Kun je erbij blijven als een ander lijdt? Vooral voor moderne ouders is dat moeilijk. Zij willen hun kinderen liefst ieder lijden besparen. De pijn moet weg en wel meteen. Maar lijden, pijn, negativiteit horen bij het leven. Niemand ontkomt eraan, ‘gekruisigd als wij zijn in het stof’, zegt Lisette Thooft. Laten we daarom elkaar helpen het lijden te dragen. Het leven mag zijn zoals het is.
Door Lisette Thooft
Laatst had ik een gesprek met mijn Rebalancer over het proces waarin ik al bijna een jaar zit, en hij zei iets dat me trof als zo ongeveer de kern van alle hulpverlening, maar ook van de opvoeding, en misschien wel het geheim van het leven… Hij zei: “Je hebt iemand nodig om je te helpen de negativiteit te dragen.”
Zo’n simpel zinnetje. Waar zoveel in zit.
Leven in de stof
Ons bestaan op aarde is nu eenmaal vol negativiteit, dat hoort kennelijk bij leven in de stof – het botst, het schuurt, het valt, het slijt, het bloedt, het schaaft en het bijt. Om de haverklap gebeurt er iets dat pijn doet, waar je boos van wordt of verdrietig, of bang.
Veel van die negativiteit is goed te dragen, maar vaak lukt het je niet in je eentje. Voor baby’s en kleine kinderen is het niet te doen, bijvoorbeeld, om alle emoties waar ze doorheen gaan te verwerken zonder troostende aanraking en geruststellende woorden van een volwassene.
Jaren vijftig
De meesten van ons zijn als kind dikwijls in de steek gelaten met pijn, boosheid en angst. Vaak kregen we zelfs nog negativiteit van onze opvoeders erbij. In de jaren vijftig en zestig was het heel normaal om kinderen ‘hard’ op te voeden, want daar werden ze sterk van, en wie zijn zoon de stok onthield, haatte hem, weet u nog? Als je huilde omdat je pijn had, riepen je ouders: “Ik zal je iets geven om over te huilen” of: “Stel je niet aan, huilebalk.” Het gevolg is dat we al die ongehuilde tranen en onverwerkte gevoelens in de vorm van spanningen hebben weggestopt, ergens in ons lichaam. Vandaar al die opeengeklemde kaken, al die spanningshoofdpijnen, al die opgetrokken schouders, al die maagpijn en buikpijn en rugpijn alle andere onverklaarbare lichamelijke klachten die we hebben.
Direct stoppen
Zelf heb ik mijn kinderen van de weeromstuit heel anders opgevoed, bijna anti-autoritair, in elk geval zo toegeeflijk als het maar kon. Maar het rare is, ik ben niet veel beter geweest in het helpen dragen van de negativiteit. Want ik wilde óók altijd dat ze direct stopten met huilen. Ik zei bijvoorbeeld: “Kom maar schatje, stop maar met huilen, wil je iets lekkers? Hier, een chocolaatje op je knie, nu is het over!” Achteraf zie ik dat ik hun emoties niet kon verdragen, omdat de mijne nog allemaal onverwerkt weggestopt zaten in mijn eigen systeem.
Maar je hebt iemand nodig om je te helpen de negativiteit te dragen. Daarvoor ga je dan in therapie en de therapeut maakt je duidelijk dat het oké is om te voelen wat je voelt, alsnog, ook alle oude vastgeroeste en verstarde emoties. Wat je alsnog voelt en tot expressie brengt, kan wegsmelten en dan ben je weer van een stuk spanning af.
Het mag er helemaal zijn
Een goede therapeut heeft iets in zich, als het goed is, wat ik eigenlijk een essentieel christelijke kwaliteit zou willen noemen, hoewel een goede boeddhistische therapeut vast precies dezelfde kwaliteit heeft: namelijk de diepe en doorleefde overtuiging dat het leven mag zijn zoals het is. Het mag er helemaal zijn, die negativiteit, die pijn, die onmacht, die vertwijfeling… dat kruis dat we allemaal te dragen hebben, gekruisigd als we zijn in de stof, in de werkelijkheid op Aarde.
Simpel. En mooi.
» Lees ook andere artikelen van Lisette Thooft