“Een leven dat in al zijn facetten wordt beheerst, onder andere door de overheid, is een dood leven”. Zo vat Raymond Hintjes, Limburgs docent levensbeschouwing zijn favoriete boek samen: ‘Onbeschikbaarheid’ van de Duitse gevierde socioloog Hartmut Rosa, ook wel onthaastgoeroe genoemd. Hintjes is ook voorzitter van de lerarenvereniging Sint Bonaventura, de katholieke afdeling van de Algemene Onderwijsbond.
Door Cees Veltman
“Om meteen een term van Hartmut Rosa te gebruiken: zijn boek ‘resoneerde’ sterk bij me. Met resonantie bedoelt hij wat er gebeurt als je een diep contact met de mensen om je heen en de wereld voelt. Nu schijnt alles, maar dan ook alles in het leven onder externe controle gebracht te moeten worden, waarschuwt hij, waardoor dat contact wordt bemoeilijkt. Ook de overheid wil ingrijpen in alle facetten in het leven van haar burgers. Dat beheersingsdenken zien we bijvoorbeeld in het coronabeleid. Dat beleid is deels begrijpelijk. Achter de behoefte aan controle kunnen goede bedoelingen zitten, maar ook schaduwkanten zoals een te grote beperking van individuele vrijheid. Vergeten wordt dat niet alle aspecten van het leven beheersbaar zijn. Ik merk het sterk in het onderwijs. De vrijheid van de docenten dreigt steeds meer ingeperkt te worden door allerlei nieuwe lesmethoden en toetsingen. Dat raakt mij omdat, zoals Rosa in zijn boek stelt, een leven dat in al zijn facetten wordt beheerst, een dood leven is.
Door het boek begrijp ik beter waarom ik me onbehaaglijk voel bij deze ontwikkeling. Het is een bron waarnaar ik kan verwijzen als mij wordt gevraagd naar de relevantie van mijn vak als docent levensbeschouwing. Ik zie een constante discussie over mijn vak. Dan gaat het niet om de zin maar om het nut van het vak levensbeschouwing. Moet het wel op het rooster staan en zo ja hoeveel tijd moet eraan worden besteed? Kan er niet een uurtje af voor meer uren wiskunde of Nederlands?
Docenten levensbeschouwing moeten aantonen waarom het vak relevant is. Begrijpelijk, maar zo gaan we meer de kant op van een objectief bekijken van levensbeschouwelijke en religieuze stromingen. Met als doel die kennis te gebruiken voor een betere omgang met levensbeschouwelijke verscheidenheid. Dat lijkt meer op burgerschapsvorming. Die vorming is op zich goed, maar het idee erachter is het beheersingsdenken: dit zijn de voorwaarden en vereisten en die competenties moet je bezitten om als burger aan de samenleving deel te kunnen nemen. In plaats van een leerling aanspreken om een eigen, unieke betekenisvolle bijdrage aan de samenleving te geven.
Bijzondere momenten
Door het beheersingsdenken gaat het in het onderwijs steeds meer over toetsing, competenties, leerwegen en basisvaardigheden als rekenen en taal. Ik merk dat ook veel leerlingen zelf in dat beheersingsdenken vastzitten, gefixeerd op cijfers. De waarde van zingeving lijkt uit het oog verloren te worden. Als ik leerlingen na een jaar of tien spreek, herinneren ze zich echt niet hoe ik ze via een vooruit opgesteld plan van punt a naar b heb gebracht, maar wel de bijzondere momenten waarin er iets gebeurde waardoor ze in één keer begrepen waarom het vak levensbeschouwing relevant is. Dat waren hun belangrijkste leermomenten. Rosa noemt precies dit soort momenten. Vergeleken met twaalf jaar geleden toen ik begon les te geven, constateer ik dat er meer wordt gefocust op resultaten. Ik zie ook dat leerlingen onzeker worden. Ze weten niet meer goed wat ze willen en kunnen vaak niet meer bedenken welke stappen ze moeten zetten. Ze zijn niet meer in staat om met onzekerheid om te gaan. Dat is een zorgelijke ontwikkeling.
Als we ons in het onderwijs te veel richten op vooraf bepaalde uitkomsten, verliezen we het wezenlijke waarin het in het onderwijs zou moeten gaan: in aanraking komen met wat betekenisvol is voor de leerlingen en hoe zij zelf betekenis aan hun leven en de wereld kunnen geven. Het vak levensbeschouwing kan de leerlingen uitnodigen een eigen antwoord te geven op levensvragen. Ik vraag mijn leerlingen aan het eind van de schoolperiode naar hun ervaringen. Vaak zien ze de zin er wel van in. Een leerling zei: ‘Meneer, toen ik bij u in de les zat, dacht ik steeds: wat moet ik eigenlijk met dit vak? En ik heb ook niet altijd goed meegedaan, maar terugkijkend kan ik zeker zeggen waarmee we bezig waren. Dat is voor mij uiteindelijk van betekenis geweest.’
Breder gezien, moeten we af van onze volle agenda’s en to-dolijstjes en leren leven met het feit dat het leven niet in alle facetten beheersbaar is, zegt Rosa. Soms moeten we terug van de versnelling naar de vertraging en verstilling. Dan begrijpen we waar het leven echt om draait: om relaties met anderen, met de hele samenleving en de hele wereld waartoe we ons moeten verhouden.”
Hartmut Rosa, ‘Onbeschikbaarheid’, Boom, 160 blz., € 22,90, E-book € 17,90.