Na Prinsjesdag, tijdens de algemene beschouwingen, zag je het gebeuren. Natuurlijk, ze kwamen weer voorbij, de cijfers en de koopkrachtplaatjes. Maar bovenal waren de politici in de weer met de psyche van de kiezer. Ratio is uit, emotie is in. Feitenvrije politiek heet dat. Hoofd en hart, gevoel en verstand, ze horen bij elkaar, maar er is nog een derde aspect, betoogt René Grotenhuis: de kern van ons menszijn, de plaats waar we onszelf steeds weer herijken en hervinden. Daar is een ouderwets woord voor: de ziel.
Door René Grotenhuis
Hoe moet je eigenlijk burgers en dus kiezers overtuigen? Dat is de vraag waar politici en politieke adviseurs zich dezer dagen het hoofd over breken. Heel lang dachten ze dat politiek vooral te maken had met verstandig en redelijk denken en handelen: evenwichtig opereren tussen verschillende belangen, zorgen dat met een politiek van verdelende rechtvaardigheid iedereen tevreden gesteld kan worden. En dus waren koopkrachtplaatjes en cijfers over de inkomensgroei van huishoudens, alleenstaanden, ouderen de hoekstenen van de politieke overredingskunst.
Inmiddels zijn politici in verwarring. Hoewel Geert Wilders zich al langer niets aantrekt van feiten, maar volledig en schaamteloos inspeelt op de emotie van zijn aanhangers als het gaat om onzekerheid en het gevoel dat hun vanzelfsprekendheden bedreigd worden, is de verwarring onder politici pas echt toegeslagen na de Brexit. In dat referendum werd duidelijk dat rationele overtuigingen en argumenten, dat tabellen en cijfers over de economisch gevolgen, niet in staat waren om het te winnen van de op angst en gevoel van bedreigd-zijn inspelende Brexit-campagne. En die campagne leverde het ‘leave’ kamp onverwacht een meerderheid op. Wat in Groot-Brittannië gebeurde, zou ook zomaar in Frankrijk, Nederland of Duitsland kunnen gebeuren.
Psyche van de kiezer
En dus zoeken politici naarstig naar een toegang tot de psyche van de kiezer. Als cijfers niet meer het antwoord zijn en als bezweringen (gaat u rustig slapen, het komt goed) alleen averechts werken, wat is dan het goede antwoord? De algemene beschouwingen na Prinsjesdag gingen vooral over de psychologie van de burger. Wat is zijn beleving? Wat zijn gevoel over de toestand van het land? Een fascinerende aandacht gaat daarbij uit naar de (radicale) islam en de bedreiging die daarvan op Nederland uitgaat. Blijft Nederland nog wel Nederland? Los van de vraag wat dat oorspronkelijke Nederland is dat behouden moet blijven - het Nederland van de Gouden eeuw, van de verzuiling, van de jaren tachtig, van nu? - is het fascinerend om te zien hoe politici van links tot rechts meegaan in de gedachte dat we bedreigd worden en dat we ons blijkbaar laten bedreigen. Terwijl de witte Nederlanders alle politieke, economische, culturele macht bezitten, laten ‘we’ ons als samenleving een gevoel van bedreiging aanpraten en lijkt het alsof we niet opgewassen zijn tegen die uitdaging van 12% niet-westerse immigranten waarvan misschien de helft aanhanger is van meer fundamentalistische vormen van islam. Blijkbaar hebben we zo weinig vertrouwen in onszelf dat we dat niet aankunnen. Het andere en de ander worden onverdraaglijk, we kunnen blijkbaar alleen nog maar omgaan met wat is zoals wijzelf.
Ziel
In het dubbelgebod van de liefde zegt Jezus dat we van God moeten houden ‘met heel ons hart, heel onze ziel en heel ons verstand, en dat we van de naaste moeten houden als van onszelf’. Onze relatie met God en met elkaar moet gevoed worden vanuit hart, ziel en verstand. Politici hebben zich de afgelopen decennia vooral door het verstand (ratio) laten leiden: veel feiten en cijfers, rationele argumenten en onderbouwingen. Inmiddels lijkt het alsof ze overgestapt zijn op het hart (emotie) als datgene waar ze mensen willen raken en hopen stemmen te winnen.
De ziel blijft buiten beeld en misschien is dat wel het grote gapende gat.
Ziel lijkt een ouderwets begrip, verbonden met religie en daarvan hebben we inmiddels wel vastgesteld dat het betrekkelijk onzinnig en potentieel gevaarlijk is. In ieder geval niet iets waar politici zich mee bezig moeten houden. Maar misschien is de ziel wel de essentie van wie we zijn. Daar zijn we onszelf, daar ligt de kern van onze persoonlijkheid, dat is de plek waar we uiteindelijk samenhang tot stand brengen tussen wat we meemaken, zien en denken. In de ziel bevinden zich de bronnen waar we onze (veer)kracht en stabiliteit vandaan halen. Emoties kunnen ons hele verschillende en soms uiteenlopende of tegengestelde richtingen op trekken. Verstandige argumenten zijn er te over: voor veel en uiteenlopende standpunten is wel iets te zeggen. De ziel is de plaats waar we onszelf steeds weer terugvinden en waar we onszelf herijken.
Zorg voor mensen gaat om een samengaan van hart, ziel en verstand. Misschien kunnen politici de maanden tot de verkiezingen besteden aan die drieslag en zich daarbij vooral verdiepen in de ziel. Dat levert betere politiek op dan de ratio inruilen voor de emotie, zoals nu lijkt te gebeuren.