Oké, kinderen krijgen op jonge leeftijd is dan misschien lichamelijk wel te prefereren (zie vorige column van Annemarie Scheerboom). Maar hoe zit het met het geestelijk aspect? "Ik schatte de kans in ieder geval groot genoeg dat het geen complete ramp zou worden."
Door Annemarie van Diepen-Scheerboom
In mijn vorige column betoogde ik dat jong moederschap best kan. Je lichaam is er vaak al rijp voor. Sterker nog, lichamelijk gezien kun je beter moeder worden in je twintiger jaren, dan als je over de dertig bent. In deze column belicht ik ter aanvulling het geestelijke aspect. Want het is meer regel dan uitzondering dat twintigers zeggen 'nog niet klaar te zijn' voor het ouderschap. Nu ik inmiddels al zelf drie dreutels heb rondlopen, vraag ik me af of dit wel echt zo is. En daarbij: zelfs al is het zo, is dat dan een valide criterium om te wachten met kinderen krijgen?
Lichtzinnigheid
Laat ik vooropstellen dat ik het ouderschap zeker geen onderwerp voor lichtzinnigheid vind. Je hoort mij niet tegen pubers zeggen: "Joh, doe maar lekker wat je wilt. Bezwanger gerust je pubervriendin, want die is nu op haar vruchtbaarst." Nee, dat is natuurlijk allemaal gekkigheid. Hoewel het goed is om je bewust te zijn van je biologische klok, is dat niet het enige dat telt in het beslissen om al dan niet zwanger te raken. Wat dan wel? Dat vroeg ik mij ook af toen ik op het punt stond om te gaan trouwen. Want als je besluit voor de Katholieke Kerk te trouwen, dan zeg je toe om open te staan voor het krijgen van kinderen. Dat betekent niet dat je alles per se aan ‘het toeval’ (als je dat al zo kunt noemen) hoeft over te laten, want in de kerk bestaat er ook zoiets als natuurlijke geboorteplanning.
Maar zoals iedereen inmiddels hopelijk weet, is geen enkele manier van geboorteplanning honderd procent betrouwbaar. Geen seks hebben nagenoeg wel - die ene uitzondering van 2021 jaar geleden daargelaten. Dus op mijn tweeëntwintigste zat ik mij af te vragen of ik klaar was om eventueel zwanger te raken. Ik rekende uit dat het idealiter - in verband met studie onder andere - na de huwelijksdag nog liefst minimaal negen maanden (hoe toepasselijk) mocht duren voordat ik in verwachting zou raken. Eerlijk gezegd had ik op dat moment ook helemaal geen kinderwens.
Niet erg
Toen bleek dat ik in verwachting was van een huwelijksreisbaby, was dat niet erg. Ik had immers rekening gehouden met de kans, maar qua planning was het niet ideaal. Uiteindelijk heb ik met een half jaar studie-uitloop alsnog mijn master gehaald. Alleen was ik op dat moment meer student en pasgetrouwde dan dat ik mijzelf al de moederrol eigen had gemaakt.
Nu is de oudste inmiddels vijfeneenhalf. Drie kinderen verder voel ik mij eindelijk een moeder zoals ik dat graag zou willen zijn. Dat heeft tijd gekost, veel oefening en zeker ook veel geduld. Was ik er toen klaar voor om moeder te worden? In ieder geval klaar genoeg, want terugkijkend zou ik het niet anders willen doen. En vóelde ik mij klaar voor het moederschap? Ik schatte de kans in ieder geval groot genoeg in dat moederschap met mijn lieve man aan mijn zij geen complete ramp zou worden.