De zeven nieuwe praktische richtingwijzers (pragma's) voor een nieuw christendom van religiejournalist Karel Smouter werden enthousiast onthaald, ook op de Bezieling. Lisette Thooft is kritischer. Zeker, het nieuwe christendom van Smouter cs oogt jong en hip, maar snijdt het ook hout? Minder hemel, minder wonderen, meer twijfel? “Huh? Ik hoor al zo bar weinig over hemel en wonderen in de kerk. Vertel over ontmoetingen met engelen, Bijna Dood Ervaringen en al die dingen die gewone mensen meemaken en die in het christendom taboe zijn en je kerk loopt vol.”
Door Lisette Thooft
Interessant, Karel Smouter in de Correspondent: de zeven pragma’s van het nieuwe christendom. Zullen we onszelf ‘nieuwe christenen’ noemen? Dan zijn we op slag weer jong en hip. Maar mij lukt het nog niet zo best. Ik had bij de meeste punten bedenkingen. Hier zijn ze:
1. Jezus volgen? Vertrouwen op de persoon van Jezus? Ik weet niet eens zeker of ik wel geloof dat Jezus een bestaande persoon was. Ik zie veel meer diepte in de mythische aspecten van het lijdensverhaal dan in de historische. Historisch gezien was hij een van de vele rondreizende predikers die door de Romeinen wreed vermoord zijn. Afschuwelijke tragedie, niks heilzaams aan. Mythisch gezien gaat het Lijdensverhaal over mijzelf, over mijn ontwikkelingsweg en mijn strijd tegen mijn eigen zelfzucht. Het Golgotha van de eigen ziel.
2. Pedo’s en salafisten recht in de ogen zien, gaan eten bij je eigen bankmanager of bij een atheïst? Grappig idee, maar voor een pragma tamelijk onpraktisch. Nou ja, die atheïst is geen probleem, sterker nog, ik eet zo vaak bij atheïsten. Die bankmanager lukt misschien ook nog wel met een beetje geluk, maar de dichtstbijzijnde pedofiel heeft geen bordje op zijn deur. En salafisten zien me aankomen, zonder sluier.
3. De kerk verkopen? Dan wordt het een meubelboulevard! Wat is er mis met het uitbreiden van kerkgebruik tot multicultureel centrum? Dat gebeurt al in zoveel kerkgebouwen. Hier in mijn dorp is de beeldschone 17-eeuwse kerk soms dorpshuis, soms concertgebouw, soms feestzaal. En soms kerk.
4. “Christenen vertellen graag over wonderen, overwinningen en successen.” Huh? Misschien is dat bij de evangelicalen zo? Het christendom dat ik ken, heeft zich juist altijd ferm geschaard aan de zijde van de brokkenpiloten onder ons, de verworpenen der aarde. Tegenover wonderen – dat wil zeggen, alle andere wonderen dan die beschreven in de Bijbel – is er een enorme christelijke achterdocht. Spraken ze maar wat vaker over wonderen! Bijna Dood Ervaringen, ontmoetingen met engelen, voorspellende dromen, al die dingen die gewone mensen meemaken en die in het christendom taboe zijn: zet ze op de agenda en je kerk stroomt vol.
5. Elkaar onze eigen verhalen vertellen en mediteren in de kerk? O zeg het! Geen enkele tegenwerping hier. Een en al enthousiasme. Geen top-down preek maar gesprekskringen, eigen ervaringen, uitwisseling, YES! En zo nu en dan een fijne geleide meditatie, mmmm.
6. Niet meer over de hemel praten? Ik hoor eerlijk gezegd al zo bedroevend weinig over de hemel in de kerk. Het lijkt of het alleen maar gaat over het horizontale aspect van het leven, het contact met andere mensen, de ander... Ik ben óók geïnteresseerd in de geestelijke wereld, in het onzichtbare. In beschermengelen, geleidegeesten, Hogere Zelven, gidsen. In aartsengelen en trouwens in heel die hiërarchie van hemelse heerscharen en hoe ze mogelijk werken op aarde. In natuurgeesten, deva’s, in ‘genius’ zoals bijvoorbeeld Elizabeth Gilbert erover spreekt – en in al het andere dat er is tussen hemel en aarde. Waarin ik hartstochtelijk geloof.
7. Stop met zeker weten, leer twijfelen: dat doen ze allang, de christenen, op een handjevol Bible Belters na misschien. Mee eens, overigens. Leer vertrouwen: ook mee eens. Bied eens een workshop of een cursus aan, zou ik zeggen. Ik kom!
Zie ook: Zeven pragma’s voor een nieuw christendom