Lisette Thooft zal heus wel meedoen met alle voorzorgsmaatregelen die vanwege het coronavirus zijn afgekondigd. Maar wat haarzelf betreft: ze is niet bang. Trouwens is de coronacrisis niet ook een controle-crisis? We hebben leven en dood niet in de hand. 

Door Lisette Thooft

Op Facebook postte ik van de week deze tekst.

Wat ik van corona verwacht:
Ik verwacht niet dat ik besmet word.
En als ik besmet word, verwacht ik niet dat ik ziek word.
En als ik ziek word, verwacht ik dat het mild is.
En als ik toch ernstig ziek word, verwacht ik niet dat ik eraan dood ga.
En als ik er toch aan dood ga, verwacht ik dat het heel fijn is aan Gene Zijde.
Volgens mij is dat een behoorlijk realistische verwachting.

De meeste reacties waren positief, maar er kwam ook kritiek. “Je kan het ongemerkt aan anderen doorgeven die minder gezond zijn,” schreef iemand. “Dus alleen al daarom is zoveel mogelijk thuis blijven zinvol. Het gaat niet alleen om jou!”

Ho ho, dacht ik, ik heb toch niet gezegd dat ik zo veel mogelijk longvocht ga rondsproeien? Ik doe echt wel mee met de voorzorgsmaatregelen. Ik ben alleen niet zo bang.

“Elke zin gaat over ‘ik’. Best wel egoïstisch toch?” schreef iemand anders. Ik krabde me achter de oren. Ben ik een beter mens voor mijn medemensen als ik bang ben?

“Denk je niet dat het uitmaakt hoe je de overgang naar gene zijde maakt?” vroeg een vriendin. “Als je doodgaat door het coronavirus ga je alleen. Want als het ernstig is, lig je op de ic, en daar mag niemand bij. Heb je dat bij je verwachtingen ingecalculeerd?”

Wel wis en waarachtig. Sterker nog, ik had altijd gehoord dat de meeste mensen sterven als ze even alleen zijn, als de familie uitgeput is gaan slapen – omdat het veel moeilijker is om afscheid te nemen als er dierbaren om je bed zitten. Dus ja, dat was allang ingecalculeerd.

Ik belde met een andere vriendin en vroeg waarvoor zij bang was en ze zei dat ze de dood niet vreesde. Maar wel hoe, zei ze: “Ik wil niet stikken.”

Daar heb je toch niks over te zeggen, wierp ik tegen. Niet wanneer je gaat, en ook niet hoe. We kennen dag noch uur. Noch manier waarop.

Eerder vorige week zei mijn kleindochter van elf: “Oma jij mag niet dood gaan als je corona krijgt, hoor.” Ze had op het Jeugdjournaal gezien dat kinderen bij oma’s en opa’s moeten wegblijven.

“Kind, ik ben pas 66,” zei ik, “en ik heb de weerstand van een nijlpaard. En trouwens als ík echt oud ben en gammel begin te worden – dan bid ik de hemel op mijn blote knietjes dat er een virus langskomt waar ze nog niks tegen hebben.” Zodat ik niet eindeloos chemisch gepantserd in leven word gehouden.

Vroeger heette longontsteking the old man’s friend, omdat het oude mensen genadig naar de andere wereld hielp. Tegenwoordig willen we alles onder controle hebben – wanneer we beter worden, wanneer we doodgaan.

Zou dat het zijn, vroeg ik me toen af – is dit een controle-crisis? Maar is controle over de manier waarop het leven gaat, niet vrijwel altijd een illusie?

Hoe zou het zijn als we meer godsvertrouwen hadden?

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.