In een wereld en tijd waarin de mensheid zo overheersend aanwezig is, dat zij aan haar succes ten onder dreigt te gaan, probeert Paulien van Bohemen een stapje terug te doen en te luisteren naar het geheim der dingen zelf. Wat hebben zij óns te vertellen? Deze keer: het klimaat. "Zonder een ingreep wordt het einde oefening, vrees ik."
Door Paulien van Bohemen
kli·maat (het; o; meervoud: klimaten) gemiddelde toestand van de atmosfeer in een bep. gebied
Ik kan je zeggen: mijn gemiddelde toestand is belabberd. Ik lig al tijden op bed met koorts. Ik voel me zo slecht. Ik heb het vreselijk warm. Mijn temperatuur loopt nog steeds op. Telkens als ik denk, dat ik de hoogste koorts wel gehad heb, heb ik een poos later nóg hogere koorts. Ik breek record na record. En zweten dat ik doe. Och, zoveel vocht dat er uit me komt in steeds grotere hoeveelheden. Ik heb constant vreselijke dorst, ben haast uitgedroogd.
Ja, er staan om de haverklap artsen aan mijn bed, maar die zijn het onderling niet eens. De één onderzoekt me, kijkt erg bezorgd en pleit voor een acute operatie. “Ik zal er alles aan doen.” Maar blijkt er geen geld voor een ingreep te zijn of het ziekenhuisbestuur wil het niet aan mij besteden, het is me een raadsel. Een ander zegt, dat het wel goed komt met bedrust. Dan denk ik, hoeveel bedrust moet ik nog houden? Er zijn meerdere dokters aan mijn bed geweest die suggereerden, dat ik me aanstel. Dat er niks met me aan de hand is, dat ik gewoon uit bed moet komen. Hardhandig trok een van die artsen de dekens van mijn lijf. Nou, ik kon nog geen kwartier op mijn benen staan. En zo lig ik hier nog steeds. Zonder diagnose, zonder behandelplan, zonder medicatie.
Goddank krijg ik veel bezoek. Van heel veel lieve mensen die zich zorgen maken over mijn verslechterende toestand. Zij zien hoe zwaar ik het heb en zeggen nooit dat ik me aanstel. Zij vinden het onbegrijpelijk dat ik jaren in bed lig zonder fatsoenlijke hulp en snappen ook niet, dat de dokters allemaal iets anders zeggen. Die fijne mensen blijven maar komen, ik heb nog geen dag zonder bezoek gezeten. Deze bezoekers komen voor mij op en zeggen in de media dat ik hulp nodig heb. Acute hulp. Maar, er gebeurt niks.
Toch is er hoop sinds de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen. Die man, die Wilders schijnt zich hard te gaan maken voor betere zorg. Dat geeft moed. Misschien kom ik dan ein-de-lijk eens aan de beurt voor een operatie. Want zonder een ingreep wordt het einde oefening, vrees ik.