Overleeft de kerk de coronacrisis. Een vraag die volop binnen de kerken klinkt, merkt Erik Borgman.  Maar de kerk is er niet om in een behoefte te voorzien, maar om een 'gedachtenis levend te houden'. "Geen klantenbinding dus, geen zorgen of mensen wel terug zullen komen. Daar deed Jezus niet aan omdat zijn God er niet aan doet."

Door Erik Borgman

‘Kan de kerk een tweede golf van de coronapandemie wel aan?’, vroeg een journalist mij. Ik reageerde een beetje verbaasd. De kerk zal heus wel overleven, zei ik. Ze heeft al meer dingen overleefd. Maar vooral: wij kiezen nu eenmaal onze omstandigheden niet. Waar we ook zijn en hoe het ook is, we hebben altijd onder de gegeven omstandigheden kerk te zijn.

De vraag van de journalist klinkt echter ook binnen de kerken volop. Kunnen we dit wel overleven? Deze laatste variant lijkt vooral neer te komen op: zullen de mensen de kerk nog wel zo blijven missen, dat ze terugkomen als we weer open mogen. Hier verraad zich een kerkelijk zelfbeeld dat ik buitengewoon vreemd vind. De kerk is toch geen aanbieder van lezingen of voorstellingen, op zoek naar publiek? Dat is in ieder geval niet mijn beeld van de liturgie.

Niet voor onze behoeften

De kerk is er niet om aan behoeften te beantwoorden. Dat idee ontstond in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw: dat je naar de kerk ging om inspiratie op te doen, zodat je weer wist waar je je de rest van de week voor inspande en dat vol kon houden. Maar daar zat de overtuiging achter dat we eigenlijk wel wisten wat we dan moesten volhouden: de inzet voor een betere wereld in de lijn van de verzorgingsstaat die wij in Nederland aan het opbouwen waren.

Maar als Jezus bij het Laatste Avondmaal zegt: ‘Doe dit tot mijn gedachtenis’, dan geeft Hij een opdracht. Het is onze opdracht zijn gedachtenis levend te houden, of wij daar nu behoefte aan hebben of niet. Daarom is het idee van wat onder katholieken ‘de zondagsplicht’ heet ook helemaal niet zo gek. "Op zondag en op andere verplichte feestdagen zijn de gelovigen verplicht aan de mis deel te nemen", zegt het wetboek van de katholieke kerk (canon 1247).

Grondslag en bezegeling

Het vieren op zondag is "de grondslag en de bezegeling van heel het christelijk leven", zegt de Catechismus van de Katholieke Kerk (no. 2181). We brengen onze pogingen ons leven op een christelijke manier vorm te geven bij elkaar en maken zo duidelijk dat dit is waar we op beoordeeld willen worden. Vervolgens worden we opnieuw op het spoor van dat christelijke leven gezet. Grondslag en bezegeling. We moeten steeds weer leren leven ‘tot mijn gedachtenis’: in vertrouwen op en overgave aan God, die ook en misschien wel juist aanwezig is waar Hij afwezig lijkt. Dat is iets heel anders dan een behoefte, al beantwoordt het naar christelijke overtuiging uiteindelijk aan ons diepste verlangen.

We gaan naar de kerk om steeds opnieuw van God zelf in Jezus Christus de Geest te krijgen. Zo worden we niet zomaar bevestigd, maar herschapen. Herschapen naar gelijkenis van Jezus die als Gods gezalfde maakte dat: "blinden zien, kreupelen lopen, melaatsen worden rein, doven horen, doden staan op en aan armen wordt de goede boodschap verkondigd" (Matteüs 11,5; Lucas 7,22).

Geen klantenbinding

Anders gezegd: we worden gezonden om voor niets te geven wat wij voor niets ontvangen (vgl. Matteüs 10,5). Geen klantenbinding dus, geen zorgen of mensen wel terug zullen komen. Daar deed Jezus niet aan omdat zijn God er niet aan doet. Daar zouden wij ook niet aan moeten doen als wij leven in zijn Geest.

Het is door vreugde, onbezorgdheid en aanstekelijke liefde voor alle mensen dat de kerk aantrekkelijk zou moeten zijn, schreef paus Franciscus al direct bij zijn aantreden in Evangelii Gaudium. Juist wanneer ze zich geen zorgen maakt over haar eigen aantrekkelijkheid, kan zij aantrekkelijk zijn.

Om niet toegeworpen

Als wij nu eens tijdens de coronapandemie gewoon – of liever: ongewoon – deden wat we altijd moeten doen: het koninkrijk van God zoeken en zijn gerechtigheid. Wat betekent dit, als veel gedwongen stil ligt, mensen bang en in zichzelf gesloten zijn, boos en verdrietig? Wat betekent het nu velen hunkeren naar contact en dat contact steeds moeilijker wordt. Wat betekent het nu wij ook mentaal ‘op slot’ dreigen te gaan en alleen nog maar oog dreigen te hebben voor onze eigen pijnen en ongemakken?

Natuurlijk waren wij niet op deze vragen voorbereid. Maar ze liggen op ons bord, laten we ons er zonder reserve aan toewijden. Dan zullen we naar Jezus’ belofte al het andere toegeworpen krijgen (vgl. Matteüs 6,33; Lucas 12,31).

 

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.