Je ziet het niet zo vaak, een herder met schaapskudde. Toch mooi om zo eens waar te nemen. Ineens zie je psalm 23 al het ware voor je neus uitgebeeld. Net als schapen eten wij mensen de hele dag, "maar dan geestelijk. En God wil ons van voedsel voorzien", zegt Annemarie Scheerboom.
Door Annemarie Van Diepen-Scheerboom
Joepie, vakantie! Gesetteld op een Drentse camping kwamen we een schaapskudde tegen, compleet met herder en honden. Een perfecte gelegenheid om psalm 23 te laten indalen en daarmee God beter te leren kennen.
De Heer is mijn herder,
het ontbreekt mij aan niets.
Hij laat mij rusten in groene weiden
en voert mij naar vredig water,
hij geeft mij nieuwe kracht
en leidt mij langs veilige paden
tot eer van zijn naam.
Al gaat mijn weg
door een donker dal,
ik vrees geen gevaar,
want u bent bij mij,
uw stok en uw staf,
zij geven mij moed.
U nodigt mij aan tafel
voor het oog van de vijand,
u zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over.
Geluk en genade volgen mij
alle dagen van mijn leven,
ik keer terug in het huis van de Heer
tot in lengte van dagen.
In de tijd dat deze psalm geschreven werd, zal het beeld van een schaapskudde vast heel sprekend geweest zijn. Zonder bio-industrie was de schaapskudde een normaal onderdeel van de samenleving. Dat is nu wel even anders. Een schaapsherder is in deze tijd een bijzondere bezienswaardigheid die ik dan ook kortgeleden pas voor het eerst aan het werk zag. Behalve dat dit een leuk tafereeltje oplevert, komt een zin als ‘De Heer is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets’ ineens helemaal tot leven.
Eten
Toen we bij de kudde aankwamen, waren de schaapjes druk bezig. Ze eten gras alsof hun leven ervan afhangt. Geen wonder, want met driehonderd soortgenoten op hetzelfde stuk gras moet je wel snel zijn. Bedenk daarbij dat gras een wel heel lage voedingswaarde heeft, dus een schaap moet er wel heel veel van eten wil hij geen uitgemergeld beestje worden. Als het stuk grasland na een tijdje kaal gegraasd is, trekt de herder dan ook naar een volgend stukje land waar de schaapjes weer verder kunnen eten.
Wil het aan zo’n kudde hongerlappen niks ontbreken, dan zal het ook niet verbazen dat een herder de schapen van ‘s ochtends vroeg tot laat in de middag aan het uitlaten is. Eigenlijk zijn schapen, als ze niet slapen, dus voortdurend aan het eten. Dat is goed vergelijkingsmateriaal met mensen, want die ‘eten’ ook de hele dag, maar dan geestelijk. En God wil ons van voedsel voorzien.
Dicht bij God
Waarom is het voor schapen eigenlijk belangrijk om bij de herder te blijven als ze zelf al een mooi stukje gras hebben gevonden? Ik zag grazende schapen die het gras van de buren er groener uit vonden zien. Al etend dwaalden zij af van de kudde. Het gevaar hiervan is dat het gras er in schapenogen nog zo sappig uit kan zien, een schaap ziet niet of er giftige plantjes tussen zitten. Een herder wel en leidt zijn kudde dan ook om zulke stukken heen. Bovendien kent het bestaan van een schaap zonder herder nog veel meer gevaar. Je zou als hulpeloos beestje maar vast komen te zitten in een struik of kuil! Een gevaarlijke onderneming dus voor zo’n schaap om het zonder zijn herder te stellen.
Hetzelfde geldt voor ons mensen. Behalve dat we goed verzorgd worden als we dicht bij God blijven, is onze geestelijke overlevingskans ook zo goed als niks als we zonder Hem zijn. Want zeg nou zelf, wat weten wíj nou van het leven? Gelukkig lieten de schaapjes van deze kudde zich terugleiden door de herdershonden (lees: profeten) die aan de hand van de signalen van de herder ervoor zorgden dat de schapen niet te ver van het padje af gingen.
Aan het eind van de middag keerden de schaapjes terug naar hun stal. Hun buikje rondgegeten waren ze toe aan de verkoelende schaduw. Na een goede eetdag streken ze neer in het hooi. Wat een geluk en genade! We komen terug in het huis van de Heer tot in lengte van dagen.