"Glimlach, een christen is altijd vrolijk.” Deze uitspraak toegeschreven aan paus Franciscus bleef Marinus van den Berg maar door het hoofd spoken. Zeker, als christenen mogen we ons verheugen over de blijde boodschap die ons is aangezegd. Maar opgewektheid kan ook werken als een mokerslag, als een verhulde manier van afwijzing van pijn, lijden, of gemis. We moeten het 'blijde' van het evangelie in de eerste plaats verstaan als een goede boodschap voor mensen in verdrukking. "Soms troost een kruisweg die het lijden serieus benoemt meer dan een vrolijke paasviering."
Door Marinus van den Berg
Er is een zinnetje dat steeds maar weer door mijn hoofd spookt. Ik kreeg er zelfs in een droom ruzie mee. Ik wil het een gedachtenverbod opleggen, maar dat lukt me niet. Dat lukt me misschien als ik dat zinnetje eerst eens goed aankijk en me afvraag waarom het zo in mij spookt. Het lijkt namelijk een heel mooi vriendelijk en aardig zinnetje, maar ik voel een adder onder het gras. Dat is extra lastig omdat het een zinnetje zou zijn van paus Franciscus die de meest inspirerende leider van 2016 was. Overigens is er ook venijnig verzet tegen deze man van barmhartigheid.
Altijd vrolijk
Het zinnetje dat maar blijft spoken las ik in het Vlaamse kerkblad Kerk & Leven, editie 1036. In dat nummer schrijft de prior van de Karmelgemeenschap in Brugge over vasten. Vastentijd is de tijd om ons af te vragen wat het lijden van Christus betekent voor de tijd waarin we nu leven. Lijden went niet en is overvloedig aanwezig. Openbaar en verborgen.
De prior geeft een aantal tips van de paus door die ons zouden kunnen helpen. De eerste tip is: “Glimlach, een christen is altijd vrolijk!” Bij deze eerste tip haakte ik af en begon dat spoken. Mijn voorbehoud is dat ik niet weet of de woorden van de paus goed vertaald zijn. In veel vertalingen zit verraad. Bovendien weet ik niet in welk verband en hoe de paus dit heeft gezegd. Heeft hij mensen die het zwaar hebben willen bemoedigen? Dat zou zo maar kunnen.
Zelfmoord
Toch wil ik delen waarom ik afhaakte en deze tip een spook in mijn hoofd werd. Vijf uur duurde mijn treinreis van Rotterdam naar Brugge. In de buurt van Gent was iemand in een auto voor de trein gereden. Geen ongeval maar een zelfmoord. Ik gebruik het woord van de Vlaamse schrijver Jeroen Brouwers die zelfdoding een te zacht woord vindt. "Het drukt te weinig het verbijsterende uit", zei hij in een gesprek met De Standaard. Hij publiceerde recent een monumentaal werk van 1400 pagina's over zelfmoord in de Nederlandse literatuur [1], onder andere over Joost Zwagerman. Brouwers wil het leed niet onderschatten.
In de middag vertelt in een woon-zorgcentrum iemand me over haar collega die vorig jaar een zeer ernstige hersenbloeding kreeg en niet meer kan werken. Ze ging haar de komende dagen bezoeken en wat zeg je dan? De tranen stonden in haar ogen. De vrouw met wie ik sprak leek me een vriendelijke vrouw maar het glimlachen was gedimd. Ik zag zachtheid en bewogenheid in haar gezicht.
Bitter
Op donderdag sprak ik met een man en een vrouw die een ontslag onder ogen moesten zien. Financieel leek het netjes afgewikkeld maar er waren nog zoveel vragen. Hoe word je niet bitter?
In de avond schreef een vrouw over haar bitterheid na de dood van haar man vanwege (erkende) medische fouten. Vooral het liegen en ontkennen stemde haar bitter. Er was op die avond in de aula van De Nachtzon, een uitvaarthuis in Maldegem, een vrouw die iets probeerde te vragen over de zelfmoord van haar zoon. Ze vond bijna de woorden niet.
Wat ze schreef was meer een pijnschreeuw. Een ander vroeg of het normaal was dat ze veel verdriet had en opstandig was na de dood van haar man. Ze was haar hele leven gelovig geweest en had geloofd in een hiernamaals. “Glimlach, een christen is altijd vrolijk” kan als een mokerslag werken. Je pijn, je lijden, je gemis, je verdriet wordt afgewezen.
Op zaterdag vertelt iemand me dat haar naam niet werd genoemd in een gebedsdienst voor iemand met wie zij dertig jaar een belangrijke relatie had. Zij voelde zich afgeschreven maar men zei dat het niet zo bedoeld was. De voorganger werd een intelligent persoon genoemd. Soms is de emotionele intelligentie schaars ontwikkeld en dat kan onbedoeld leed toevoegen.
Goede boodschap
In mijn theologische opleiding leerde ik dat evangelie niet betekent een blijde maar een goede boodschap. Een goede boodschap voor mensen in verdrukking. Voor mensen die een uitweg uit hun lijden zoeken. Kunnen en mogen we wel over Pasen spreken zonder serieuze aandacht bij de Zwarte Vrijdag (geen Goede Vrijdag)?
Goede Vrijdag is een theologisch boven-bouwsel, een lekkend dak. Soms troost een kruisweg die het lijden serieus benoemt meer dan een vrolijke paasviering en de wensen van een vrolijk Pasen. Een vrolijk Pasen kan een verraad zijn aan de weg die die vreemde kritische mens uit een plaats waar niet veel goeds vandaan kon komen ging. Hij streek tegen de (blonde) haren in. Ik leg dat zinnetje geen gedachtenverbod op maar probeer haar te doordenken. Dat bevrijdt en geeft me ruimte.
[1] Jeroen Brouwers, De laatste deur, essays over zelfmoord in de Nederlandstalige letteren, Atlas Contact, maart 2017, 800 + 600 blz., 2 delen, € 65,00.