Boeken kunnen richtingwijzers zijn, of als vrienden op je levenspad. In de rubriek ‘Mijn boek’ interviewt journalist Cees Veltman iedere maand een hedendaagse zinzoeker over zijn of haar favoriete boek. Theologe Marga Haas (44) vond in de middeleeuwse mysticus Meester Eckhart een gids, die haar hielp haar ervaring met hedendaagse spiritualiteit en haar christelijk geloof met elkaar te verenigen.
Door Cees Veltman
“Toen ik 40 was, heb ik toegegeven aan een lang gekoesterd verlangen om stilte te zoeken en God een grotere plaats te geven in mijn leven. Ik ben gaan mediteren, dagelijks nadat ik mijn kinderen naar school had gebracht. Dat zette nogal wat in gang. Het leverde veel nieuwe ervaringen op die mij aan de andere kant ook weer bekend waren, maar nu kwam er meer ruimte voor. Die ruimte was er voorheen niet. Ik ben opgeleid als theoloog en heb geleerd ervaring te wantrouwen. Persoonlijke ervaring zou wel eens te persoonlijk kunnen zijn. Je weet nooit of het allemaal wel klopt. Misschien is het wel een duiveltje in je. Je zou ook iets kunnen bedenken wat jou toevallig goed uitkomt. Nee God is de Ander, de Tegenover. Daar werd in Amsterdam bij de theologische opleiding de nadruk op gelegd.
Een stok achter de deur
Op mijn eigen meditatiebankje had ik de ervaring dat er een heleboel gebeurt. Ik vroeg me af of anderen die ervaring ook hadden en hoe die ervaring zich verhoudt tot het geloof. Ik las Deepak Chopra en Eckhart Tolle. Daar herkende ik veel in en dat deed me wel goed, maar ik kwam ook in een spagaat terecht. Nadat mijn vader me op de middeleeuwse mysticus Meester Eckhart had gewezen, zag ik dat hij een brug kon vormen tussen mijn ervaring op het meditatiebankje en het christelijk geloof en de Bijbel. Ik had wel een stok achter de deur nodig om me verder in Eckharts werk te verdiepen. Als ik nou eens cursussen over hem geef, moet ik wel, dacht ik. Dat heb ik gedaan en een van die groepen draait na drie jaar nog steeds. We hebben nu heel het werk van Eckhart gelezen. Je hebt elkaar nodig om samen op Eckharts teksten te kunnen kauwen en de voedingsstoffen eruit te krijgen, want in je eentje kom je er maar moeizaam doorheen. Het is geen gemakkelijk toegankelijke stof, maar het verbindt het denken van Oost en West, zei een cursist.
Je ware zelf
Eckhart biedt mij een heel nieuw beeld van God of, beter gezegd, een nieuwe manier om naar God te kijken. Eckhart geeft veel ruimte en legt sterk de nadruk op zelfonderzoek. Waar je jezelf aantreft, laat jezelf daar los, adviseert hij. Probeer weg te komen van het ego en maak ruimte voor het ik met een hoofdletter - niet het dikke ik, maar je ware zelf, of voor God in jou.
Wat je vertrouwd is, is in feite je vijand, zegt Eckhart ook. We zijn geneigd ons vast te klampen aan overtuigingen die we ons in de loop van de tijd eigen hebben gemaakt, maar we kunnen die beter helemaal achter ons laten. Eckhart is daar vrij radicaal in. Dat loslaten is volgens hem nodig om God God te laten zijn, want met ons denken kom je er niet. Alle etiketten die we op God hebben geplakt, moeten weg. God moet ‘ontworden’ zegt hij. Hoe leger je wordt, hoe meer ruimte er komt voor God en hoe meer je een instrument kan worden in zijn handen. Zoals Gerrit Achterberg zei: ‘De mens is voor een tijd een plaats van God.’ Ik ben, denk ik, even radicaal, maar dat durf ik nauwelijks hardop te zeggen, want ik weet hoe pijnlijk die boodschap is. Het leeg worden zal ons misschien ook niet helemaal lukken, want overtuigingen zitten immers diep, en het is moeilijk om steeds maar af te dalen tot wat nu nog onbewust bij je leeft. Je buitenkantige ik staat je binnenkantige ik in de weg. Laat alles wat menigte is los, schrijft Eckhart en keer terug naar de oorsprong en de grond waaruit je bent gekomen. Dat advies is nog steeds actueel want onze tijd barst van de menigtes. Er komt zoveel op ons af aan indrukken en aanbiedingen dat het onze aandacht verstrooit. We vallen in kleine stukjes uiteen. Het bevorderen van individualisme was zeker niet wat Eckhart beoogde. Volgens hem was de hele mensheid één. Hij heeft ongetwijfeld eenheidservaringen gehad en die probeerde hij over te brengen. God is één. Open je ogen voor de oergrond achter de zichtbare werkelijkheid waaraan we zo gemakkelijk voorbij gaan.
Binnenkant
De een is transparanter dan de ander. Het waarnemen van de binnenkant van iemand anders heeft ook te maken met de zoektocht naar je eigen binnenkant. Als je die eigen binnenkant niet goed kent, kun je de binnenkant van een ander ook niet goed zien. Als je inziet dat het leven een vorm zoekt in tijd en ruimte, in de mens en in alles, ga je anders tegen mensen aankijken. Ja, ook tegen criminelen. Al zal ik God in een IS-strijder niet snel kunnen zien. Maar dat ik het niet zie, wil nog niet zeggen dat God niet ook in hem leeft.”
Meister Eckhart, Over God wil ik zwijgen: preken & traktaten, Historische Uitgeverij (2010), 407 blz., € 35,-.
Loskomen van je EGO? Dat lukt nooit, tenzij soms even; in een moment van finale ont-hechting en vertwijfeling. Dan merk je soms a) Licht en b) allesdoordringende verwarming. Traditioneel wordt dat met G'd zelf geassocieerd, die de Liefde zelf heet te zijn. (1 Joh. 4:8) Tijdens de gemeenschap en tijdens een trip met een drug kan dezelfde ervaring/gewaarwording optreden. Maar omdat niemand G'd kent of ontmoet heeft, valt niet te achterhalen of genoemde associatie hout snijdt of niet!
Of mevr. Haas dus meer ruimte voor G'd heeft gevonden, is en blijft dus de vraag. Voor hetzelfde geld is het projectie, inbeelding, wensdenken.
Maar als G'd de liefde zelve is, dan vind je in genoemde godservaring wel een aanknopingspunt voor de idee dat het onze ultieme roeping is om lief te hebben en bemind te worden. Wie die liefdevolle bevestiging met heel zijn lijf en zinnen beleefd heeft, lijkt totaal veranderd, en wil z'n geluk wel van de daken blijven schreeuwen; snapt ook niet meer dat anderen voor geld, status en macht kunnen blijven gaan als ware het hun opdracht vanwege G'd zelve.
Dat aanknopingspunt voor je roeping vind je overigens niet zonder bewuste intellectuele arbeid, dunkt mij. Je moet erover nadenken vanuit de religie of levensfilosofie waarin je grootgebracht bent. Doe je dat niet, dan gaat je zelfs na de mooiste ervaring die er bestaat beslist geen licht op, is mijn ervaring.
Naar mijn idee moeten we dus heel voorzichtig zijn met al te stellige beweringen over G'd. Hem kennen blijft immer een kwestie van interpretatie, ofwel geloven.
Lezen jullie dagblad Trouw? Ik las gisteren in Letter en Geest het volgende van Spinoza uit zijn Ethica: God is zonder hartstochten en wordt niet beïnvloed door pijn en genot. Strikt genomen heeft God dus niemand lief.
Al jaren bevrag ik mijn medemensen hoe ze to h weten dat God Liefde is. Ik heb nog nooit een bevredigend nawoord gekregen . En nu las ik gisteren bovenstaande tekst.
Wie, o , wie heeft een antwoord op mijn toch wel prangende vraag?z
Lezen jullie dagblad Trouw? Ik las gisteren in Letter en Geest het volgende van Spinoza uit zijn Ethica: God is zonder hartstochten en wordt niet beïnvloed door pijn en genot. Strikt genomen heeft God dus niemand lief.
Al jaren bevrag ik mijn medemensen hoe ze to h weten dat God Liefde is. Ik heb nog nooit een bevredigend nawoord gekregen . En nu las ik gisteren bovenstaande tekst. Wie heeft hierop een antwoord?