Afgelopen woensdag presenteerde de 74-jarige Belgische kardinaal Jozef De Kesel, aartsbisschop van Mechelen-Brussel, een nieuw boek. Het verscheen zowel in het Nederlands als in het Frans en de titel van de Nederlandse versie is Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving. Zowel de presentatie als het boek waren opmerkelijk, vond Erik Borgman.
Door Erik Borgman
Zelden zag ik een kerkelijk hoogwaardigheidsbekleder zozeer optreden als ‘een van ons’. In zijn aartsbisschoppelijk paleis, maar gekleed in een onopvallend lichtgrijs overhemd met priesterboord en een zwart colbert, gaf kardinaal Jozef De Kesel afwisselend antwoord op vragen van de Waalse journaliste Angélique Tasiaux en de Vlaamse journalist Emmanuel Van Lierde. Soepel schakelde de kardinaal van het Frans naar het Nederlands en omgekeerd – in deze zin verscheen hij dan weer niet bepaald als een van ons!
Met u christen
De bisschoppelijke wapenspreuk van De Keseel is Vobiscum christianus, ‘met u ben ik christen’. Het is de tweede helft van een bekende uitspraak van de kerkvader Augustinus: 'Voor u ben ik bisschop, met u ben ik christen.' Dat hij gelovige is met de gelovigen is voor De Kesel blijkbaar belangrijker dan dat hij de gelovigen als bisschop leidt en beleert. Precies dat maakt hem als leider en leraar geloofwaardig.
Aanleiding voor het gesprek was het verschijnen van het boek Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving van zijn hand. Aan het begin van het gesprek met De Kesel ging het echter over zijn gezondheid. Gelijktijdig met het begin van de coronacrisis was er bij hem darmkanker geconstateerd. "Ik wist natuurlijk dat kanker bestaat, maar je denkt altijd dat dit iets is dat anderen overkomt", zegt De Kesel in het interview. Hij had nooit gedacht dat wat hij wist over kanker betrekking zou kunnen hebben op hemzelf en zijn eigen lichaam.
Samen mens
Dus natuurlijk was de kanker een schok geweest. Maar samen met corona gaf het hem ook de mogelijkheid dit boek te schrijven. Hij kon en mocht toch niet teveel andere dingen doen.
De Kesel gebruikt geen vrome clichés, maar het is in het interview duidelijk dat hier iemand spreekt die weet dat zijn leven in Gods hand rust. Maar het is ook duidelijk dat dit niet betekent dat hij daarmee zijn angst en gevoel van onzekerheid heeft verloren. Hij is voor de Vlamingen bisschop, maar weet blijkbaar ook dat hij mét hen allereerst mens is. Dat is ook het uitgangspunt van zijn boek: dat we samen mensen zijn en op grond daarvan met elkaar samenleven.
Secularisatie
Secularisatie en ontkerkelijking zijn voor Belgische, en zeker voor Vlaamse gelovigen schokkender dan voor Nederlandse. Ten eerste was de Vlaamse cultuur veel dieper en omvattender doordrongen van het christendom. Het was heel lang een katholieke cultuur. Ten tweede begon de secularisatie in zijn actuele vorm aanzienlijk later. Wat in Nederland vanaf het einde van de jaren zestig van de vorige eeuw plaatsvond, begon in Vlaanderen pas echt in de jaren negentig.
Er is nog altijd wel verschil, al geloven de Vlamingen dat maar moeilijk. De aandacht die het boek van De Kesel ook in de populaire en niet-kerkelijke pers krijgt, is voor Nederlandse begrippen ongekend groot. Maar eerlijk is eerlijk, er is van de Nederlandse bisschoppen ook geen boek dat zich met Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving laat vergelijken.
Geduld en zelfvertrouwen
Voor wie zich al wat langer bezighoudt met secularisatie en ontkerkelijking, staat er in het boek van De Kesel weinig nieuws. Ook wat De Kesel zegt over de reactie van de kerk is voor een geïnformeerd theoloog op zich niet wereldschokkend. De Kesel geeft ook zelf aan dat hij vooral duidelijk wil maken dat in de documenten van het Tweede Vaticaans Concilie en in het optreden van paus Franciscus het antwoord op onze situatie besloten ligt. De kerk moet geduldig en open zijn, en tegelijkertijd een duidelijke boodschap hebben en met zelfvertrouwen optreden.
Het bijzondere van het boek van De Kesel dat het overtuigend getuigt van dit geduld en deze openheid, van deze duidelijkheid en dit zelfvertrouwen. Hij ziet in de seculiere cultuur die in de Westerse samenlevingen heerst geen bijzonder gevaar voor geloof en kerk. Het is een situatie waarin zij zullen moeten wennen en niet hoeven te bestrijden. Het betekent gewoon dat geloof en kerk niet langer kunnen aansluiten bij een voorgeven algemeen-christelijke grondbesef.
Geloof
Dit betekent dat de kerk steeds weer duidelijk moet maken waar zij voor staat. Het is de taak van de kerk het geloof te verkondigen en missie is een wezenlijk aspect van het kerkelijk leven, maakt De Kesel duidelijk. Maar dat betekent niet dat zij de secularisatie ongedaan moet proberen te maken en opnieuw moet proberen de cultuur te bepalen. Zij moet zich realiseren dat haar gelovige visie er een is onder velen en respect hebben voor andere visies, ook voor andere religies. Het is haar opdracht te getuigen van het geduld van God, die zich niet opdringt en mensen niet onder drukt zet.
De kerk kan mensen geen geloof geven, dat doet God. Maar de kerk kan de wereld wel proberen geloofwaardig tegemoet te treden, zeggen wat zij vanuit haar gelovig perspectief te zeggen heeft en daar zelf ook naar leven. In zijn optreden gedraagt De Kesel zich hier ook naar. Niet als een strategie. Net als bij paus Franciscus denk je bij hem dat hij helemaal geen strategie heeft. Hij doet wat hij denkt te moeten doen en zegt wat hij gelooft te moeten zeggen. Omdat hij gelooft dat het goed en waar is.
Dat dit zo opmerkelijk is geworden, binnen maar zeker ook buiten de kerk, tast onze samenleving inderdaad veel meer aan dan enige vorm van secularisatie ooit zal kunnen.
----------------------------------------------------------------------------
Jozef De Kesel, Geloof & godsdienst in een seculiere samenleving, Halewijn, 120 blz., € 17,50.
Het gesprek met kardinaal Jozef De Kesel is hier te zien: