Het werk van Lynn Chadwick past in de naoorlogse jaren waarin de ontluisterde mens opnieuw opgebouwd moest worden. Zijn beelden zijn niet geboetseerd maar geconstrueerd, door lijnen afgebakend in de ruimte. Het zijn duistere gestalten die soms de associaties met buitenaardse wezens uit de sciencefiction oproepen. "Zijn wanhopige werk roept het verlangen op, dat we ooit weer in staat zijn de mens als schepsel te zien", zegt Eric Corsius.
Door Eric Corsius
Na de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust moesten de gebombardeerde steden en de ontwrichte samenleving worden herbouwd, maar ook en vooral de ontluisterde mens had een wederopbouw nodig. Het christelijk-humanistische mensbeeld, dat uitging van onbegrensde mogelijkheden op het gebied van het ware, het goede en het schone: dat mensbeeld lag aan gruzelementen. De mens was stuk en moest als het ware zijn brokstukken samenrapen en zichzelf in elkaar zetten en oprichten. Bij deze morele wederopbouw zouden echter de sporen van onheil en de littekens zichtbaar blijven.
Ook kunstenaars waren betrokken bij de reconstructie. Onder hen was de Engelsman Lynn Chadwick (1914-2003). Zijn sculpturen hebben een uniek en kenmerkend ‘handschrift'. Het zijn veelal menselijke en dierlijke figuren, die als zodanig herkenbaar zijn. Ze zijn echter extreem geabstraheerd. De lichamen zijn teruggebracht tot elementaire lijnen en vlakken. Het gezicht ontbreekt of is gereduceerd tot een rudimentair aanhangsel of een geometrische vorm. De duistere gestalten roepen daardoor soms associaties op met buitenaardse wezens uit de sciencefiction.
Lijnen
Opgeleid als tekenaar en architect koos Chadwick er bewust voor, om zijn figuren te ontwerpen en op te bouwen vanuit lijnen. Hij haalde hen niet op klassieke wijze, al boetserend of houwend tevoorschijn uit amorf materiaal – klei of steen. Hij ‘tekende’ hen als het ware in de ruimte. Daardoor hebben zijn figuren het geconstrueerde karakter, dat paste bij de posttraumatische jaren na 1945. Chadwicks mensen en dieren (of beter ‘beesten’, zoals Chadwick ze zelf noemt) zijn niet geschapen, maar in elkaar gezet. Ze zijn geen schepsels maar artefacten.
Dit maakt ze niet minder kwetsbaar. Hun kwetsbaarheid bestaat er echter niet in dat ze uit elkaar kunnen vallen of breken – een vrees die de werken van Giacometti vaak oproepen - maar dat ze in een handomdraai uit elkaar kunnen worden gehaald. Ze zijn niet sterfelijk, maar demonteerbaar. Er kan zomaar een schroefje losraken of een naad scheuren. Dat besef is misschien wel verontrustender, dan de broosheid van klei en steen en de roestgevoeligheid van brons, waaruit andere kunstenaars hun beelden maken.
Verontrusting
Het ontbreken van een gelaat bij Chadwicks sculpturen versterkt dit gevoel van verontrusting. Het gaat hierbij niet om stilerende abstractie, die de schoonheid van elementaire vormen benadrukt, zoals bij Henri Moore. Chadwicks lijkt zijn figuren bewust te ontmenselijken en ‘ontdierlijken’. Vaak blijft er ook niets over dan een mond, die lijkt te huilen of te schreeuwen. Een enkele keer geeft Chadwick vleugels aan zijn gestalten, waardoor ze lijken op vleermuizen, nachtvlinders of duistere vogels. Een verlangen naar lichtheid en vrijheid bevangt hen, een paniekerige zoektocht naar een vluchtweg uit het donker. Soms krijgen Chadwicks figuren iets menselijks, als ze lijken te dansen of toenadering lijken te zoeken tot elkaar – al lijken ze ook achterdochtig om elkaar heen te draaien.
Chadwick stopte in 1995 met zijn werk. Hij had alles gezegd en was uitgesproken, zei hij: “Er zijn slechts zo en zoveel dingen te zeggen en slechts zo en zoveel manieren om ze te zeggen.” Dat kan liggen aan zijn constructivistische vormtaal. Als de mens een maaksel is, is misschien inderdaad ooit alles gezegd. Alle combinaties zijn ooit een keer uitgeprobeerd. Des te meer roept Chadwicks wanhopige werk het verlangen op, dat we ooit weer in staat zijn de mens als schepsel te zien: een schepsel dat met tederheid is geboetseerd uit klei, dat door strelende handen is gevormd met vloeiende lijnen, een uniek schepsel waarvan de huid niet alleen de littekens van de geschiedenis vertoont, maar de vingerafdrukken van de Schepper.
--------------------------------------
Een tentoonstelling van het werk van Lynn Chadwick is tot 20 september 2020 te zien in het Lehmbruckmuseum in Duisburg (Duitsland)