Eergisteren, 18 september, begon de Vredesweek. Vredesorganisatie Pax vraagt ons wat wij doen ‘in Vredesnaam’. Maar laten we niet te snel denken dat vrede maakbaar is, zo luidt het pleidooi van Erik Borgman. Vrede moet gevonden worden, geëerd en zo mogelijk uitgebreid. Dat vraagt minder activisme en meer contemplatie. Zo is na de Tweede Wereldoorlog Pax Christi ook begonnen.
Door Erik Borgman
Erik Varden, de trappistenmonnik die sinds 2019 de bisschop van Trondheim is, schreef op 15 september op zijn blog coramfratribus.com/notebook over het orthodoxe klooster Sint Onufrius. Onufrius was een Egyptische woestijnvader, maar het bedoelde klooster ligt in Jabłeczna langs de rivier de Westelijke Boeg in Polen.
Heer, ontferm u
Aan de overkant van de rivier houdt Wit-Rusland grote groepen vluchtelingen in gijzeling. Alexander Lukashenko dreigt hen de Europese Unie in te sturen als die de sancties tegen zijn land niet opheft. Verderop houdt Rusland grootschalige militaire oefeningen om de EU en Oekraïne zijn spierballen te laten zien. Het klooster ligt op de grens van een angstig en daarom gewelddadig gesloten Europa. Te midden van dit alles zingen de monniken van het Sint Onufrius-klooster: Gospodi pomiluy, Gospodi pomiluy, Gospodi pomiluy – Heer ontferm u, Heer ontferm u, Heer ontferm u.
Bij het begin van de Vredesweek, die duurt van 18 tot 26 september, voel ik mij als deze monniken. Ik heb het gevoel dat het geweld en de dreiging ervan oprukt. Ik zie geen eenvoudige manier om dat tegen te houden. We kunnen er alleen maar middenin gaan staan en om Gods ontferming roepen.
Inzet voor vrede?
‘Wat doe jij in Vredesnaam?’ is de vraag die vredesorganisatie Pax ons voorlegt deze Vredesweek. "Iedereen kan iets voor vrede doen", is de onderliggende bewering, Dat is vast waar, maar ik weet bij God niet wat. In ieder geval is het niet genoeg simpelweg te zeggen vrede te willen en geweld niet te tolereren.
De Pax-oproep je in te zetten voor vrede kan naar mijn gevoel gemakkelijk een feelgood-campagne worden. Maak je je zorgen over het toenemende geweld en de toenemende uitsluiting, ook in onze samenleving? Doe dan met ons mee, dan laten we elkaar zien dat we het niet accepteren! Maar voor je het weet is de inzet voor vrede de nieuwe scheidslijn, het je wel of niet uitspreken tegen atoomwapens, het wel of niet ophangen van de regenboogvlag een teken dat zegt of je voor ons bent of tegen ons.
Voor wie vrede wil is de cruciale vraag niet: waar moeten we tegen zijn? Dat is een oorlogsvraag. De cruciale vredesvraag is: wat moeten we liefhebben in degenen die wij buitensluiten door ergens tegen te zijn? En in het verlengde hiervan: wat moeten wij daarvoor bestrijden in onszelf.
Bekering
De nasleep van 11 september 2001 de laatste twintig jaar heeft mij er definitief van overtuigd dat vrede niet zomaar in het verlengde ligt van goede bedoelingen. Je vijanden liefhebben is niet de overtreffende trap van het liefhebben van je vrienden. De overtuiging dat je beter geweld kunt ondergaan dan geweld gebruiken is iets heel anders dan dat je niet nodeloos wreed wilt zijn. Maar het zijn deze dingen die nodig zijn! Het is uiteindelijk nodig desnoods slachtoffer te willen te zijn om geen dader te worden.
Dat vraagt bekering. Bekering tot een goedheid die je niet in eigendom hebt of kunt verdedigen, maar die je alleen kan respecteren. In het licht van de noodzaak van dit respect herken je dan dat je zelf een vijand kunt zijn en dat je allereerst de plicht hebt deze vijand te bestrijden.
Pax Christi
"Wat doe jij in Vredesnaam?", vraagt Pax. In de naam dus van de Vrede. Met een hoofdletter. Het is een vage allusie op de steeds meer verzwegen oorsprong van Pax in Pax Christi, de vrede van Christus. Vrede-met-een-hoofdletter is uiteindelijk een aanduiding voor Christus. ‘Hij is onze vrede’, schrijft de apostel Paulus, doordat Hij "twee werelden één gemaakt heeft en de scheidsmuur heeft neergehaald" (Efeziërs 2,14). Het is een gecompliceerd idee: Jezus neemt volgens Paulus zowel de plaats in van degene die de regels stelt als – als gekruisigde – van degene die door deze regels worden uitgesloten. "Hij heeft vrede gesticht door in zijn persoon uit die twee één nieuwe mens te scheppen" (vers 15).
Dit betekent dat wij nooit meer zonder diepe schade aan onszelf een volk of een individu kunnen negeren of anderszins geweld aandoen om onze visie op wat goed is door te zetten. Want dan gaat een essentieel deel verloren van de nieuwe mens die God heeft geschapen door de gedode Christus te doen verrijzen en waarvan wij deel zijn. Anders gezegd, dan gaat er een essentieel deel van onszelf verloren.
Uitdrijven van demonen
Ik denk deze dagen geregeld aan de bezetene in het land van de Gerasenen die volgens het evangelie door niets en niemand in bedwang te houden was. Nadat Jezus zijn demonen had uitdreven, was dezelfde man die naakt rondzwierf en zichzelf en anderen bedreigde nu rustig, "gekleed en goed bij zijn verstand" (Marcus 5,15). Hij zat zelfs aan de voeten van Jezus (Lucas 8,35). Jezus zag blijkbaar dat hij dat in zich had, dat dit ondanks zijn vervaarlijke uiterlijk en zijn dreigend gedrag zijn ware bestemming was. Hij sprak hem daarop aan en hierdoor werd het onmogelijke mogelijk.
Na de Tweede Wereldoorlog begon de katholieke vredesorganisatie Pax Christi niet met activisme, maar met contemplatie. Men wilde werkelijk leren zien wie de vermeende vijand was, werkelijk leren begrijpen wat er had plaatsgevonden, werkelijk inzien hoe het zover had kunnen komen, die miljoenen doden, die nog veel meer miljoenen ontheemden en statenlozen, die vernielde steden. Misschien is dit wel het belangrijkste wat wij ook vandaag voor de vrede kunnen doen: goed blijven kijken. Net zolang tot we zien dat vrede ook van onze vijand de ultieme bestemming is.
Wij kunnen de demonen niet allemaal uitdrijven. Maar we kunnen ons wel blijven inspannen te zien wat er mogelijk zou zijn als we dat wel zouden kunnen. Zo drijven we misschien een paar van onze demonen uit: Gospodi pomiluy, Heer ontferm u,