“God vraagt tot zwijgen gebracht te worden, zodat mensen bevrijd worden, zoals Endo beschrijft”, zo vat Jean-Jacques Suurmond zijn favoriete boek ‘Stilte’ van de beroemde Japanse auteur Shusako Endo samen. Suurmond is emeritus predikant, oud-columnist van Trouw en coach. “Mij treffen vooral de paradoxen in het boek. Voor mij is echt geloof paradoxaal.”

Door Cees Veltman

Jean-Jacques Suurmond

“Het is een historisch boek over een zeventiende-eeuwse priester die naar Japan gaat waar christenen worden vervolgd. Daar wordt zijn geloof op de proef gesteld en verandert zijn beeld van God en Jezus. Het boek is verfilmd door Martin Scorcese. Die film heb ik niet uit kunnen zien: te sensationalistisch met lange beelden van gemartelde christenen die ondersteboven in een put worden gehangen tot ze hun geloof afzweren. Een gemiste kans van Scorcese. Hij had meer spirituele gevoeligheid aan den dag kunnen leggen.

Het boek kwam uit in 1966, maar ik ontdekte ‘Silence’ pas in 1980 in Amerika. Het is een meeslepend geschreven roman, gebaseerd op feiten, met als thema een zwijgende God. Totdat hij aan het eind spreekt. Dan vraagt hij paradoxaal om tot zwijgen gebracht te worden. Dat is God, hij wist zichzelf steeds weer uit. Hij is altijd dezelfde maar nooit hetzelfde, tot wanhoop van gelovigen die houvast en zekerheid in het geloof zoeken. Je kunt de stilte zoeken om God te vinden, maar misschien is de stilte wel God. Ik ben zelf de stilte meer gaan beleven. Het oningevulde, het woordeloze, dat wat buiten ons begrip valt, is God die wacht om opnieuw tot leven te komen en dan bevrijding brengt.

Iemand zei eens: het wit tussen de woorden is belangrijker dan de woorden zelf. Voor mij als coach is dat inzicht belangrijk. Het voorkomt dat ik na een paar gesprekken denk te weten hoe iemand is. Nee, mijn mening over een ander moet steeds uitgewist worden. De mens is steeds anders als evenbeeld van God. Ik moet niemand vastpinnen op iets wat waarschijnlijk niet klopt. Dat vraagt van mij om de stilte te eerbiedigen tussen mij en die ander in. Toen ik als geestelijk verzorger werkte in een verpleeghuis, raadpleegde ik niet de dossiers van nieuwe mensen. Ik wilde ze voor de eerste keer zo blanco mogelijk ontmoeten.

“'Geboren om vertrapt te worden'. Dit hoor je weinig in de kerstpreek”

De Portugese priester Sebastian Rodriguez ontdekt in Japan hoe gruwelijk christenen onderdrukt worden door de boeddhistische meerderheid, met veel martelingen. Opgepakte christenen moeten hun geloof afzweren door een bronzen plaat met een afbeelding van Christus te vertrappen. Dat werpt een ander licht op boeddhisten als je de illusie aanhangt dat boeddhisten alleen maar vrede willen. Recent nog waren er gruwelijke vervolgingen van moslims in Myanmar. In de praktijk vind je bij het boeddhisme, net als bij het christenendom, van alles: de mooiste en de lelijkste dingen. Dat is misschien maar goed ook. Dat kan ons helpen ons niet te verslingeren aan een religie als het ideale systeem, ten koste van andersdenkenden. Het systeem haalt zichzelf steeds weer onderuit. Endo focust als rooms-katholiek op Christus die zichzelf onderuithaalt.

Rodriguez wordt als christen gevangengenomen. Hij moet toekijken als gelovigen weigeren op die beeltenis van Christus te trappen en gestraft worden. Het extra pijnlijke is dat die christenen hadden geweigerd Rodriguez te verraden. Hij kan hun lijden beëindigen door zelf op die beeltenis te trappen. Hij wordt verscheurd door enerzijds zijn loyaliteit aan zijn geloof en anderzijds door het leed van zijn medegelovigen. Pas aan het einde van het boek spreekt Christus voor het eerst: trap maar, trap maar, ik weet van je pijn. Daarom ben ik op de wereld, om door mensen vertrapt te worden. Dat hoor je weinig zeggen in de kerstpreek. Geboren om gekruisigd te worden. Uiteindelijk trapt Rodriguez op de afbeelding van Christus zodat zijn medegelovigen bevrijd worden. De room-katholieke kerk ziet hem als afvallige. Hij mag zijn taak als priester niet meer uitoefenen.

Wat mij in dit boek vooral treft zijn de vele paradoxen. Voor mij is echt geloof paradoxaal. Dat vind ik mooi aan de oude geloofsbelijdenis: Christus is waarlijk God én waarlijk mens. Dat is een grote paradox, dat krijg je niet op een rijtje. Door zijn geloof af te zweren, gaat Rodriguez werkelijk geloven. Hij doet immers wat Christus zegt: trap maar, zweer je geloof maar af. Daar leer ik van dat het gezond kan zijn om af en toe van je geloofsbeelden te vallen en dingen te doen die godslasterlijk lijken. Dan zitten geloofsvoorstellingen niet meer tussen mij en anderen in. Dan kun je dieper in je geloof vallen.

Ik voel in sommige kerken genoeg ruimte om van mijn geloof te vallen en er dieper in te vallen. Religies herbergen schatten van wijsheid waar je van kunt leren om in deze wereld je weg te vinden. De grote religies in de wereld zijn niet voor niets groot. Ze spreken door de eeuwen heen mensen aan. Dat geeft hun waarde aan. Zelfs atheïsten gebruiken vaak religieuze taal. Als iemand tegenwoordig zegt: ‘ik geloof niet’, weet ik niet wat hij bedoelt. En als een ander zegt: ‘ik geloof wel’, weet ik ook niet wat hij bedoelt. Atheïsten beginnen altijd te zeggen dat ze niet geloven in een God die alles controleert en bestuurt. Nee, dat geloof ik ook niet. God is liefde, al ervaren we dat niet altijd zo.

Godsbeelden zijn een blijvend actueel thema. Kijk maar naar bekeerlingen die in naam van hun godsbeeld mensen geweld aandoen, zoals bij IS en Hamas vandaag en ook extremistische Israëlische kolonisten die met de bijbel in de hand zeggen dat ze recht op Palestina hebben. Daar zijn de godsbeelden absoluut geworden. Daarom is het relativeren van godsbeelden van levensbelang om religie levend te houden en tot vrede en verzoening te komen.

"In de Pinksterbeweging zat weinig keuzevrijheid"

Rond 1980 was ik actief als voorganger in de Pinksterbeweging in Amerika. Daar vind je heel duidelijke opvattingen over wat echt geloof is en wat het niet is, over wat van God is en wat hij wil en wat van de duivel is en wat die wil. Daartussen zat weinig keuzevrijheid. De anderen moest je bekeren. Dat vond ik zelf ook, want ik wist niet beter. De Pinksterkerk was de enige kerk die ik kende. Ik ben buitenkerkelijk opgevoed. Maar het begon al wel te wringen bij mij.

Dit boek hielp me om het paradoxale van het geloof te ontdekken. In de Pinksterbeweging was de hel iets buiten God. Nu weet ik: de hemel en de hel zijn in God, allebei. Niets is buiten God, anders zou het niet kunnen bestaan. Dat is een enorme spanning, net als Jezus die waarlijk God en waarlijk mens is. Dit boek hielp mij de ogen hiervoor te openen. Later heb ik dat filosofisch beter kunnen verwoorden aan de hand van Kierkegaard vooral.

In de jaren tachtig las ik de Amerikaanse theoloog Paul Tillich. Zijn boeken rijmen met wat Endo vertelt in zijn boek. Tillich is een van de weinige moderne theologen die veel van de mystici heeft geleerd. Hij vraagt: wat is die kruisiging? Het Nieuwe Testament vertelt dat Jezus ‘het beeld van de onzichtbare God’ is. Dat beeld wordt gekruisigd. Dat is de wijze waarop God in de wereld aanwezig is, als degene die alle godsbeelden, alle beelden sowieso, kruisigt en onderuithaalt. Trap maar, zegt Jezus tegen Rodriguez. Dat verlost van beperkte beelden en brengt bevrijding.

Door te trappen op de beeltenis van Christus, relativeert Rodriguez het offer van zijn medegelovigen die gedood werden omdat ze geweigerd hadden te trappen. Was die offerdood dan voor niets geweest? En tegelijk redt hij de christenen die nog in de put hingen. Dat leert me dat wat vroeger voor anderen geloofsinspiratie was, dat nu niet voor ons hoeft te zijn. Het kan juist beknellend wezen, zelfs dodelijk. Een eigen weg gaan, lijkt een ontkenning van wat anderen geloven maar dat hoeft het niet te zijn. Het is kennelijk toch de weg die God met mij gaat, zoals ook Rodriguez een eigen weg ging. Als Christus tot je spreekt om hem te vertrappen, dan trap je maar, ook al zien anderen dat als godslastering.

Geloven kan alleen de weg zijn die je zelf te volgen hebt. Niet een imitatie van het geloof van anderen. Als je kerkelijk opgevoed wordt, leer je hoe anderen geloven, maar op een gegeven moment houdt dat op en kun je alleen maar je eigen weg in het geloof gaan. Dat is vrijheid. De verschillen in levensovertuiging doen er niet meer toe. In elk mens is God aanwezig, anders zou de mens niet kunnen bestaan. Of iemand dat beseft en erkent of niet, is niet zo belangrijk.”


Shusako Endo, ‘Stilte’, Kok, 224 blz., € 23,-

Martin Scorcese, ‘Silence’, film, 2016

Jean-Jacques Suurmond, ‘God zijn, een oefening in bescheidenheid’, Boekencentrum, 320 blz., € 12,50

 

Trakteer de redactie op een kopje koffie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.