“Ik wil laten zien welke kansen de ontkerkelijking in Nederland ons geeft om geestkracht te laten groeien. Er is een ingrijpende en boeiende transitie gaande op het vlak van zingeving en spiritualiteit”, zegt de Nijmeegse cultuurfilosoof en geestelijk begeleider Frans Croonen.

Door Cees Veltman

Je wilt een gesprek op gang brengen over zingeving, spiritualiteit en ontkerkelijking. De ontkerkelijking in Nederland zie je als een cadeau.

“In zekere zin is het een cadeau. Het christendom verliest macht en aanzien, maar ook allerlei aanslibsels van truttigheid en burgerlijkheid. Alleen zo kan er opnieuw een essentie naar boven komen. Hoe harder het christendom krimpt, hoe vruchtbaarder het zal worden. Het kan weer een tegenbeweging worden, zoals in het allereerste begin.

We zijn nog nooit zo vrij geweest om zelf onze positie te bepalen als het om zingeving gaat. Dat gevoel heb ik als ik kijk hoe mijn ouders zijn opgegroeid in een rooms-katholiek milieu waarin heel veel moest. Die situatie is bijna weg. Er is veel meer creativiteit mogelijk. Het is wel jammer dat we nu niet meer weten hoe onze voorouders geloofden. Het is dus niet alleen maar hoera. Dat is het paradoxale van de huidige situatie: enerzijds is er de bevrijding van knellende religieuze vormen en dogma’s, anderzijds is de lijn met het verleden doorgeknipt, en zijn we in een zwart gat gevallen.

Ik vind het een boeiende vraag of de rijke joods-christelijke traditie ons nog kan inspireren. Je kunt traditie zien als een open ruimte met merkstenen waarin mensen elkaar de weg wijzen, niet meer als een keurslijf.”

Je bent zelf niet kerkelijk opgevoed, maar je bent wel misdienaar geweest.

“Ja, ik ging als enig gezinslid naar de kerk omdat ik het prachtig vond wat daar gebeurde. Pas toen ik jaren later actief werd als geestelijk begeleider, heb ik me ook buiten de katholieke wereld georiënteerd. Ik merk als geestelijk begeleider weinig verschil meer tussen de vragen van mensen binnen en buiten de kerk. Die grens is vervaagd. We zijn allemaal zoekers en twijfelaars geworden.

Weinig mensen hebben nog rotsvaste overtuigingen, ook niet de mensen die actief zijn in de kerk. Ze zitten allemaal met vragen. Wie of wat is God nu eigenlijk? En Jezus, wie is dat nou uiteindelijk? We zijn in Nederland de ontkerkelijking al bijna voorbij. We raken ontkerstend. Het christendom is volledig uit grote delen van ons land aan het verdwijnen. Rituelen worden niet meer voltrokken, de oude verhalen worden niet meer doorverteld.

Buitenkerkelijken en met name de jongste generaties hebben geen idee waar het in het christendom over gaat. Ze zoeken wel houvast, voorbeelden voor hoe je kunt leven. Geloof is uit en mystiek is in. Mystiek sluit goed aan op het ietsisme, wil geen vragen beantwoorden maar ruimte scheppen voor groei in geestkracht en de innerlijke dimensie van het bestaan.”

"Je kunt het woord God als afkorting gebruiken: Grote Onbekende Dimensie"

Is dat een verklaring voor de titel van je boek, ‘Geestkracht’? God en Jezus zijn te groot om te bevatten of na te volgen, dus we moeten het hebben van onze eigen geestkracht of van wat in de kerk heilige Geest wordt genoemd?

“De geest is een herkenbaar startpunt voor mensen om mee te beginnen, ja. Geestkracht gaat over zingeving, spiritualiteit en levensverhalen. Het begrip ‘God’ is inderdaad voor veel mensen te hoog gegrepen, te hoog en te ver. Je krijgt er meteen discussie over. Wat mij betreft kun je het woord GOD ook als afkorting gebruiken: Grote Onbekende Dimensie. De ‘O’ in het midden is letterlijk open ruimte waarin ieder godsbeeld onderdak kan krijgen.

Ook de persoon Jezus heeft last van veel vooroordelen: wat kwam hij nu eigenlijk doen? Waar ging het hem om? Veel mensen zijn de afgelopen twintig jaar vergaand geseculariseerd en hebben niet geleerd om religieuze teksten te lezen en in te voelen wat die willen zeggen. Ze vatten dat soort teksten van Jezus niet meer terwijl ik zelf denk: daar zit geen woord Chinees bij.

Bij het woord God gaan veel mensen steigeren, niet bij woorden als bron, kern, kracht, spiegel of liefde. ‘Ik ben niet gelovig’, hoor ik vaak, ‘maar ik geloof wel in liefde’. Niet geloven betekent niet dat mensen nergens meer in geloven. Er is een groot verlangen naar diepgang, zingeving en traditie, maar ook schroom om je te engageren en dan gebeurt er uiteindelijk misschien niets.”

Als lichtpunt zie je ontwikkelingen in de Protestantse Kerk.

“Ja, daar worden moedige pogingen gedaan aansluiting te vinden bij de samenleving. Met zo’n 150 ‘pioniersplekken’ waar geëxperimenteerd wordt met kerkvormen voor mensen die niet betrokken zijn bij de kerk. Het is jammer dat er niet meer aandacht voor is. In veel media staan oude muurtjes nog overeind en is alles wat er in de kerk gebeurt een beetje gek en eng. De veranderingen en de diversiteit binnen de kerken worden niet gezien. Nog steeds wordt ervan uitgegaan dat Geert Maks boek Hoe God verdween uit Jorwerd nog actueel is, als het einde van een tijdperk, terwijl God juist terug is in Jorwert! Daar is een nieuw soort kloostergemeenschap ontstaan, een platform voor kerkvernieuwing. De grootste kerkvernieuwer van tegenwoordig is de huidige paus. Het is bijna onvoorstelbaar wat hij in zo’n korte tijd op zijn kop zet in zo’n eeuwenoud en log instituut.”

"De woestijnvaders spreken me aan vanwege hun aardsheid"

Zelf voel je je geïnspireerd door mystiek van de woestijnvaders.

“Ja daar zie je wijsheid in gezamenlijkheid van onderaf ontstaan. Ik hou van de christelijke mystieke traditie in het algemeen waarin het evangelie als mystieke tekst wordt gelezen. Casianus, Teresa van Avila, Johannes van het Kruis, Bernardus van Clairvaux tot aan Titus Brandsma en Etty Hillesum. Hun teksten zijn verrassend actueel omdat ze vanuit hun innerlijke ervaring starten, niet vanuit dogma’s en theologie. Dat boeit mij persoonlijk enorm. De woestijnmystici spreken me aan vanwege hun aardsheid, hun praktische gerichtheid, hun van franje ontdane geloof. Doe dit, doe dat niet, probeer eens dat. Dat is nog steeds actueel nu we ons afvragen wat we kunnen doen en wat we moeten laten om te groeien in geestkracht.”

Je komt in je boek met systeemkritiek: Het huidige neoliberale systeem werkt tegen ons.

“Ja, dat systeem staat niet langer in dienst van ons geluk en welzijn, maar toch zitten we er als maatschappij nog middenin. Er bestaat nog geen overtuigende tegenbeweging die ons opnieuw samenbrengt en richting geeft. Er was even Occupy, in 2008, maar de revolutie bleef uit. Het maatschappelijk ongenoegen en de ongelijkheid groeien. Het vertrouwen in democratie en rechtsstaat wordt minder en de belangstelling voor autocratisch leiderschap neemt toe.

Vaak zeggen mensen wel dat we van het neoliberalisme af moeten, maar wat komt ervoor in de plaats? Daar hoor ik nog niemand over. Ja, er zijn wat grove schetsen van vrijheid en democratie, maar hoe plaatsen we dan het populisme met zijn duidelijke antidemocratische tendensen?”

Zingeving vind je niet zo’n goed woord?

“Het woord suggereert dat het individu iets zin geeft, maar het gaat naar mijn idee om bewustwording waarin gaandeweg een beeld van de zin van een gebeurtenis of een ontwikkeling in je leven opdoemt. Dan gaat het eerst om ontvangen, in plaats van zelf heel hard aan de slag gaan. Ik ben er huiverig voor als we het woord zingeving te veel naar onze hand zetten: tien tips en dan zijn we er wel. Zingeving is een drieslag. Je zoekt zin, ontvangt die in een proces van bewustwording en geeft die vervolgens een plek in een bepaalde ontwikkeling of gebeurtenis. Pas in derde instantie ben je in staat om zin te geven aan je leven.

Daarom neem ik het idee van maakbaarheid een beetje op de korrel. Als alles maakbaar is, alles op prestatie en perfectie is gericht, ligt de lat te hoog. Als wat je doet niet lukt, wordt dat een persoonlijk falen. Dan is er niemand meer die je kan redden en leer je niet goed omgaan met tegenslagen. Dat kan je boos en onzeker maken. Het leven simpelweg aanvaarden zoals het komt, lijkt soms zeldzaam geworden.”

"Ik ben niet somber. We weten niet waar het proces van transitie eindigt"

Dat klinkt somber.

“Dat valt wel mee, denk ik. Het is een direct gevolg van de ontkerstening. Dat wordt ook gesignaleerd in het onlangs verschenen rapport van het Sociaal- en Cultureel Planbureau. Mensen geloven niet meer in een hogere macht en zoeken met name zin in zichzelf. Ze ervaren het als een individuele taak om zin en betekenis te geven aan het leven. Die zoektocht kan een grotere mentale belasting zijn en mentale problemen geven zoals stress of burn-outklachten. Ook die conclusie is niet nieuw. Psychiaters als Dirk De Wachter en Damiaan Denys schetsen in hun bestsellers hetzelfde beeld bij hun steeds verder uitdijende clientèle.

Zelf ben ik niet somber. We weten immers nog niet waar het proces van transitie en secularisatie in en buiten de kerk eindigt. Het proces is nog volop aan de gang, we zitten er echt middenin. We ondervinden nu al in de invloed van buitenaf, bijvoorbeeld via de migrantenkerken, waardoor het religieuze landschap van Nederland een stuk diverser en dynamischer is geworden dan dertig, veertig jaar geleden. Het Godcentre in Voorschoten lijkt in bijna niets op de Remonstrantse Gemeente in Oosterbeek.

Er zijn stadskloosters ontstaan in Arnhem, Rotterdam, Culemborg, Delft, Nijmegen, Haarlem, Groningen en Den Bosch. Daar wonen meestal geen celibataire kloosterlingen, het zijn meer religieuze broedplaatsen waar volop wordt geëxperimenteerd. En tegelijkertijd krimpen de traditionele kerken verder. Dat past in het mozaïek waarbinnen alle collectieven het moeilijk hebben, van kerk tot politieke partij en vakbeweging. Het is een algemene tendens. Hoe zou raar zijn als dat aan de kerken voorbijgaat. Daar staat een nieuwe vrijheid tegenover waardoor alles openligt.”

Je citeert de Romein Tacitus: “Onze tijd is een tijd van religieus verval. De eens blijvende vitaliteit van het religieuze is voorbijgegaan. De volksmassa is ofwel bijgelovig of lichtgelovig geworden ofwel religieus onverschillig. De elites van de maatschappij zijn agnostisch of sceptisch en politieke leiders zijn hypocriet. Men experimenteert met oosterse godsdiensten en meditatietechnieken.” 

“Ja, alsof het vanochtend uit de krant is geplukt. Het citaat werkt voor mij relativerend. We moeten ons niet verliezen in allerlei gemopper en gesomber. Als cultuurfilosoof én geestelijk begeleider kijk ik met nieuwsgierigheid naar wat er allemaal in ontwikkeling is. Daar past geen normatieve beoordeling bij. We leven in een mooie en spannende tijd.”


Frans Croonen, ‘Geestkracht, zingeving en spiritualiteit in het Nederland van nu’, Zilt, 176 blz. € 20,99

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.