Kun je je wel op het ouderschap voorbereiden, vraag Annemarie Scheerboom - net terug van ouderschapsverlof - zich af. Het moederschap kwam eerder dan 'gepland' en ging niet steeds over rozen. Maar geleidelijk aan leerden zij en haar man dat ouderschap ook iets is dat zich vanzelf ontplooit. "Het komt wel goed."
Door Annemarie van Diepen-Scheerboom
Op een avond zaten mijn beste vriendinnen en ik in een pannenkoekenrestaurantje. Ik in een koeienpak, want het was mijn vrijgezellenfeest. Het onderwerp van gesprek ging op een gegeven moment over, hoe kan het ook anders, seks. Ons plan was om aan natuurlijke gezinsplanning te doen. Hoe we dan dachten over kinderen krijgen. We stonden er in ieder geval open voor, maar, zo zei ik, het zou wel het handigst zijn als ik na het afronden van mijn studie zwanger zou worden. En toen? Getrouwd, aan het eind van de huwelijksreis zwanger en inmiddels zijn we drie kinderen verder. Hadden we het anders moeten doen?
Nog niet onder de knie
Bij de eerste zwangerschap wist ik totaal niet hoe dat eigenlijk moest, zwanger zijn. In mijn beleving werd een buik gewoon dik en dat was het. Het onderwerp was voor mij ook nog helemaal niet de moeite waard om te doordenken. Kinderen krijgen, dat was iets voor echte volwassenen. Ik kwam pas net kijken met mijn 22 jaar, nog studerend en kersvers thuiswonend-af. We hadden samenwonen nog niet eens onder de knie! Toen daar vervolgens ook nog vermoeidheid, humeurigheid en een gezinsgerichte kokervisie bij kwamen kijken, kwam ons prille huwelijksgeluk gelijk al onder spanning te staan. En ook mijn studie, die ik nog steeds van plan was voort te zetten. Met wat kunst en vliegwerk heb ik die uiteindelijk afgerond en kon ik mijn diploma in ontvangst nemen: mét een kleine Daniël op de arm en kind nummer twee in mijn buik.
Toen kleine Noa een half jaar was, zijn we verhuisd van het drukke stadscentrum naar een dorp. Met kinderen is dat fijn, want het is veel rustiger en groener. Bovendien was het ook een stuk dichter bij mijn moeder, dus konden we elkaar weer vaker zien. Voor ons als ouders bleek dat ook een geweldige zet te zijn, want toen kleintje Arya (afgeleid van Adrianus, de Nederlandse paus) afgelopen januari geboren was kwam zij vaak langs om te ondersteunen. Haar specialiteit is kindjes in bad doen. Sinds zij dat zo vaak heeft (voor)gedaan heb ik met kindje nummer drie eindelijk het idee dat ik het ook kan. Daarvoor vermeed ik het zoveel mogelijk en als een baby dan echt naar zure melk stinkt, dan waagden we ons aan het onvermijdelijke. Zo leer je met de tijd en met elk nieuw kindje steeds beter te worden in het ouderschap.
Vanzelf ontplooit
Terwijl ik mezelf vóór deze tropentijd echt niet voor kon stellen als moeder, ben ik het toch geworden. Door open te staan voor kinderen en er half ongepland in te rollen, hebben we onszelf geen voorbereidingstijd gegund, maar leren we dat ouderschap ook iets is dat zich vanzelf ontplooit. Het komt wel goed.
Je zou je natuurlijk nog steeds kunnen afvragen of wat strakker gepland ouderschap dan nog steeds niet beter is. Als ik voor mijn man en mij spreek, is deze aanpak achteraf gezien wel het beste geweest, want je kunt je ook afvragen: wanneer ben je er nou eigenlijk echt klaar voor? En kun je je eigenlijk wel goed op het ouderschap voorbereiden? Uiteindelijk gaat het er echt niet om hoe goed je een kind in het badje kunt doen. Als ze de liefde van God maar leren kennen, dat is het belangrijkst. Dus wat maakt het dan eigenlijk uit wanneer de kinderen komen en… hoeveel er komen?