Is het oorlog en dus gerechtvaardigd om krachtig terug te slaan? Dat is de kwestie niet, stelt Erik Borgman. Hij is blij met de woorden van paus Franciscus, die zei dat wij in oorlog zijn omdat we de vrede hebben verloren. We moeten met elkaar in gesprek gaan, niet over de vraag hoe wij oorlog moeten voeren, maar hoe wij aan vrede kunnen bouwen. "Waar zit het geweld in ons leven, in onze samenleving, in onze wereld en hoe valt dat te verminderen?"
Door Erik Borgman
Het is verbijsterend hoe dezelfde woorden verschillend kunnen klinken. 'Het is oorlog', hoor ik Europese regeringsleiders steeds zeggen nadat er een aanslag geweest is, president François Hollande voorop. Hij bedoelt dat de aanslag als een oorlogshandeling moet worden beschouwd die zijn land met dezelfde kracht en beslistheid zal beantwoorden. Als het oorlog is, dan is geweld geoorloofd. Dan is het geweld immers tegengeweld.
Trots
Paus Franciscus zei hetzelfde, terwijl hij op weg was naar Polen voor de Wereldjongerendagen in Krakau: 'Het is oorlog.' Maar zijn woorden klonken volkomen anders. Hij wees erop dat we midden in het geweld leven. Jacques Hamel, de 84-jarige priester die de dag daarvoor in de kerk van Saint Etienne du Rouvray werd gedood, was niet het slachtoffer van een daad van geweld tegen hem persoonlijk gericht. Hij was één van de ontelbare oorlogsslachtoffers.
Ik ben trots op mijn kerk – en geloof me, dat woord gebruik ik niet vaak! Ik ben trots op mijn kerk omdat haar hoogste leider niet jammerde over de agressie tegen een ambtsdrager, maar verwees naar de velen die net zo onschuldig stierven als hij, zonder dat daar de aandacht naar uitging.
De Italiaanse Lega Nord-politicus Roberto Maroni begon na de dood van Hamel direct campagne te voeren om hem heilig te verklaren. Misschien gaf de paus ook wel antwoord op deze campagne: Hamel was geen martelaar, maar een oorlogsslachtoffer. Dat is niet minder erg, maar wel iets anders. Hij stierf niet voor zijn geloof, hoezeer zijn aanvallers ook beweerden dat zij hem vanuit hún geloof hadden aangevallen. De paus liet er geen twijfel over bestaan. Hij wilde niet dat iemand ook maar zou denken dat hij sprak of dacht in termen van een oorlog tussen religies. Neen, zei hij, de wereld is in oorlog omdat zij de vrede verloren heeft.
Vrede verloren
Zijn we in oorlog omdat we de vrede verloren hebben en niet omdat wij worden aangevallen door mensen die ons tot hun vijanden hebben verklaard, zodat wij niet anders kunnen dan hen tot onze vijanden te verklaren? Hebben wij onze vijanden gemáákt en onvoldoende geprobeerd hen lief te hebben, zoals Jezus ons toch leert (Mattheüs 5,43)?
Zijn wij in oorlog, niet omdat een gewelddadige ideologie mensen aanzet tot terrorisme, maar omdat wij een wereld in stand houden waar mensen zich zozeer niemand voelen, dat zij een zinloze daad van geweld zien als de enige manier om hun leven betekenis te geven? Zijn wij in oorlog, niet omdat regeringsleiders besluiten een schurkenstaat in het leven te roepen, maar omdat wij zozeer aan onze vermeende belangen hechten dat de weg vrij is voor overheden die hun eigen volkeren uitbuiten en onderdrukken?
Gezamenlijk schuldig
De paus suggereert niet dat het allemaal onze eigen schuld is dat we worden aangevallen. Zijn punt is dat geweld een situatie is die betrokkenen gezamenlijk in stand houden en hen gezamenlijk schuldig maakt – wat niet hetzelfde is als allemaal even schuldig! Die situatie kan niet door meer geweld worden opgelost. Zij kan alleen worden opgelost door het geweld te doorbreken. Zo begrijp ik althans de boodschap van de paus.
Rechtvaardige oorlog
In april van dit jaar vond er in Rome een conferentie plaats, mede georganiseerd door de Pauselijke Raad voor Gerechtigheid en Vrede en de katholieke vredesbeweging Pax Christi. In de slotverklaring pleitten de deelnemers ervoor afscheid te nemen van de theorie van de rechtvaardige oorlog. Volgens deze theorie is het rechtmatig wanneer groepen of landen zich met geweld verdedigen tegen geweld dat hen wordt aangedaan. Ook als er hierdoor doden vallen. Deze theorie heeft te vaak gediend om geweld te rechtvaardigen, meenden de conferentiedeelnemers, en heeft zijn geloofwaardigheid en bruikbaarheid verloren.
Zelf ben ik het hier uiteindelijk niet mee eens en denk ik dat in sommige gevallen het gebruik van geweld is toegestaan. Maar de overtuiging van de conferentiedeelnemers dat we meer moeten nadenken over het stichten van vrede en minder over de vraag in hoeverre oorlog misschien rechtmatig is, deel ik wel. Dit hoor ik ook in de uitspraak van de paus dat de wereld de vrede verloren heeft. We moeten niet steeds opnieuw de oorlog uitroepen, we moeten vrede stichten.
Hoop
Misschien wordt het tijd dat we de overtuiging dat we in oorlog zijn gaan gebruiken om in het openbaar met elkaar in gesprek te gaan, niet over hoe wij oorlog moeten voeren, maar hoe wij aan vrede kunnen bouwen. Waar zit het geweld in ons leven, in onze samenleving, in onze wereld en hoe valt dat te verminderen? Na de Tweede Wereldoorlog ontstond Pax Christi als vredesbeweging. Katholieken uit verschillende landen die met elkaar in oorlog waren geweest, gingen naar een Europese bedevaartplaats en baden daar om vrede. In de ruimte die hierdoor ontstond, leerden zij elkaar kennen en werden zij van vijanden tot goede buren, en in sommige gevallen vrienden. Wat zou hiervan het equivalent kunnen zijn in de huidige situatie? Wie vindt deze vraag belangrijk genoeg om serieus naar het antwoord erop te gaan zoeken?
De paus liet op 27 juli in het vliegtuig merken dat hij blij was dat hij naar de Wereldjongerendagen ging. Jongeren drukken altijd hoop uit, zei hij. Laten we hopen dat de jongeren iets tot ons weten te zeggen dat ons hoop kan geven. Wie kan ons hoop geven op een toekomst van vrede? Misschien moeten we daarmee als eerste gaan praten.
Wordt het woord 'vrede' hier wederom niet gebruikt als vlag die een heel schip moet dekken terwijl de lading van dit schip in het midden wordt gelaten? In wezen gaat het immers om de lading, en niet om de naam die je aan het voer- of vaartuig geeft. Het moet namelijk gaan om recht en gerechtigheid; rechtvaardige verdeling van arbeid en zijn voortbrengselen: goederen en diensten, professioneel bestuur/beheer, medezeggenschap voor allen, ofwel democratie die ook de rechten van minderheden respecteert. Helaas slagen politici e.a. er niet in om dat voor elk mens ook goed te regelen. Ze blijven te vaak steken in behartiging louter van korte termijn eigen- c.q. landsbelang. Dat zou onderhand eens resoluut en massaal doorbroken moeten worden. Met de huidige stand van wetenschap en techniek, maar ook vanwege de hoeveelheid geld die nu mondiaal in omloop is achter de hand, moet dat toch eindelijk mogelijk zijn: honger de wereld uit, en kleding, een dak boven het hoofd, gezondheidszorg en onderwijs voor ieder, evenals vertegenwoordigende democratie. Maar dan moeten we wel containerbegrippen als vrede ook stelselmatig concreet inhoud blijven geven, anders voert ons c.q. het pauselijk spreken tot weinig meer dan hetgeen al is en geschiedt. Gezien de problemen in Afrika en het Midden-Oosten verdient deze concreetheid geen enkele vorm van uitstel!