De odes van David Van Reybrouck zijn om te smullen, zegt Liesbeth Gijsbers. Zijn boek is een ode aan de ode, een lofzang op het prijzen. En dat kan werkelijk over alles gaan: van liefde tot littekens, van David Bowie tot een vergeten zangeres. En gelukkig is er veel om te bejubelen en te bezingen. Goed voor de ziel ook: "Je wordt er opmerkzamer, enthousiaster, gretiger en dankbaarder van."

Door Liesbeth Gijsbers

Foto Stefan Vanfleteren

David van Reybrouck kende ik vooral als boeiend spreker/verteller, onder andere door zijn optredens als gast bij dwdd of als een van de VPRO-zomergasten (2014). Met de auteur/dichter/essayist had ik tot op heden nog geen kennis gemaakt. (Zijn bestseller Congo: een geschiedenis (2010), waarmee hij onder andere de Ako Literatuurprijs won, staat al een paar jaar geduldig te wachten in de boekenkast.)

Korte lofprijzingen

Eind vorig jaar kwam hier gelukkig verandering in, dankzij Odes, een verzameling korte lofprijzingen van zijn hand over zeer uiteenlopende onderwerpen. De odes zagen eerder (2015-2018) het licht bij De Correspondent, een alternatieve nieuwssite die zichzelf afficheert als ‘medicijn tegen de waan van de dag’. Van Reybrouck is hier de ‘correspondent lof’, lees ik op de site, ‘want journalistiek moet behalve kritisch ook lyrisch durven zijn’.

En medicinaal dát zijn ze, deze subtiel geïllustreerde pareltjes, stijlvol bijeen- en uitgebracht door De Bezige Bij. Matthijs van Nieuwkerk vroeg Van Reybrouck in dwdd waarom hij deze blijmoedige tak van journalistiek toch zo graag bedrijft. Omdat we in deze tijd en wereld nood hebben aan iets positiefs, daar kwam zijn antwoord op neer. Want de journalistiek biedt te veel van het tegenovergestelde. Alleen sportjournalisten willen nog weleens ongegeneerd uit hun dak gaan van verrukking, de rest pruimt meestal zuur. Heb je bijvoorbeeld een politiek verslaggever weleens enthousiast een nieuwe wet zien begroeten?

Ik moest hartelijk lachen en herkende de nood, ook in mezelf. En wat hij voorlas uit zijn boek smaakte onmiddellijk naar meer.

Om te smullen

Ik vind Van Reybroucks Odes om te smullen. Ze kunnen werkelijk over álles gaan: van troost, mislukking, moed of spijt tot Joost Zwagerman, Arvo Pärt, Anna Teresa De Keersmaeker en Kofi Annan. Van een ode aan de ex, de ongeboren kroost of een stille liefde tot aan littekens, de stationsrestauratie of een bierviltje. En van de muzikale genialiteit van beroemdheden als Cohen of Bowie, tot een vergeten hit van een vergeten zangeres, die evenwel Van Reybroucks hart weet "open te scheuren" en hem doet "janken om dit machteloze gepruts dat leven heet". Niets lijkt te groot of te klein om er in het korte bestek van enkele bladzijden een hymne aan te wijden. En er valt dus godzijdank – mits je daar zoals David oog voor hebt – dagelijks nog van alles te bejubelen en te bezingen.

Van Reybrouck bedrijft deze kunst meestal in proza, een enkele keer in dichtvorm. Zijn odes zijn boeiend en diepzinnig, en vaak humoristisch of diepontroerend. Neem bijvoorbeeld zijn ‘Ode aan de Moed’, over de in 1900 geboren Pools-Joodse Raphael Lemkin. Ik had nog nooit van deze man gehoord, en dat is niet gek want de meeste mensen waren hem bij zijn leven al vergeten; op zijn begrafenis in 1959 waren slechts zeven mensen aanwezig. Toch hebben we veel aan hem te danken, leer ik nu van Van Reybrouck. Lemkin vond ooit het woord ‘genocide’ uit, en maakte er zijn levenswerk van om volkerenmoord op te nemen in het internationale strafrecht. Toen hem dat in 1948 uiteindelijk lukte – de Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide werd dankzij Lemkins niet aflatende inzet het eerste door de Verenigde Naties aangenomen mensenrechtenverdrag – zochten journalisten hem die dag op in het VN-gebouw. Maar Lemkin was nergens te bekennen. Pas uren later vonden ze hem terug, in zijn eentje, in de al donkere congreszaal waar hij "zat te wenen alsof zijn hart zou breken. Hij vroeg om alleen gelaten te worden." Diep ontroerend, en geweldig dat Van Reybrouck deze volkomen onzelfzuchtige man zeventig jaar na dato alsnog met een ode in het licht zet.

Dankbaarder

In zijn nawoord tipt de auteur zijn lezers dat hij iedereen het schrijven van odes kan aanbevelen:  ‘Je wordt er opmerkzamer, enthousiaster, gretiger en dankbaarder van. Ode aan de ode, kortom.’

Ik tip daar graag aan toe dat ik iedereen kan aanbevelen zijn Odes te lezen. Of cadeau te geven. Omdat ze je stuk voor stuk goed doen en altijd achterlaten met een brede, gezonde grijns op je snoet.

[box type="shadow"]

David Van Reysbrouck (1971) studeerde filosofie en archeologie, en schrijft non-fictie, theaterteksten en poëzie. In 2010 verscheen Congo: een geschiedenis, een boek dat werd overladen met prijzen. Odes, David van Reybrouck, 208 blz., hardcover € 24,99, met illustraties van Tzenko, uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, november 2018.

 

 

 

 

[/box]

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.