“Ik merk dat ik uit de buurt van een moreel oordeel wil blijven”, zegt pastor Marinus van den Berg in een beschouwing na de ramp met de airbus. Die ramp roept allerlei vragen op. Naast praktische regel- en beheersvragen ook levensvragen. Hoe kwetsbaar blijkt ons leven te zijn. Wat blijft erover van het geloof in een maakbare wereld? Maar ook: hoe kijk je aan tegen schuld en vrije wil? Hoe te reageren op onbegrijpelijke daden? Van den Berg pleit voor nuance en oordeelloos luisteren. Vooral in het belang van het grote aantal nabestaanden van zelfdoding.
Door Marinus van den Berg
Wat is moedwillig? Wat is er met je gemoed gaande en wat is er met je wil aan de hand als je jezelf en 149 anderen de dood instuurt. Wat is er dan gaande in je hand en in je brein? Door wat wordt je dan gekweld? De ramp met de airbus is een verschrikkelijke gebeurtenis. Ze maakt angst los. Ze maakt woede en machteloosheid los. Ze roept vele soorten vragen op: regel en beheersvragen, vragen naar keuring van piloten, maar ook levensvragen. Het lijkt wel of onze wereld het laatste jaar elke drie maand onveiliger wordt: de inname van de Krim, de MH17, Charlie Hebdo in Parijs, de dreiging van de IS. Met schokken worden we uit onze gemakszones gehaald.
Maakbaarheidsgeloof
En nu dit weer. Het maakbaarheidsgeloof, dat het geloof in een almachtige God had vervangen, wankelt. Er is nergens een almachtige God en er zijn geen almachtige controleurs die alles beheersen. We kunnen wel heel wat – de een meer dan de ander – maar we zijn ook machteloos. Machteloos kijken we naar de bergen en er komt geen hulp van daar. Heeft de co-piloot, zelfmoordpiloot genoemd, dit gepland om zo in de geschiedenisboeken te komen? In dat vreemde boek of records? Ik heb weet van mensen die hun zelfgekozen einde hebben voorbereid. Een vader vertelde me van zijn zoon die op een boodschappenlijstje had staan: sterk touw. Maar dat vertelt nog niet wat hieraan is vooraf gegaan.
We kunnen wel zeggen dat alles ‘brein’ is maar we kunnen er niet echt in kijken. We kennen de ziel van het brein niet en er zijn steeds meer mensen die zeggen dat er geen ziel is. Voor mij is de ziel niet iets vaags maar jij waar jij bent en ik waar ik ben: uniek en onherhaalbaar, gevoelig en krachtig. Jij bent een persoon die ontmoet kan worden. “Een mens wil gezien en gehoord worden”, zei de denker des Vaderlands Marli Huyer op de dag van haar installatie.
Er komen wel wat berichten over het geestelijk welzijn of niet welzijn van de co-piloot en we horen van vrienden dat vliegen zijn passie was, maar wat weten we precies van hem? Was er een onderliggend lijden dat niemand zag of kon zien? Ook een sluipende lichamelijke aandoening, zoals een hersentumor, kan een mens wanhopig tot de dood maken.
Moreel oordeel
Ik merk dat ik uit de buurt van een moreel oordeel wil blijven. Het gaat om een mens in nood. Een mens die zijn werk niet meer mocht doen. Een mens die misschien wel hulp aangeboden kreeg, maar we weten niet welke hulp precies en huisartsen, psychiaters en andere geestelijke hulpverleners weten beter dan wie ook dat een mens onbereikbaar, of onbereikbaar geworden, kan zijn. Niet alle lijdenden kunnen geholpen worden.
In vele kranten zag ik het keiharde woord zelfmoord staan. Het woord geeft expressie aan de ontzetting. Ik gebruik het zelden tot nooit. Ik wil niet oordelen over een mens in nood, maar ik ben ook in verwarring over de vraag wat het zelf is. Is het zelf vrij? In welke mate kan het zelf kiezen. Wat is het zelf precies? Ik ben erg gaan twijfelen over het vermogen tot het kennen van een ander en zelfs mijn zelfkennis is maar beperkt. Er zijn heel wat levenssituaties die ik nooit heb gekend. Ik ben eerder een Zondagskind – die veel heeft om te lachen en blij te zijn – dan een Zwarte Vrijdagskind.
Nabestaanden van zelfdoding
Met uitzondering tot op zekere hoogte van de begeleidde zelfdoding waarbij naar waardigheid en zorgvuldigheid is gekeken, scoort zelfdoding(zelfmoord) zeer laag in de rangorde van waardige doodsoorzaken. Kika dat zich bekommert om kinderen met kanker ontvangt heel wat meer sympathie en geld dan een steunpunt voor nabestaanden van zelfdoding. Zij moeten bedelen om middelen. Zelfdoding is niet alleen verwarrend en verbijsterend maar kan nauwelijks rekenen op begrip.
Dit treft vooral de nabestaanden die te maken krijgen met versimpelende verklaringen zoals hij of zij heeft dat toch zelf gewild. In de dagen na de ramp in de Franse Alpen hebben talloze mensen de zelfdoding van hun eigen kind, ouder, partner of geliefde herbeleefd. Iemand zei: “Ik ben bang dat wij er op worden aangekeken.”
Ruimte
Mijn zorg is dat de publieke ruimte - een begrip van Marli Huyer - om te luisteren naar de nabestaanden van zelfdoding steeds kleiner wordt, terwijl het groeiende aantal zelfdodingen vraagt om meer ruimte. Ruimte met oog voor nuance waarin er oordeelloos geluisterd wordt. Niet eenvoudig nu zoveel zekerheden wankelen.
Marinus van den Berg is pastor in verpleeghuis Antonius-IJsselmonde in Rotterdam en auteur van verschillende boeken over verlieservaringen en rouwverwerking.