We beleven uitzonderlijke tijden, waarin premier Rutte terecht oproept om voorbij te zien aan eigen belang. Het mooie is dat ook vrijwel iedereen dat begrijpt. De vraag is wel: hoe houden we deze betrokkenheid bij het gemeenschappelijke belang vast in normale tijden?
Door René Grotenhuis
Voor mij was de meest opvallende zin in de overigens goede en realistische toespraak van premier Rutte dat we nu ons eigenbelang opzij moeten zetten en moeten kijken naar het gemeenschappelijk belang. Dit is, terecht, niet de tijd om elkaar vliegen af te vangen en politiek te scoren voor eigen profilering en electoraal gewin.
Rutte verwoordde ook beeldend waar het nu om gaat: door met elkaar groepsimmuniteit op te bouwen creëren we een beschermende ring voor onze oudere en kwetsbare medeburgers en zorgen we dat het zorgsysteem niet overbelast raakt.
Ik vond het een mooi beeld: als een kring staan we om degenen die zich niet goed kunnen verdedigen. Degenen die een stootje kunnen hebben vormen de buitenste ring, de eerste lijn in het gevecht tegen het virus. Het deed me ook denken aan de tekst God legt zijn vleugels van genade, beschermend om hem heen als vriend uit het lied 'Wie in de schaduw Gods mag wonen'. We zijn geroepen om in deze tijd voor elkaar zo goed als God te zijn. Dat is heel praktisch en concreet.
Kwetsbare groepen
Toch roept het bij mij de vraag op hoe het staat met de andere kwetsbare groepen in onze samenleving die in de normale tijd van eigen belang en politiek gewin onbeschermd zijn. Ik draai mee als bestuurslid in de Voedselbank en er zijn mensen die al jarenlang afhankelijk zijn van deze vorm van steun in een samenleving waarin de bescherming van kwetsbaren de afgelopen jaren is afgebouwd. En hoe staat het met de jongeren die niet de zorg krijgen omdat het te complex is, omdat er op basis van indicatiecriteria heen en weer geschoven wordt tussen instellingen. Hoe zit het met de werkers in de overbelaste jeugdzorginstellingen die het gevoel hebben dat ze dweilen met de kraan open? Blijkbaar gaat het daar om kwetsbare groepen die inmiddels onderdeel zijn geworden van de normaliteit. We ervaren het niet meer als uitzonderlijk.
In het verhaal van Rutte zit dat venijnige onderscheid tussen uitzonderlijk en normaal. Met een beroep op uitzonderlijkheid kan hij ook geloofwaardig een beroep doen op het opzijzetten van eigen belang. (Vrijwel) iedereen begrijpt dat en accepteert dat ook. Maar impliciet is het ook een bevestiging dat eigenbelang hoort bij de normaliteit.
Het katholiek of christelijk sociaal denken weet dat gemeenschappelijk belang (het common good) niet gereserveerd is voor uitzonderlijke tijden. Ook in normale tijden zou het de leidraad van ons denken en handelen moeten zijn.
Ik vrees dat het onderscheid tussen normaal en uitzonderlijk ons ook zal verhinderen om lessen te trekken uit deze coronacrisis. Als we eenmaal weer in het normale zijn teruggekeerd, keren we ook weer terug naar onze normale modus van eigenbelang. Hoe maken van het uitzonderlijke van dit moment het normale voor morgen en overmorgen?