“De zon is een superbrein!”, maar daar wil ‘neo spirito’ Lisette Thooft u verder niet mee lastigvallen. (Komt u nog wel achter.) Waar het haar om gaat: steeds vaker worden wij geconfronteerd met beelden van het heelal. Goed nieuws, want: “Hoe meer we de Aarde leren zien als onderdeel van een groter geheel, hoe beter onze ‘expanding circle of consciousness werkt.'” Van stambewustzijn naar medeverantwoordelijkheid voor de verste uithoek van het universum.
Door Lisette Thooft
Op eerste kerstdag werd ik wakker met het gevoel dat ik die nacht begrepen had waarom het kwaad in de wereld was. Je kent dat misschien wel, zo’n dromerige toestand waarin je meent iets heel dieps te weten, te begrijpen of ontdekt te hebben. (Simon Carmiggelt schreef er eens over: na lang oefenen was hij erin geslaagd al sluimerend zijn nachtelijke ontdekking neer te krabbelen op een notitieblok. Hij greep er ’s ochtends naar met een opgewonden gevoel van verwachting: wat zou de briljante ontdekking inhouden? Er bleek te staan: ‘Eekhoorntje op lange weg’.)
Mijn geweldige ontdekking had te maken met het woord heelal. Om de eenvoudige reden dat het heelal het hele al is, begreep ik, het gehele alles, hoort alles erbij, dus ook het kwaad. Alles moet er zijn, ook de meest duistere afgronden van menselijke wreedheid en misère, anders is het niet het heelal, dan is het alleen maar een deel-al, een geheel-minus-iets. Op zich geen onlogische gedachte lijkt me.
Intelligent leven
Maar wat mij nou zo opvalt, is dat het heelal, het universum, de laatste tijd steeds vaker opduikt. Je komt het overal tegen, op de gekste plaatsen, zoals de opiniepagina van de Volkskrant, daags voor kerst – waarschijnlijk de inspiratie voor mijn kerstdroom. ‘Tuur naar boven en de twijfel slaat weer toe’ stond er boven het stuk van godsdienstfilosoof Taede Smedes. Hij schrijft dat er volgens astronomen zo’n veertig miljard planeten moeten bestaan, alleen al in ons eigen melkwegstelsel, die op de aarde lijken, en waar dus mogelijk intelligent leven is. Als dit waar is, en er is vooralsnog geen reden om eraan te twijfelen, zijn er twee mogelijkheden, volgens Smedes: of ufo’s bestaan echt, of God bestaat echt. Want als wij aardlingen de enige intelligente wezens zouden zijn, is de kans dat dit zuiver en blind toeval is, te verwaarlozen zo klein.
(Leuk bedacht, al heb ik het persoonlijk niet nodig om te kunnen geloven in kosmische intelligentie als bron van het gehele al. Atheïsten zijn in mijn ogen goedgelovige naïevelingen. Dat zelfs maar een fruitvliegje, laat staan het universum, zou kunnen zijn ontstaan uit dom toeval is voor mijn verstand zo onwaarschijnlijk dat je wel een fundamentalistische wetenschapsaanhanger moet zijn om dat te kunnen geloven. Natuurlijk is er intelligentie in de stof! Het hele heelal is intelligent! De zon een superbrein! Komen ze nog wel achter. Mag ik gewoon roepen, als neo-spirito.)
Grote geheel
Dit terzijde; het gaat mij om het voorkomen van het heelal in onze media, in onze gedachten, in ons bewustzijn. De ruimtevaart is verre van een nutteloze, geldverslindende hobby van een groep technocraten; het is een schitterende bijdrage aan de evolutie van het menselijk bewustzijn. Hoe meer we de Aarde leren zien als onderdeel van een groter geheel, hoe beter onze expanding circle of consciousness werkt. Van stambewustzijn naar het besef dat we medeverantwoordelijk zijn voor wat er gebeurt in de verste uithoek van het universum: we doen er vele millennia over, maar uiteindelijk valt het kwartje.
Heilig
Kwartjes vallen al bij de vleet. Neem dit schitterende gedicht A Finger, Two Dots then Me, door de dichter Derrick Brown zelf uitgesproken en tot kort filmpje gemaakt (zie hieronder). Ik kan dit filmpje niet zien zonder een zakdoek vol te snotteren van ontroering. Het gaat over een man die zijn geliefde toespreekt over het leven na de dood. Hij zal God ontmoeten en hem vragen: wat is heilig? En het antwoord is: alles. Hij somt zijn leven op in steekwoorden en bij alles roept hij uit: Holy! Van de vijf dollar die hij ooit won in Las Vegas en de vierhonderdvijftig die hij verloor, tot wat zijn grootmoeder hem vertelde op haar sterfbed: heilig! Eigenlijk zegt ook hij: alles hoort erbij, inclusief wat je liever zou missen. Heilig is het geheel. Inclusief eekhoorntjes op lange wegen. Inclusief het kwaad.
Waarom maken gelovigen toch zo vaak een karikatuur van atheïsten?
Ik ken geen ongelovigen die beweren dat het universum zou zijn ontstaan door dom toeval of, zoals ook vaak wordt beweerd, uit het niets.
Het lijkt me veel wijzer om helemaal geen harde uitspraken te doen over de oorsprong (of de schepping) van het heelal en van het leven. We weten het gewoon nog niet.
Helemaal mee eens, maar er ideeën over hebben helpt wel om voor je zelf naar de toekomst te kijken. De toekomst van jezelf, van de mensen van wie je houdt en de toekomst van de wereld. Waar wil jij voor inzetten? Wat inspireert jou? Waartoe voel jij je geroepen? Alfa en Omega ...
Kerstlied
Nu zal het wel gauw gaan sneeuwen,
Dan worden de wegen wit.
Dan rijden de drie kamelen,
Waarop elk een koning zit
Door een woestijn van eeuwen
Vol boosheid en gevit.
De herders liggen bij nachte
Te waken op het veld
Bij hun schaapjes met witte vachten.
Een engel heeft hun verteld
Dat Jezus niet langer kan wachten
Want de wereld moet hersteld.
Wat herders en koningen hopen,
Het maakt gering verschil:
Men kan het geluk niet kopen,
maar voor mensen van goede wil
Gaat de hemel éénvoudig open
En dan wordt alles stil.
Alleen wie het kwade begeren,
Die mogen niet binnen gaan,
De hemel is daar voor wie leren
De goedheid te verstaan,
Die de mensen door ons ontberen
Als wij hebben kwaad gedaan.
Door een woestijn van eeuwen
vol boosheid en gevit
Rijden de drie kamelen
Waarop elk een koning zit.
Nu zal het wel gauw gaan sneeuwen
En dan wordt de wereld wit.
Anton van Duinkerken (1903-1968)
Uit: Verzamelde gedichten