"Hoe ouder ik word, hoe christelijker ik me voel en om me heen zie ik ook steeds meer weldenkende mensen op een of andere manier terugkeren naar het oude geloof", schrijft Lisette Thooft. De Marcus Passie van de twintigste-eeuwse componist Hans Boelee raakte haar dan ook diep, "doordat we op een diep niveau onszelf herkennen in het verhaal".
Door Lisette Thooft
Waarom heet het Goede Vrijdag? Het was een fijne dag voor Barrabas, maar verder... Wir setzen uns mit Tränen nieder aan het eind, want Christus is gekruisigd.
Toch heet het Goede Vrijdag en terzijde: dat is precies de reden waarom ik het zo jammer vind dat je nooit meer ‘goedendag’ hoort; het moet per se een ‘fijne dag’ zijn, ‘fijne avond’, enzovoort. Maar ook een niet-fijne dag, een moeilijke dag kan een goede dag zijn. Zelfs een dag van onrecht en verraad en dood en treurnis kan een goede dag zijn – als de hoofdpersoon van het verhaal zich in totale aanvaarding en in bodemloos godsvertrouwen overgeeft aan zijn lot. En daardoor op een hoger niveau weer kan opstaan.
Hoe ouder ik word, hoe christelijker ik me voel en om me heen zie ik ook steeds meer weldenkende mensen op een of andere manier terugkeren naar het oude geloof. We beleven het verhaal niet meer zoals vroeger als letterlijke, historische waarheid, maar het raakt ons als emotionele waarheid. Als betekenisvolle mythe.
Transcendente waarheden
Bernardo Kastrup, die ik tot mijn vreugde vorige maand ontdekte door een interview in Volzin, schrijft in zijn boek More Than Allegory, in mijn vertaling: “Om onze levens weer zin en betekenis te geven, moeten we een hechte relatie ontwikkelen met de transcendente waarheden die in de vorm van religieuze mythen door de versluierde geest symbolisch ontsluierd worden.” Volgens hem kun je – moet je zelfs – een religieuze mythe die resoneert met je intuïtie niet intellectueel, maar wel emotioneel voor waar aannemen. Want dat verhaal, die mythe, vertelt ons iets dat waar is, dat zin geeft, dat diepte geeft aan het leven maar dat ons normale denkvermogen overstijgt en niet in woorden te beschrijven is. Je kunt er een waarachtige, zij het vluchtige religieuze ervaring door krijgen en de mythe zal je voortaan daaraan herinneren.
Zelf had Kastrup zo’n ervaring in de kathedraal van Keulen toen hij starend naar het kruisbeeld plotseling ervoer dat elk mens (zeg maar) gekruisigd is in ruimte en tijd, in beperking en tijdelijkheid. Ik begrijp uit zijn betoog dat de Geest (als het ware) is wakker geworden in zijn eigen scheppingsdroom en toen (bij wijze van spreken) vast bleek te zitten. Als deeltjes van die Geest hebben we allemaal vrijwillig dit kruis op ons genomen: het vastgepind zijn in de aardse ervaring. En nu hebben we maar te aanvaarden dat het is zoals het is.
Dat het leven pijnlijk is en schitterend. En schitterend juist in de pijn, zou ik eraan toe willen voegen.
En ik begrijp dan ook niet waarom Bach zijn Mattheüs Passie laat eindigen in tranen. De clou van het hele verhaal is toch de opstanding?
Marcus Passie
Dit jaar heb ik Pasen gevierd, voor mijn gevoel, op 3 april: er was een uitvoering van de Marcus Passie van de twintigste-eeuwse componist Hans Boelee, in de Messiaskerk in Wassenaar. Die kerk is fraai, geïnspireerd door Le Corbusier, en het koor Rejoice zong mooi, met goede solisten, en ik kon in het begin nog wel denken: gut dat is toch wel heel wat simpeler muziek dan Bach, maar zowel mijn helemaal-niet-kerkelijke oude vriend en ik zaten al spoedig te hannesen met zakdoeken. Hij zei later dat de sopraan hem zo herinnerde aan een vroegere geliefde en ik dacht: goeie smoes vriend, maar je bent net zo ontroerd als ik, volgens mij doordat we op een diep niveau onszelf herkennen in het verhaal.
En halleluja, aan het eind van Boelee’s Passie verkeert de rouw in vreugde, want Christus is opgestaan, hij leeft.
In ons.
Ja, helemaal waar, alles kan er zijn, dood, scheiding, verdriet en tegelijkertijd plezier, zin, leven, vieren. Zo voel ik dat vandaag. Als de ziel geraakt is kan alles tegelijk. Wat een rijkdom, vervulling, dankbaarheid.