal opduikende ‘zwarte koning’: ze hebben voor mij hun onschuld verloren. Het is voor mij echter geen reden om de kerststal bij het oud vuil te zetten.

Dat laatste geldt ook niet voor een overdonderend werk van Maria Franck-Marc (1876-1955), een lid van de Blauwe Ruiter. In 1911-12 schilderde ze de komst van de drie wijzen uit het oosten vanuit een uniek perspectief, het perspectief van de heilige familie zelf. We zien hen aankomen door een erehaag van jubelende engelen, waarbij het hele tafereel baadt in een stralend gouden licht. De koloniale clichés zijn onmiskenbaar. Ze worden voor mij echter overstemd door de spectaculaire kunstgreep, waardoor Maria Franck ons met nieuwe ogen laat kijken naar het tafereel van Driekoningen.

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.