In de gave van één van de drie wijzen uit het Oosten zit een verwijzing naar Jezus' dood. Is hij een spelbreker? Nee, zegt Marga Haas. Deze wijze moffelt de moeizame kant van het leven niet weg. Juist dat is troostvol. Erkennen van iemands lijden is een kostbaar geschenk.
Door Marga Haas
Bij Matteüs 2,11
Driekoningen. Na de herders van het veld komen de wijzen uit het Oosten bij het kind in de kribbe op bezoek. Zij komen niet met lege handen. Goud, wierook en mirre nemen ze mee. Zeldzame zaken, producten van ver, met moeite geoogst of gedolven. Kostbare kadootjes. Maar niet alleen op een financiële manier.
Eén van de wijzen neemt mirre mee. Hars van een struik in Zuid-Arabië. Het wordt gebruikt om lichamen te balsemen. In het hele Nieuwe Testament komt deze specifieke soort mirre op nog maar één plek voor. Als Jezus gestorven is, komt Nicodemus bij het graf met een mengsel van aloë en deze mirre om Jezus’ lichaam te verzorgen. Een geschenk dus, dat vooruitwijst naar de dood van dit kerstkind.
Een op zijn minst vreemd kraamkadootje. Maar verpest het de sfeer in de stal? Valt de jonge moeder subiet van haar roze wolk? Rust er voorgoed een smet op de kraamperiode van deze eerstgeborene? Nee. Tenminste, in mijn beleving niet. Op de een of andere manier is het zelfs troostrijk dat deze wijze, deze ziener, weet heeft van wat komen gaat en niet doet of het er niet is, niet zijn kop in het zand steekt. Nee, hij bevestigt het juist. Alsof hij met dat kadootje een toespraak houdt. ‘Jouw leven gaat niet over rozen. Jouw leven kent het nodige aan duisternis en pijn. Jouw leven brengt ook eenzaamheid en verlatenheid. Dat weet ik en ik zal het niet wegmoffelen. Het hoort bij jou en het hoort bij jouw leven. Maar dat weerhoudt me er niet van je welkom te heten op deze wereld en een geschenk voor je mee te nemen. Want het is goed dat jij er bent.’
Onze reactie op het lijden van een ander is vaak een ondernemende. We komen met troost, met oplossingen, met suggesties. Daaronder ligt de boodschap: ‘Ik kan jouw lijden niet aanzien. Dus kijk ik een andere kant op.’ En daarmee vergroten we het lijden, want zo laten we de ander in de steek. Deze wijze uit het Oosten kan ons tot voorbeeld zijn. Wat hij zegt, is, kort samengevat: ‘Ik zie je pijn.’ Dat – en niet meer. En misschien zijn deze woorden kostbaarder dan welk geschenk dan ook.
Marga Haas publiceert elke twee weken een korte overweging bij een bijbeltekst op haar blog ‘Parelduiken in de bijbel’. Zie: www.margahaas.nl
Stiltedag
Op zaterdag 3 februari van 10.00 - 15.00 uur leidt Marga Haas een Stiltedag in het Stadsklooster i.o. in Middelburg. Locatie: Simpelhuys, Simpelhuisstraat 12, Middelburg, Kosten: € 25,- (incl. koffie, thee en soep). Aanmelding: Henk Goudzwaard via stadsklooster@zeelandnet.nl. Informatie: www.margahaas.nl, e-mail: info@margahaas.nl.
Lees en bekijk meer over het feest van Driekoningen op de website van Museum Catharijne Convent.
L.S.,
Wat jammer toch dat ook u weer - zoals bijna 'normaal' geworden is - spreekt ván en schrijft óver 'Drie koningen'. Want: 1) 'magiërs' is iets anders dan 'koningen'; maar vooral 2) waar haalt u/waar haalt men dat getal 3 vandaan? Antwoord: van de 3 GAVEN. Het getal van de magiërs wordt niet vermeld, maar wie de bijbel laat spreken, komt al gauw bij Genesis 25 terecht. Abraham zendt zijn (overige) zonen naar het Oosten, mét geschenken, weg van zoon Isaäk. In Matteüs 2 keren dezen terug, mét geschenken. Of wel: de laatsten ('heidenen') worden de eersten.
Wilt u toch een getal noemen, houd het dan op die 6 zonen uit Genesis 25. Ik heb hier al vaak over geschreven en het ook in een 'Lied voor Epifanie' opgenomen.
Vriendelijke groet, Niek Schuman.
Beste meneer Schuman,
Hartelijk dank voor uw reactie. Een intrigerende invalshoek, dank u wel!
U begrijpt dat ik met het eerste woord van mijn column refereer aan de naam van het feest, zoals het in de volksmond heet. Dat er meer (of misschien wel minder) wijzen waren en dat er geen koningen staat in het NT, maar magoi, dat is een andere kwestie. Maar een column lijkt me, qua omvang en inhoud, niet de plek om deze 'strijd' te voeren.
Hartelijke groeten,
Marga Haas
Moeten we het Evangelie perse zo uitleggen, en niet gewoon als mythe / legende beschouwen zónder eventuele verzachtende, relativerende opmerkingen in de kantlijn? Het gaat toch niet om ons, een theoloog en zijn of haar privé-opvattingen etc.?! Brengt deze theologische uitlegkunde ons ook wel dichter bij het ontwerp of doel van echte christelijke evangelisatie die toch wat anders is dan kennis van mogelijke feiten, namelijk geloofsgoed dat moet aanzetten tot uittreden uit jezelf, je Ego, en je openen voor Jezus / God / de ander, en dus bekering tot een alles insluitende liefde, ofwel een leven vanuit het koninkrijk Gods waaraan we nu reeds deelhebben?