Tijdens een training leert Annemarie Scheerboom af te rekenen met de beperkende gedachte dat het normaal is om jezelf in je basale behoeftes af te knijpen. Vervolgens leg je de verantwoordelijkheid voor het gevoelde tekort bij anderen. Terwijl: erkennen wat écht belangrijk voor je is de situatie een stuk eenvoudiger maak. 'Het werd ineens heel simpel.'
Door Annemarie van Diepen-Scheerboom
Laatst ben ik naar een training geweest en dat heeft mij ontzettend veel opgeleverd. Een van de belangrijke inzichten die ik daar heb opgedaan is dat ik het mijzelf mag toestaan mij te (laten) voeden, zowel geestelijk als lichamelijk. Om verschillende redenen had ik de beperkende gedachte opgedaan dat als ‘het wel zou gaan’, dit al goed genoeg was. Achteraf gezien heeft dit mij vaak in een staat van overleving gebracht. Nu ik een paar dagen mag ervaren hoe het ook anders kan, besef ik dat het afknijpen van mijn eigen voedingskraan niet een liefdevolle manier van leven was. Ik ervoer hierdoor namelijk weinig liefde voor mijzelf, wat resulteerde in weinig liefde om uit te delen.
In mijn dagelijks leven kwam het geregeld voor dat ik mezelf helemaal de pleuris werkte. Vervolgens was ik dan teleurgesteld als ik er, in mijn beleving, zo weinig voor terugkreeg. ‘Weinig’ in de zin van: ik kwam niet toe aan mijn basisbehoeften. Vaak ging ik dan over mijn grenzen heen om de dingen voor anderen gedaan te krijgen. Aan het eind van de dag was ik dan helemaal op. Het resultaat was dat ik de neiging had veel te gaan eten om in ieder geval maar íets binnen te krijgen (wat ik me vaak dan weer niet toestond, want stel dat ik te dik zou worden…). Of ik was lijfelijk wel aanwezig maar niet met mijn aandacht; of ik kon boos worden om iets kleins. Ik was dan helemaal op en nam het anderen kwalijk als ze daar te weinig rekening mee leken te houden.
Verantwoordelijkheid
Een voorbeeld: de kids zijn er goed in om hun spullen niet op te ruimen en achter zich aan te laten slingeren. Terwijl opruimen in huis wel de afspraak is. Dan voelde ik mij vreselijk tekortgedaan dat ik in hun troep moest leven, terwijl zij met een beetje moeite dit hadden kunnen voorkomen. Ik zie nu: ik móest helemaal niet in hun troep leven. Want met een beetje moeite had ikzelf ervoor kunnen zorgen dat de kinderen hun troep zouden opruimen zodat ik in een opgeruimde woonkamer kon leven. De verantwoordelijkheid voor mijn behoefte aan netheid legde ik niet langer bij de kinderen, maar verplaatste ik naar mijzelf.
Deze verandering in mijzelf heeft tot nu toe al veel positiefs opgeleverd. Bij de vaak drukke ochtenden vooraf aan schooltijd vond ik zowaar wat rust. Normaal gesproken zou ik onderweg naar beneden nog even de plaspot uit de kinderkamer hebben meegenomen, samen met de vieze sokken die in de hoek liggen, met het idee: 'dan bedwing ik tegelijkertijd in ieder geval nog een klein stukje chaos.' Maar ik merkte dat nu ik mijzelf gunde om mij te concentreren op wat ik écht belangrijk vond, namelijk de kids op tijd naar school krijgen, ik de situatie helemaal niet meer als chaotisch ervoer. Het werd ineens heel simpel, overzichtelijk en ook goed uitvoerbaar. Mijn doel was: de kinderen op tijd op school, niks meer en niks minder.
Belangrijkste geboden
In het katholieke geloof zijn de belangrijkste geboden om God lief te hebben met heel ons hart, heel onze ziel en heel ons verstand. Dit is het voornaamste en eerste gebod. En dat is niet verwonderlijk: door deze relatie met God aan te gaan, ontvang je Zijn liefde. Het tweede daarop volgende en daaraan gelijkwaardige gebod is om je naaste te beminnen als jezelf. Dit wordt ook wel uitgelegd als dat je je naaste bemint zoals je jezelf laat beminnen. In het tweede gebod noem je de ander weliswaar als eerste, maar je referentiepunt is: 'Hoe heb je jezelf lief ? Of 'hoe laat je jezelf beminnen'. Ik heb nu ondervonden: dat klopt als een bus.