Onze tijd zou wel eens erg gebaat kunnen zijn met een afgestoft christelijk sociaal denken. De vier principes van deze traditie - menselijke waardigheid, solidariteit, subsidiariteit en algemeen welzijn - hebben eerder in de recente geschiedenis hun waarde bewezen. René Grotenhuis heeft daar meer vertrouwen in dan in de nostalgie van Wilders en Le Pen of de retroriek van nieuwkomer Macron.
Door René Grotenhuis
Opluchting in Europa na de overwinning van Emmanuel Macron bij de Franse presidentsverkiezingen. Maar net als in Nederland, waar de PVV weliswaar niet de grootste was, maar wel winst boekte, heeft ook het Front National flinke winst geboekt. Het lijkt er eerder op dat de kloof groter wordt dan kleiner en PVV en Front National maken zich op voor de volgende ronde: er is in hun ogen wel een slag verloren, maar niet de oorlog.
Overal is de kloof tussen populisten en Europeanen, tussen eigenheimers en globalisten, aan de orde en het lijkt er niet op dat die kloof snel gedicht wordt. Gaat Theresa May de kloof dichten door enerzijds de Brexit te realiseren en anderzijds Groot-Brittannië bij elkaar te houden én verbonden met Europa? Gaat Macron de Fransen nieuw elan en geloof in de toekomst geven, waaraan ze zich uit hun moeras optrekken?
Christelijk sociaal denken
Hoewel de positie van kerk en christendom in Europa de afgelopen decennia flink is afgekalfd, is het de moeite waard te rade te gaan bij de traditie van het christelijk sociaal denken. Twee keer heeft het christelijk sociaal denken een belangrijke rol gespeeld in het overwinnen van tegenstellingen.
De eerste keer was op het einde van de negentiende eeuw toen de tegenstellingen tussen liberale kapitalisten en sociale communisten steeds feller opliepen. Het christelijk sociaal denken dat zich toen vormde heeft altijd geweigerd om in die tweestrijd partij te kiezen tussen markt en staat maar heeft een eigen lijn van denken ontwikkeld. Op basis van principes van menselijke waardigheid, solidariteit, subsidiariteit [1] en het algemeen welzijn werd een eigen sociaal denken ontwikkeld dat in de twintigste eeuw in West-Europa steeds meer voet aan de grond kreeg.
De tweede keer was na de Tweede Wereldoorlog toen het christelijk sociaal denken een centrale rol heeft gespeeld in de hoofden van de architecten bij het overwinnen van de Frans-Duitse tegenstelling en het bouwen van het nieuwe Europa.
Kloof
Ik geloof dat alle vier principes van het christelijk sociaal denken nu volop aan de orde zijn in het maatschappelijk debat over de kloof in de samenleving. Het algemeen welzijn lijkt steeds verder op de achtergrond te raken omdat iedere groep vecht voor zijn eigen groepsbelang. Alles is markt geworden, voorwerp van competitie, waarin het recht van de sterkste zegeviert. Solidariteit is teruggebracht tot een stelsel van subsidies en uitkeringen, waarbij de essentie van solidariteit als betrokkenheid bij elkaar verschraalt. Subsidiariteit wordt steeds meer gewantrouwd: als de overheid het niet uniform voor iedereen regelt en toezicht houdt, gaat het verkeerd. Als een rupsje-nooit-genoeg neemt de overheid steeds meer plaats in in de samenleving. Ook menselijke waardigheid staat in de groeiende kloof onder druk. In de roman Swingtime van Zadie Smith komt een Ghanese taxichauffeur uit New York ten tonele die in de vergelijking met zijn land van geboorte New York beschrijft als een stad waarin minachting voor zijn soort mensen aan de onderkant, zwarten, immigranten, overal voelbaar is. Hij heeft het materieel beter dan hij het had in Accrah, maar de minachting knaagt aan zijn gevoel van waardigheid.
Kracht
Ik maak mij geen illusies over de invloed van het christelijk sociaal denken op het politieke en sociaal-culturele klimaat van de samenleving. Maar het zou de moeite waard zijn om die christelijk sociale traditie af te stoffen, ons af te vragen waar haar kracht lag in de afgelopen anderhalve eeuw en te kijken wat we er aan kunnen hebben.
Daarvan is meer te verwachten dan van de nostalgie van Wilders of Le Pen die teruggrijpen op een Nederland en Frankrijk dat nooit heeft bestaan. Dat levert ook meer op dan de retoriek van Macron die vooral rept over innovatie, modernisering en flexibiliteit. Daarmee gaat hij, vrees ik, de kloof in Frankrijk niet dichten.
----
[1] Subsidiariteit is een moeilijk in één woord te vertalen term. De essentie is dat mensen en gemeenschappen zelf de ruimte moeten krijgen voor eigen initiatief en eigen oplossingen, zonder dat die van bovenaf (staat) worden gedicteerd. Tegelijkertijd heeft de samenleving/staat wel de plicht mensen en gemeenschappen zo goed mogelijk te ondersteunen (o.a. onderwijs) bij het ontwikkelen van hun initiatief en hun oplossingen.
Waarom wordt niet kritisch gekeken naar politieke partijen die zich met etiket christelijk tooien. Wat is hun politieke houding t.o.v. de christelijke traditie
De vier principes van deze traditie – menselijke waardigheid, solidariteit, subsidiariteit en algemeen welzijn zijn mooie waarden maar daar heeft het orthodox christelijk denken nou niet bepaald een monopolie op.
Ik onderschat zeker niet de waarde van het christendom in deze verharde en individualiserende maatschappij. Ik ben er dan ook van overtuigd als gnostisch christen dat de boodschap van liefde
universeel zou moeten zijn maar helaas is hij dat niet. Wat vooral niet vergeten moet worden is de liefde
voor onze medemens ongeacht kleur,geloof of afkomst! En liefde voor je medemens hoeft nooit afgestoft te worden,die wonen in elk mens....Het is alleen zaak die liefde in jezelf terug te vinden voor
al wat leeft mens,dier en natuur. Als je zonder veroordeling of angst van jezelf kunt houden dan pas kun je oprecht wat voor die ander beteken.
Het CDA is bedroevend rechts,tijdens de kabinetsonderhandelingen!
Het roer moet om Buma !