Wat telt? Dat ons goed doen effect heeft, of dat het goede simpelweg gedaan wordt? Tegen de stroom van het beheersingsdenken in  kiest Erik Borgman voor het laatste. Wat uiteindelijk het resultaat is van ons handelen blijft onzeker. Maar dat we het goede steunen heeft op zichzelf al betekenis, zelfs als het geen enkel effect heeft.

Door Erik Borgman

Ik had eigenlijk een ingezonden artikel willen schrijven, maar de tijd glijdt als zand tussen mijn vingers weg. Ik gebruik mijn verontwaardiging nu maar als brandstof bij het schrijven van deze column.

Die verontwaardiging was er eigenlijk direct toen ik begin vorige week las over het onderzoek van Kellie Liket. Gevers aan goede doelen zijn maar slecht op de hoogte van de doeltreffendheid van de organisatie die zij steunen, zo toonde zij aan. Interessant, denk ik bij zoiets, maar Kellie dacht: dat deugt niet. Wie goed wil doen, heeft verantwoordelijkheid. Zij spoort daarom gevers aan beter te kijken naar de impact van hun gift. Draagt die wel aantoonbaar bij aan het oplossen van een probleem? Zo niet, dan moet je je geld voortaan aan een andere, effectievere organisatie overmaken. Goede doelen-organisaties van hun kant moeten zorgen dat er vaker en beter impact-onderzoek wordt gedaan.

Onmogelijk
Verontwaardigd was ik, omdat iets onmogelijks hier als iets noodzakelijks wordt voorgesteld. Striptekenaar Pieter Geenen maakte in Trouw al direct duidelijk dat het onmogelijk is om bijvoorbeeld de impact van een bijdrage aan het in stand houden van een kliniek in Zuid-Soedan te vergelijken met die van het steunen van onderwijs voor meisjes in Pakistan. Liket is lid van een onderzoeksgroep aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit die betere methoden van impact-meting wil ontwikkelen. De inzet is dat het publiek impact belangrijker gaat vinden en minder gefixeerd is op zo min mogelijk overhead. Nu is het goed het simplisme te doorbreken dat organisatie- en beheerskosten gelijk stelt aan de vermaledijde strijkstok of aan organisatorische zelfverrijking. Het schiet echter weinig op als daar een nieuw simplisme voor in de plaats komt: ‘maar het moet wel echt effect hebben!’

Pater Van der Lugt
Het interessante is dat Likets eigen onderzoek erop wijst dat mensen verrassend genoeg dat effect helemaal niet zo belangrijk lijken te vinden. Dat geeft te denken. Misschien zijn mensen zich wel heel goed bewust van het feit dat resultaten altijd onzeker zijn, maar dat het doen en het steunen van wat goed is, op zich van belang is. Neem de bewondering die pater Frans van der Lugt oogst, nu hij in het Syrische Homs is gedood. Velen hadden achteraf waarschijnlijk zijn project om verstandelijk gehandicapten te helpen naar vermogen voor zichzelf te zorgen en een beter leven te leiden, graag gesteund. Wat was de impact van het werk van Van der Lugt? Voor mensen die Van der Lugt hielp, betekende zijn betrokkenheid waarschijnlijk een verschil als van dag en nacht. Maar wat hij deed was wankel, het veranderde de omstandigheden niet blijvend en het is onduidelijk of er iets van overblijft nu Van der Lugt dood is. De wereld is niet aantoonbaar anders geworden door wat Van der Lugt gedaan heeft, en dat verstaat men toch doorgaans onder impact. Maar het leven van een beperkt aantal mensen is, hoe kortstondig misschien ook, wel degelijk anders geweest dankzij zijn inspanningen en dankzij het simpele feit dat hij er was. Er is goed gedaan en dat is wat telt.

Lange adem
In mijn vorige column probeerde ik uit te leggen dat we vaak helemaal niet weten – dat ik in ieder geval vaak helemaal niet weet – of mijn inspanningen ergens toe leiden en waartoe dan. Hebben de mensen die naar een lezing van mij komen blijvend meer inzicht? Gaat het beter met Afrikanen omdat Ralf Bodelier in Nederland hun belangen voor het voetlicht brengt? Of is de introductie van de mobiele telefoon voor de ontwikkeling in Afrika van veel grotere betekenis? Ik noem de naam van mijn collega-columnist Ralf hier, omdat hij op mijn column reageerde met de aansporing optimistisch te blijven. Het is niet zinloos wat wij doen, zegt hij, en we kunnen de omstandigheden wel degelijk ten goede veranderen. Al vraagt het een lange adem.

Dat we een lange adem nodig hebben, dat was de aanleiding van mijn vorige column. Dat onze inspanning, of ze nu lang zijn of kort, niet zinloos zijn, dat was er de strekking van. Alleen, zo zou ik zeggen, die zin zit lang niet altijd in de duurzame veranderingen die zij teweeg brengen. Die zin zit hem erin dat we het goede hebben weten te steunen en dat wat goed is, in zichzelf betekenis heeft. Het goede dat we doen geeft ons betekenis, ook als het geen enkel effect heeft. Frans van der Lugt had misschien ergens anders dan in Homs aanzienlijk meer resultaat kunnen boeken. Maar hij was nergens van meer betekenis geweest.

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.